21 april 2014

Beelddenken

Pasen!
Het roept bij mij onmiddellijk verschillende beelden op: eieren, kuikens, kippen, paaseieren, chocola, de paashaas, veel geel, en ook een grafsteen die weggerold wordt – ik werd katholiek opgevoed – beierende klokken in de kerktoren, en daar hoort ook geluid bij. Ik kan nog wel even doorgaan met het opsommen van beelden die bij dat woord door mijn hersens flitsen.


Dit als aanzet voor het gegeven dat er beelddenkers en taal- of woorddenkers bestaan. Hoewel ik er onmiddellijk moet aan toevoegen dat “de wetenschap” dit niet echt of niet helemaal erkent. Wetenschappelijke literatuur hierover heb ik nog niet gevonden. Sommige (woorddenkende?) wetenschappers menen dat, over ingewikkelde zaken denken in de vorm van beelden, niet mogelijk is. Op Wikipedia staat het onderwerp geclassificeerd onder 'pseudowetenschap'.
Beelddenken wordt dikwijls geassocieerd met dyslexie, ADHD, autisme, enz. Vroeger dacht men dat beelddenken enkel iets van kinderen was; iets dat ze loslieten op een bepaalde leeftijd wanneer ze overschakelden naar woord- of taaldenken. In een artikel van Klasse voor Leraren las ik dat 1/3 van de mensen zou blijven beelddenken na hun kindertijd (*).

De meeste mensen gebruiken wel iets van beide manieren van denken maar niet in dezelfde mate. De weegschaal slaat over naar de éne of de andere kant – wat weer een mooi beeld is van het gestelde.

Ik las ergens dat beelden met een snelheid van 32 beelden per seconde door onze hersenen flitsen, terwijl woorden er maar met een snelheid van 2 woorden per seconde doorheen gaan. (**)
Beelddenkers zouden daardoor veel vlugger kunnen denken.

Beelddenkers hebben een associatieve manier van denken, alles gebeurt tegelijkertijd, alles staat in verband met elkaar, dit in tegenstelling tot de stap-voor-stap manier van de (lineaire) woorddenker.

Sommige beeldenkers kunnen al eens problemen hebben met het letterlijke of figuurlijke gebruik van uitdrukkingen. Een voorbeeld:
de uitdrukking 'het is vijf voor twaalf' betekent niet noodzakelijk dat de grote wijzer op 11 staat en de kleine op 12, zoals een beelddenker zich dit dan zou kunnen voorstellen, maar wil meestel zeggen dat het hoog tijd is om er iets aan te doen, als het al niet te laat is. Hiermee zie je ook een mooi voorbeeld van hoe autisme dicht in de buurt komt.

Bij mij overheerst het beelddenken, maar ik ben ook geen slechte woorddenker.
Spelling bijvoorbeeld, waar veel beelddenkers nogal eens last mee hebben, is voor mij geen probleem, nooit geweest. Dat verklaar ik doordat 'taal' voor mij, zelfs met de vele spellingsuitzonderingen, een vorm van 'logica' is/heeft; logica, waar ik ook de wiskunde – ook nooit een probleem mee gehad - kan plaatsen. En in de logica, mijn logica, gebruik ik beelden om te begrijpen, te vatten, te verklaren.
Om situaties, gevoelens, begrippen, enz., uit te leggen, merk ik ook dat ik vaak beelden gebruik.
Oplossingen van problemen 'zie' ik meestal vlugger dan sommige mensen in mijn omgeving omdat ik me het gestelde probleem visueel kan voorstellen.
Beelddenkers hebben dikwijls ook een goed fotografisch geheugen.

En, oh ja, veel beelddenkers zijn hoogsensitief (HSP) en omgekeerd zijn veel hooggevoeligen ook beelddenkers.

Hoewel mensen in hun kindertijd beelddenkers waren is het voor een (volwassen) woorddenker soms moeilijk te begrijpen hoe dat beelddenken in mekaar zit. Hieronder wil ik graag een beetje duidelijk maken hoe dit, bij mij, in zijn werk gaat.

Als ik een woord hoor, zie ik daarbij direct het ding, de beweging, kleur, enz ... bijvoorbeeld: een cocon, een vlinder, fladderen = vlinder/vogel die fladdert, muziek = noten, dansende noten of het beeld dat bepaalde muziek kan oproepen...... ook gevoelens en emoties hebben een beeld voor mij.
Het beeld komt dus onmiddellijk. Maar direct daarna zie ik het woord voor mij. Dat is echter geen woord van aparte letters, dat is een soort foto van het woord. Als het ware een jpg-formaat van het woord.
Pas daarna komt het woord in gespelde letters op me af, met eventuele variaties, andere vervoegingen, meervoud, enkelvoud, ontelbare mogelijkheden soms...... maar ook dát komt meestal.
Er komt heel veel binnen bij één woord.
Een zin is dan ook meestal een wirwar van beelden, woordbeelden en gespelde woorden. Bij een gesprek is er dus enorm veel informatie te verwerken.
Mede daardoor heb ik soms last om de zaken, overdenkingen, problemen,... direct uit te drukken. Al die informatie moet verwerkt worden. Mijn woorden kunnen nooit zo snel komen als de beelden die door mijn hersens flitsen.
Met mijn gedichten is dat anders, die komen, vanuit 'beelden, woord, gespeld woord', op mijn eigen tempo.  Net zoals de stukjes die ik af en toe schrijf.

Het cijfer/wiskunde-gedeelte in mijn denken heeft een gelijkaardigheid maar is moelijker uit te leggen.

Het beelddenken zit niet noodzakelijk voor alle beelddenkers op dezelfde manier in mekaar.

Susanna Mariën