25 december 2013

Joelfeest

Een gesprekje met één van mijn zussen, over de vraag van haar zoon wat zij/wij vieren met Kerstmis, deed me weer eens wat verder mijmeren over dit gegeven.

In mijn thuis vieren wij in elk geval niet het zogenaamde gebeuren dat God de moeite deed om zich onder de mensen te begeven door zichzelf als mens te laten geboren worden. Het is misschien een mooi verhaal, maar … het is niet aan mij besteed.

Liever vier ik, zoals de Germanen al deden in het tijdperk B.C., het Joelfeest, de winterzonnewende, de terugkeer van het licht. In de Scandinavische landen heet Kerstmis trouwens nog altijd ‘Jul’ of ‘Julfesten’.
‘Jul’ zou volgens één opvatting, een andere naam zijn voor Odin, de Noorse oppergod, wiens naam ook weer afgeleid is van Wodan bij de Eburonen en die later in de verschillende West-Europese taalrichtingen wat veranderde van vorm.
Eén van de vele andere verklaringen voor het woord zou zijn dat het komt van de Indo-Europese wortel ‘ghel‘ wat ‘schijnen’ betekent en dat over verschillende vormen heen geëvolueerd is tot ‘geel’ bij ons, ‘gelb’ in het Duits, ‘yellow’ in het Engels en ‘gul’ in het Scandinavisch. Het geel schijnen van de zon dus.

Het Joelfeest. De langste nacht is weer voorbij. Het duister is overwonnen, we begroeten het licht dat zal terugkomen. We kunnen weer uitkijken naar de zon die onze dagen, langzaam aan, meer licht en warmte zal geven, die misschien ook daardoor onze gedachten wat lichter zal maken. Langere dagen, meer zon, betekenen ook voor de natuur - in de zin van bomen, bloemen, planten… - een (weder)geboorte. We kijken uit naar het nieuwe jonge groen, dat binnen enkele maanden onze zinnen zal strelen en zal zorgen voor een rijke en vruchtbare zomer.

Wat ik ook graag overdenk is ‘vrede’, zoals in het Christusverhaal de engelen zongen: ‘vrede op aarde onder de mensen van goede wil’. Er was een tijd dat de geweren en kanonnen ophielden met schieten op kerstavond; Wannes Van de Velde zong erover in zijn lied "Kerstmis is dien dag da ze niet schieten".
Vrede, het is een waardevolle gedachte. Echter, vrede is er niet op aarde. Zal die er ooit zijn? Daar heb ik sterk mijn twijfels over.
Maar vrede kan er wel zijn in de harten, onze geesten, onze zielen. Daar zal ik het wel mee doen, en dat is het wat ik aan iedereen wens:
‘vrede in de harten van de mensen van goede wil’.



5 november 2013

De vrouwenlustpil. Een pil om de mannen ter wille te zijn?

De Amerikaanse medicijnautoriteit FDA beslist deze week over de vraag of een lustopwekkende pil bij 1200 vrouwen mag getest worden. De pil is een idee van de Nederlander Adriaan Tuiten. Hij stelt dat één op de vijf vrouwen te weinig lustgevoelens heeft en denkt dat 30 procent van de vrouwen de pil zou gaan gebruiken.
Anderzijds maakte de Nederlandse programmamaakster, Sunny Bergman, de documentaire ‘Sletvrees’. Hierin komt naar voren hoe mensen aankijken tegen mannen en vrouwen die veel met seks bezig zijn. Zo worden deze mannen als 'stoer' gezien, maar zijn vrouwen die veel van de daad houden een slet. Twee tegenstrijdige visies, die beide negatieve oordelen over vrouwen inhouden.

De farmaceutische industrie, in casu (hoofdzakelijk) mannen, stelt dus dat één op vijf vrouwen een probleem zou hebben omdat ze te weinig lustgevoelens heeft. Die “te” is er voor mij te veel aan. Mannen hebben immers altijd zin in seks, vrouwen zijn er wat voorzichtiger mee. Dat is de natuur. Het is ook socio-biologisch te verklaren: mannen hebben heel veel zaadjes die ze kwijt willen, en vrouwen weinig eitjes waar ze zuinig op zijn. En waarom moeten mannen bepalen hoeveel lustgevoel wij vrouwen moeten hebben?
Het is trouwens ook een gekende tactiek van de farma-industrie: eerst een probleem creëren, want dat doen ze hier, zodat daarna de verkoop kan boomen. Tuiten schat een omzet van 6 miljard euro op 10 jaar! Daar kan je al eens een probleempje voor creëren.
Er zullen wel vrouwen zijn met weinig lustgevoel, maar of ze dat een probleem vinden, bepalen ze toch zelf. Er wordt hier door mannen aan vrouwen alweer een probleem aangesmeerd. Als er zich al een probleem zou stellen voor deze vrouwen is het dat zij waarschijnlijk vaak seks zullen hebben enkel om hun partner te plezieren. Wat rest er nog van de emancipatie en de “baas in eigen buik”-houding?
Er is toch ook de mannenpil, hoor ik sommigen al zeggen.
Mannen die Viagra en soortgelijke medicijnen nemen omdat ze een erectiestoornis hebben, dat is toch weer net iets anders. Zij hebben wel zin, maar kunnen niet. Dat is wél een probleem voor de meeste van deze mannen.
Bovendien zou ik zeggen: mannen, steek je hand eens in eigen boezem. Als een vrouw kan terugkijken op leuke seks en liefst met orgasme (beloning) zal ze veel vlugger terug zin hebben, dan wanneer de seks een sleur is geworden waar ze zo vlug mogelijk vanaf wil als het weer eens moet. Uit onderzoek zou blijken dat maar een 30 procent van de vrouwen een orgasme krijgt bij een vrijpartij, terwijl dat bij mannen bijna 100 procent zou zijn.
Mannen, sloof je eens wat meer uit, zoals het hoort; doe eens wat meer je best in bed voor je met een pot pillen komt aansleuren, of godbetert, de pil heimelijk in de ochtendmuesli mengt.

Van te weinig zin, naar te veel. Ook in dit geval is de “te” er teveel aan natuurlijk. Mensen die seksueel actieve vrouwen een slet noemen, terwijl ze diezelfde mannen stoer vinden, hebben ook weer een negatief waardeoordeel klaar en het zegt meer over diegenen die zulke uitspraken doen dan over de zogenaamde sletten zelf.  Het is heel contradictorisch: je bent een slet als je veel zin hebt, maar als manlief niet tevreden is over de minder of weinig zin, zou je maar aan de pil moeten.

Vrouwen en mannen zijn nu eenmaal anders, ook in seks. Dat is wat vrouwen en mannen naar elkaar toetrekt: het verschil. Tracht daar nu eens het beste van te maken, en te blijven maken, zonder al die chemische brol.

Oerervaring

Dichter bij jezelf komen is ook dichter bij de natuur komen. De natuur waar je zelf tenslotte ook deel van uitmaakt. Dat gegeven bracht mij terug bij mijn eerste bevalling.

De geboorte van mijn eerste zoon was een oerervaring. Zo dicht was ik nog nooit bij mijn natuurlijke staat geweest. Indertijd vertaalde ik dat als: het dier in mij; wat natuurlijk ook waar is, we zijn een van de vele diersoorten die rondlopen op deze aarde.
Nu vind ik dat het een ervaring was van een soort spirituele oerkracht; de ongelofelijke kracht die je op dat moment voelt, is zó allesomvattend. Je bent daar en alleen maar daar, bezig met het nieuwe leven uit je te duwen en de vrijheid te geven. Het is zo intens en het is het enige dat op dat ogenblik aanwezig is. Je bent alleen nog je essentie: leven en dat leven doorgeven. Ondanks de pijn, bestaat er geen mooier en intenser gebeuren. Je bent helemaal in balans.
Daarna volgt, als een explosie, die allesomvattende, onvoorwaardelijke liefde, zoals je die nog nooit gevoeld had. Zo heel anders dan “ik hou van jou”.
Die oerervaring blijft nog een tijdje voortduren en deint langzaam uit tijdens de beschermperiode. Als een wolvin die haar jongen verdedigt en beschermt waak je over je kind. Langzaam aan kom je terug in het hedendaagse leven, in het alledaagse. Je krijgt te horen dat je zus en zo moet handelen, dat je niet te veel op je gevoelens mag afgaan, je emoties onder controle moet krijgen, enz…. Je wordt terug een hedendaagse mens.

Maar de herinnering aan mijn oer-zelf leeft als een smeulend vuurtje, binnen in mij.

19 juni 2013

Camping impressie

Zacht gebabbel vult de zwoele avond.
In vele talen wordt de dag besproken en plannen voor morgen worden gesmeed.
Het gekwetter en gefluit van vogels sterft uit en maakt plaats voor getjierp van krekels.
Een kat die op restjes uit is loopt spiedend langs.
Het daglicht wordt uitgeveegd in wolkenslierten.
Een kaars wordt gebrand, een lamp aangestoken en nachtdiertjes komen overal vandaan.
Het leven op de camping valt stil.

17 juni 2013

Vink ?

Het liedje van de Franse vink klinkt luid en overtuigend.
Luister naar mij, zingt hij.
Zoek mij hier in het gebladerte.
Wanneer de zon ondergaat ben ik weg.

5 juni 2013

Onderwijshervorming - eenheidsworst.

Over onderwijs zouden wij ons geen zorgen meer hoeven maken.  Voor onze kinderen is het al lang verleden tijd.  Voor sommige van onze kleinkinderen moet echter het meeste nog komen.

Onder het mom dat iedereen gelijke kansen moet krijgen en dat kinderen niet te vroeg zouden moeten kiezen, gaat minister Smet nu alles zover afvlakken dat het één gore eenheidsworst wordt en het niveau naar beneden getrokken zal worden.

Gelijke kansen voor kinderen bestaan niet.  Er zullen altijd kinderen zijn die uit beter begoede milieus komen en betere kansen krijgen.  Er zullen ook altijd slimme en minder slimme (intelligente) kinderen zijn.

Onze jongste kinderen gingen naar een school waar men al vele jaren het systeem Smet avant la lettre in praktijk brengt: er is een middenschool waar de kinderen, zeker in het eerste jaar, in alle klassen dezelfde vakken krijgen.
Gevolg: de slimmere/intelligentere kinderen krijgen niet genoeg uitdaging. 
Ik spreek hier uit eigen ervaring.  Indertijd heb ik de klastitularis van één van mijn kinderen moeten aanspreken om te vragen a.u.b. mijn zoon wat meer uitdagende oefeningen te geven.  Hij had namelijk een rapport gekregen met de nota dat hij niet bij de les was, dat hij altijd naar buiten keek en zat te dromen.  De oorzaak was gewoon dat hij zich verveelde.  Zijn oefeningen waren telkens direct klaar en de lessen waren voor hem geen uitdaging.
De leerkracht had blijkbaar zelf niet door dat het zo zat. Hij/zij moest te veel zorgen dat iedereen mee kon veronderstel ik.
Daarna ging het heel wat beter.  Maar wat zou er gebeurd zijn als wij als ouders niet naar de leerkracht zouden gestapt zijn ?

Kinderen zouden in het systeem Smet meer individueel gestuurd worden. Ja, dat zal wel.  In klassen die nog groter zullen worden dan vandaag.  De leerkracht zal alle aandacht nodig hebben voor de zwakkere leerlingen, met het gevolg dat ik hierboven al beschreef.

Het tegenovergestelde zal ook wel gebeuren.  Er zullen altijd kinderen zijn die niet in het minst geïnteresseerd kunnen worden in de vele theoretische vakken, die liever met hun handen bezig zijn, al van kleins af.  Die zullen nu gedwongen worden om meer andere vakken te volgen.  Ik beklaag de leerkrachten die  zulke kinderen in hun klas krijgen.

En dan het watervalsysteem.
Natuurlijk willen ouders het beste onderwijs voor hun kinderen en kiezen ze nu soms een richting die voor hun kind te hoog gegrepen is.  Waarna het kind moet "afzakken".
Of dit in het nieuwe systeem niet meer zal gebeuren is nog de vraag.  Ik vermoed dat het iets minder, maar toch nog gewoon wat later zal gebeuren.
Bovendien is ook daar een dubbele houding van de onderwijskrachten.
Twee van onze kinderen kozen na de middenschool (met de gelijkgeschakelde lessen) voor een technische richting.  Twee keer bleef de school aandringen om toch maar ASO te kiezen i.p.v. TSO.  Terwijl ik als school blij zou zijn dat er ook eens intelligente leerlingen, die bewust voor een technische richting kiezen, in het TSO zouden komen.
Men zou beter het TSO opwaarderen i.p.v. te laten verdwijnen, dat zou een manier zijn om de juiste leerlingen voor de juiste vakken/richting te krijgen.

Dit gezegd zijnde: het zal mijn tijd wel duren zeker?
.

25 mei 2013

Geluidsnormen.

De wet is één zaak.  Uitvoering van de wet is een andere zaak.
Dat was vandaag weer heel duidelijk toen we naar een dansoptreden van een kleinkind geweest zijn.  Mensen dat lawaai ! Volgens mij hadden ze daar nog nooit van geluidsnormen gehoord.
De geluidstechnicus liep daar rond met oordopjes (wat normaal is als je altijd met geluid bezig bent) maar hoorde volgens mij zo niet hoe luid het systeem stond.
Er lopen daar veel kleine kinderen rond, er zitten baby's in de zaal, die hebben allemaal nog heel gevoelig oren !
Ik vroeg me af of er dan niemand van de volwassenen daar wat gezond verstand heeft of enige verantwoordelijkheid neemt.

Voor mezelf heb ik dan maar oordopjes gemaakt van een papieren zakdoekje :-@

1 april 2013

Chocola en cava

Vandaag realiseerde ik me dat ik de laatste dagen toch wel erg veel zin heb in de chocolade.  Daarbij heb ik telkens een beeld in mijn gedachten van een lekker glas cava.  Aan het eerste geef ik graag toe; aan het tweede ook, maar enkel 's avonds.

Bij het me realiseren van mijn 'chocoladegoesting', besefte ik ook dat er toch iets niet helemaal juist zat.  Zo kwam ik bij de, toch drukke, laatste weken, met eerst veel kliniekbezoeken voor onderzoeken en van alles regelen en daarna 6 dagen kliniekbezoek om Swa gezelschap te houden van 'smiddags tot 's avonds, want bij de zoveelste operatie wordt het bezoek minimaal. 
En nu Swa terug thuis is, is er de dagelijkse zorg: medicatie, injectie, steunkousen, gerief op de juiste plaats, naar de kiné rijden, bezoek ontvangen... allemaal met plezier gedaan, dat wel.
Mijn schouder- en nekspieren laten me ook weten dat het tijd is om aan de zin in chocolade toe te geven en, naast de zorg, een beetje (meer) tijd te maken voor mezelf.

Die tijd voor mezelf begon vandaag met het uitgesteld beluisteren van de laatste aflevering van  “Dat heet dan gelukkig zijn” van Klara met Pat Donnez en psychiater Dirk De Wachter.  Het was een zalige reeks.  Het programma vroeg aan de luisteraars de “do's en don'ts” ivm geluk.
Ik heb de mijne niet ingestuurd, ik heb er wel eens echt bij stil gestaan; hier zijn ze:
– Laat je niet vangen door wat de reclame zegt dat we zouden nodig hebben om gelukkig te zijn
– Laat je ook niet vangen door wat je omgeving zegt over wat nodig is om gelukkig te zijn.  Enkel met de HELE GOEDE vrienden kan je hierover van gedachten wisselen en zij zullen begrijpen dat gelukkig zijn voor iedereen toch weer net anders kan zijn.
– Wees niet afgunstig over wat anderen al dan niet hebben.  Het gras aan de andere kant LIJKT altijd groener.
– Echt geluk ligt in het simpele gegeven van “tevreden zijn”.

Nu ga ik nog een chocolaatje zoeken en de cava koel zetten voor vanavond.

14 maart 2013

Een kijk in de spiegel van de toekomst ?

Vorige week, op de begrafenis van mijn 4 jaar jongere kozijn Walter, had ik gehoord dat mijn tante Jen (Adrienne) sinds enige tijd in Ten Kerselaere RVT verblijft.  Tante Jen is één van de twee tantes die nog leven. Zij is 90+.  Mijn andere tante, tante Gusta, is 84.
De twee andere meisjes van mijn grootmoeder Toke Vekemans, mijn moeder en tante Mit, zouden respectievelijk 88 en 86 geweest zijn dit jaar. Van mijn drie ook reeds overleden nonkels zou ik de huidige leeftijd niet kunnen zeggen.  Ik weet alleen dat ze ouder waren.
Dit alles geheel terzijde.

Toen ze nog niet in het RVT was, kwam ik regelmatig bij tante Jen op bezoek, zeker sinds de dood van mijn moeder; niet voor mijzelf maar voor haar, als een soort vervanging voor mijn moeder, een surrogaat Anna.  Maar nu was het een tijd geleden, mede door diverse gebeurtenissen in mijn eigen, dichte, familie.
Het leek mij vandaag een mooie dag om nog eens bij haar op bezoek te gaan.  Tussen de sneeuwbuien door, kwam de zon regelmatig te voorschijn.  Een zonnetje staat voor mij gelijk aan iets positiefs.  En ergens had ik het vermoeden dat ik dat positieve gevoel nodig zou hebben.

Ik ken Ten Kerselaere RVT redelijk goed: het ligt op een boogscheut van mijn ouderlijk huis en mijn moeder heeft er ook enige tijd geresideerd, in de Marktstraat 3 voor zorgbehoevenden. En ondanks dat Ten Kerselare het beste RVT in de streek is, met mensen die er met hart en ziel voor werken, zie je ook daar de resultaten van de besparingen op zorg. 

Maar nu was ik er dus voor mijn oudste tante.
Tante Jen verblijft in Woonstraat 5, één van de vier afdelingen voor dementen.
Ze herkende mij meteen, t.t.z., ze herkende mijn gezicht.  Ik zag dat ze blij was mij te zien, op dezelfde manier als voorheen, toen de dementie nog niet had toegeslagen.  Maar na wat praten bleek dat ze mij toch ergens anders plaatste.  Voor haar was ik één van haar nichten, dochter van 'ons Roos', één van haar tantes.  Van het moment dat ik dat door had, noemde ik haar niet meer 'tante' Jen.  Dat was te verwarrend voor haar, merkte ik.

Ik reed haar in de rolstoel naar de cafetaria, kwestie van eens uit de afdeling te komen, die door haar ligging (dennenbomen) tamelijk donker is.  In de cafetaria is veel licht en ruimte.
We praatten over het weer, over de huisdokter, haar kleinkinderen.  Dat zat nog allemaal heel goed.   Tussendoor zat ze in andere tijden.  Het ene moment leefde haar moeder (mijn moemoe) nog, of sprak ze over het overlijden van haar oudste broer, wat toch ook al een 30 jaar geleden is.  Dan weer vertelde ze dat 'ons Anna' (mijn moeder) binnenkort zou gaan trouwen.
En daar tussendoor kwam weer het heden piepen.  Ze had het over de nieuwe paus Franciscus die pas gekozen was; over haar kleinkinderen – 'de mannen' – die ieder om beurt langs kwamen.  Over het eten dat 'van de grote pot' kwam, maar niet slecht was.

We hebben een fijne namiddag gehad; we hebben ook veel gelachen.  Bijvoorbeeld toen ze ondeugend toegaf dat ze altijd eerst zegt dat ze niet wil dat men haar komt halen om ergens naartoe te gaan, maar eigenlijk niet liever wil dan dat.   Of toen ze tegen me zei dat ik een echte 'Vekemans' was, want dat ik met iedereen wilde praten en plezier maken. De 'Vekemans' zijn haar nichten en kozijns.  En wat lachte ze toen ze zei dat mijn zuster erg op mijn moeder geleek: ook zo'n losbol.  Ze had het wel over haar nicht en tante die ik me eigenlijk bijna niet herinner.

Toen moesten we terug want de huisdokter was blijkbaar op de afdeling.  Daar aangekomen was ze ineens heel anders.  Ze was niet zo goed zei ze, en vooral moe.  De dokter dacht dat dit wel van het bezoek zou zijn.  Toen de dokter weg was, zag ik terug de tante Jen die ik voordien in de cafetaria voor mij had. Ze lachte weer en keek soms wat ondeugend. 

Toen ik weg moest gaan, zei ze dat ik haar dag had goedgemaakt. 
Kijk, daarvoor doe je zo'n bezoek, om zo iemand een dag te bezorgen die ze morgen waarschijnlijk weer vergeten is.  Maar ik ga zeker nog terug.

(v.l.n.r.) tante Gusta, tante Mit, tante Jen en mijn moeder.


2 februari 2013

De stille dagen na Kerstmis

Deze namiddag moest ik onwillekeurig denken aan dat liedje 'de donkere dagen voor Kerstmis' (Willem Nijholt).
Niet dat het me donker leek.  Het weer zorgde voor afwisseling: zon, sneeuwbui, zon...  En het blijft al licht tot ruim na half zes. En toch.
Misschien zou 'de stille dagen na Kerstmis' meer op zijn plaats zijn.

24 januari 2013

Met dank aan Erika

Mijn winterboek is: "Sol och Skugga" (zon en schaduw) van Åke Edwardson.  Iedere avond lees ik een paar bladzijden.
Dit is het derde boek van Åke Edwardson dat ik in de originele Zweedse versie lees.  De vorige boeken van deze Zweedse schrijver die ik gelezen heb waren: "Rop från långt avstånd", "Dans med en ängel" en de kortverhalen "Winterland".

De eerste Zweedse boeken die ik las, weliswaar in die tijd nog in het Nederlands, waren die van Sjöwall & Wahlöö, een Zweeds schrijversechtpaar dat maatschappijkritische misdaadromans publiceerde in de jaren '60-'70.  Nadat ik in 2001 in het PCMT in Hasselt Zweeds begon te leren, waagde ik mij aan de Zweedse versie van deze boeken.  De hele tiendelige reeks staat nu in de twee versies in mijn boekenkast.
Nadien volgden de boeken van Henning Mankell, eerst ook enkele in het Nederlands later in het Zweeds.  Sinds een jaar of vijf lees ik de boeken van diverse Zweeds schrijvers alleen nog in het Zweeds.  'Diverse schrijvers' is natuurlijk relatief.  Ik beperk me tot de krimi's: politie- en detectiveromans.
Waarom ? Het origineel is toch altijd beter dan de vertaling, niet ? Het brengt je ook meer in de sfeer van het boek.
Ook bij de andere talen die ik een beetje machtig ben geef ik de voorkeur aan de originele boeken.  Geef mij maar een Miss Marple in het Engels, een Maigret in het Frans en een Derrick in het Duits. Om er maar een paar te noemen.  Spijtig, maar Spaanstalige detectiveromans heb ik nog niet gevonden.
Voor andere literaire genres houd ik mij voorlopig meestal aan de Nederlandstalige versie.

Om nog even terug te komen bij het begin: de boeken van Åke Edwardson met inspecteur Winter leerden mij ook de muziek van John Coltrane kennen.  Van huis uit ben ik een beetje bekend met jazz, met de klassieke jazz zou ik durven zeggen. Moderne jazz heeft mij nooit zo erg aangesproken.  Maar Coltrane mag ik wel smaken, af en toe.
Toch fijn, hoe een paar bladzijden 's avonds je tot nieuwe muziekgeneugten brengen.

P.S. Erika was mijn Zweedse lerares Zweeds.  Zij begeesterde een hele klas mensen van 16 tot >70 jaar.  Spijtig genoeg voor ons volgde zij het jaar nadien haar man, die voor een Zweedse multinational werkt, terug naar haar thuisland.

20 januari 2013

Sneeuw in Hulshout

Het is middag en de weg ligt er wit bij.  Het fietspad is niet te onderscheiden van de wegkanten. Ik zie de (meeste) auto's voorzichtig voorbij rijden.
Op het gemeentehuis van Hulshout luistert men blijkbaar niet naar de weersvoorspellingen.
Natuurlijk, vanaf vrijdagmiddag begint het weekend.  Is er permanentie in deze winterperiode ? of in andere periodes ?  Ik zou het niet weten, maar vermoed van niet.

Gezellig is het wel natuurlijk.  Mensen stappen te voet voorbij.  Je hoort ze praten.  De klank is anders, gedempter.  Alles  vertraagt.  Voor het raam gaan staan en mijmeren, mediteren bijna.
En dan blij zijn dat we niet in één of ander tentenkamp dit weer moeten doorstaan.

15 januari 2013

Tijd

Vanmorgen overdacht ik het feit dat ik (te) veel tijd nodig heb om mijn thuisjobs te doen en voor alles wat ik als "hobby" doe, heb ik tijd te kort.
Ik hoorde vroeger al van gepensioneerden dat ze tijd tekort hadden !  Toen begreep ik dat niet en meer uitleg hierover werd er niet gegeven.
Nu ervaar ik het zelf.
62 zijnde, ben ik nu 2 jaar met pensioen.
Aanvankelijk had ik zeeën van tijd.  Ik deed alles nog met de gestreste snelheid van voordien.  Ik stond vroeg op, t.t.z. tussen 7 en 8 uur en al vroeg in de voormiddag stond alles aan de kant.  Tijd genoeg om mij een paar uurtjes aan mijn pc te zetten.  Na de middag was er nog tijd om te fietsen, winkelen, lezen.... En 's avonds even TV en nog wat op mijn pc aan websites en foto's knutselen. Op tijd naar bed, want dat was ik ook gewend.
Mijn man, was toen al 7 jaar met brugpensioen en had zich helemaal aangepast (?): langer slapen, laat opblijven,  's avonds veel TV kijken ttz veel films en programma's opnemen en later bekijken.  In de namiddag had hij dan ook tijd om op zijn gemakske wat in de tuin te werken of te gaan fietsen.  Zijn motto: niets hoeft nog.
Zijn uren kwamen, behalve in de namiddag, niet overeen met die van mij.
En stilaan, ben ik wat opgeschoven naar later opstaan en later opblijven. Stilaan ben ik ook wat meer TV gaan kijken.  En stilletjes aan liet ik ook de stress los.  Ik neem nu voor alles de tijd.  Het avondeten bijvoorbeeld was vroeger in een half uur klaar; nu heb ik minstens een uur nodig.  Ik neem het nu ook niet meer zo nauw : waarom zou je zo dikwijls de ramen poetsen ?  waarom zou je elke dag stofzuigen? waarom zou je IEDERE week het HELE huis poetsen ?....
Sommige veranderingen zijn natuurlijk goed: geen stress meer! 
Maar ! we zitten samen wat langer aan tafel = meer eten. We zitten samen wat langer voor TV = een Leffe of een flesje wijn drinken mét versnapering.  Minder poetswerk = minder beweging.
Gevolg: er kwamen te veel kilo's bij.
Om dat te verhelpen moest ik terug meer bewegen, maar dan liefst met activiteiten die ik graag doe.  Al een jaar doe ik nu ijverig mee met het kwartiertje "Nederland in beweging" op Ned1 en nu daarna ook nog drie kwartier op de hometrainer als we geen fietstocht gepland hebben. Vanaf nu elke week naar de Tai Chi, elke week of om de 2 weken gaan (square)dansen (dit deden we vroeger ook al). 
Kort samengevat: meer bezigheden en trager bezig zijn; ik kom nu tijd tekort!
Goede voornemens zijn niet mijn ding, maar voor 2013 heb ik er voor één keer toch een paar, haalbare voornemens denk ik, waarvan één te maken heeft met tijd:
1. minder TV kijken!  Naast mijn gewone pc die op mijn bureau staat heb ik ook nog een kleine portable voor op reis.  Die ga ik wat meer in de woonkamer gebruiken, kwestie van aanwezigheid en ik toch tijd hebbben voor mijn webbezigheden.
2. Eén maatje minder.  Daarvoor heb ik me aangesloten bij de WW-online.  Voor mij geen groepsvergaderingen met echte dikkerdjes die dan vinden dat ik toch niet te dik ben.  Dit voornemen is, wat tijd betreft, contraproductief, want zelfs al rekent het online dagboek alle punten voor je uit, het vraagt meer plannen en dus tijd.
Ik voel me een echte gepensioneerde nu.

13 januari 2013

Start

Naast mijn reisblog wil ik af en toe nog eens graag mijn mening spuien of gewoon melden waarmee ik me bezig houd.  Gepensioneerden hebben te veel tijd zeker.  Vandaar de start van dit blog.