10 december 2020

Inspirerende citaten - 5


"Heel dikwijls veranderen revolutionairen, nadat ze hun strijd gewonnen hebben, in conservatieven."

~Onbekend~



 

6 december 2020

Ik denk, dus ik ben

 


Bij dit stukje tekst uit ‘De Mars’ van Freek de Jonge, drongen zich bij mij de woorden van Descartes naar voor: “Cogito ergo sum” (ik denk, dus ik ben). Het simpele feit dat hij denkt, impliceert dat hij bestaat. Het enige wat een mens echt kan weten is dat hij bestaat, want hij denkt, denkt te weten, denkt te voelen, twijfelt in het denken….

Daarbij vraag ik me af of het niet zo is: ik denk, dus ik ben wat ik denk, of wat ik geleerd heb te denken over mezelf?
Ik vraag me ook af: mag ik er zijn zoals ik ben, of zoals ik denk dat ik ben? 
Mag ik er zijn zoals ik ben, ongeacht wat anderen over me denken?

Ons denken bepaalt niet alleen dát we bestaan, maar ook hoe we (mogen) bestaan.

20 november 2020

Mild

Bij het opnieuw ordenen van allerlei teksten die ik ooit geschreven heb, stootte ik op een tekstje van zes jaar geleden. Het verbaasde me enigszins dat ik toen al zo ver stond in het milder zijn voor mezelf. Het verbaasde me omdat ik onlangs toch moest vaststellen dat ik opnieuw heel wat van die mildheid verloren ben. 

Trouw aan mezelf als vragensteller, ga ik op zoek naar het waarom, of het waardoor. 
Er is zelden maar één antwoord op dit soort vragen, maar het voornaamste antwoord nu is, denk ik toch, de afzondering. De afzondering niet zozeer van (bepaalde) mensen maar eerder de afzondering van de wereld, van het leven. Door die afzondering vertoef ik, nog veel meer dan anders, in de digitale wereld, wat op zich niet slecht is want het is een mogelijkheid om toch een zeker contact te houden; een echte ontmoeting is het zelden. Ik val ook meer terug op mezelf; er komen weer herinneringen tot leven en patronen uit het verleden lijken opnieuw sterker op te duiken. 

Een probleem herkennen, is al de helft van de oplossing. De andere helft volgt nog wel, hoewel niet in één keer, maar weer in kleine stapjes. Niet streng maar mild.




14 november 2020

Verdriet

Woorden komen niet altijd gemakkelijk of juist; bij het spreken meestal niet, op papier soms wel, soms ook niet.

Ik wou graag iets schrijven over verdriet, maar het bleek moeilijk. Net zoals verdriet me momenteel belet van ruim en vrij te ademen, lijkt het me te beletten om gevoelens in woorden om te zetten.
Ik probeer dan maar enkele van mijn mantras:
- ‘Alles komt goed’. Ja, daarvan ben ik overtuigd, maar het helpt me niet bij mijn verdriet; het geeft wel hoop.
- ‘Adem’. Hmm…
- ‘Ik ben helemaal oké’. Hmm…
- ‘Not my circus, not my monkeys’. Hmm…
- …

Soms moet je een tijd(je) door je verdriet heen; het beleven, voelen waar het zich manifesteert in je lichaam, je emotionele reactie(s) op de juiste schaal plaatsten.

 


8 oktober 2020

Spagaat

Naast wat het coronavirus aanricht aan een mensenlichaam, veroorzaakt het nog vele andere moeilijkheden, zowel in de maatschappij als op persoonlijk vlak.

In de maatschappij, die al zo gepolariseerd is, waar nuance zo al moeilijk te vinden is, krijg je grote groepen believers en non-believers – ontkenners in dit geval – met daarnaast onwetenden, schouderophalers, en ja ook wel mensen die nuanceren. Op de sociale media zijn het vooral mensen uit de twee eerste groepen die van zich laten horen, waarbij, naar mijn gevoel, de ontkenners het luidste roepen, al of niet in grove taal. 

Bij elke verandering, bij elke aanpassing van de coronamaatregelen, wordt ook luid geroepen dat ze ten eerste te streng zijn en ten tweede niet (meer) te begrijpen of te volgen zijn. Wat mij betreft: ik zeg niet dat alle maatregelen even nuttig of doeltreffend zijn, maar moeilijk te begrijpen of te volgen vind ik ze niet.
Over het algemeen wordt ook gevonden dat deze crisis overroepen is, dat het lang niet zo erg is als ‘de overheid’ ons wil laten geloven. Ondertussen stijgen de ziekenhuisopnames en zie je artsen die op TV komen vertellen dat ze in hun ziekenhuis – meestal stadsziekenhuizen – aan de limiet zitten qua bezetting van de voorziene covid-19 bedden om nog de andere patiënten te kunnen blijven verder helpen; dat ze al covid-19 patiënten doorverwijzen naar andere ziekenhuizen.
Hier tegenover wordt dan door sommigen de griep geplaatst: 'men gaat toch ook niet zo paniekerig om met de jaarlijkse griepepidemie, waarbij eveneens mensen sterven'. 

Het verschil is echter dat er een griepvaccin bestaat. Dat vaccin zit niet altijd juist, want men moet gokken welke stam er elk jaar de ronde zal doen, maar toch, heel dikwijls – niet altijd – kan het vaccin veel ernstige griepgevallen voorkomen.
Voor het coronavirus bestaat nog geen vaccin en, zeker in de eerste golf, vielen besmette mensen op korte tijd bij wijze van spreken gewoon dood neer, ook als ze tot in het ziekenhuis geraakten. Dat is ondertussen gebeterd. Er is nog geen echt medicijn maar er zijn medicijnen die de zieken iets gemakkelijker door hun ziekte kunnen helpen. 
Het feit dat men in ‘normale’ tijden niet zo strikt omgaat met een mogelijke griepinfectie is voor mij geen valabel argument om dat nu ook niet te doen. Ook in die zogenaamd normale tijden vind ik het niet kunnen dat men gaat werken, ergens op bezoek gaat, gaat sporten, zieke kinderen naar school stuurt, enzovoort, wanneer men een ‘griepje’ onder de leden heeft. Ik heb altijd gevonden dat het getuigt van weinig respect voor de medemens.
Iemand vergeleek de situatie zelfs met kanker: “ik ga mijn leven toch niet veranderen omdat ik kanker zou kunnen krijgen.” 
Het is appelen met peren vergelijken.

Een getuigenis van iemand die op een IC werkt:

“Op intensieve zorgen hebben we zowel patiënten met griep gehad als met het coronavirus. Geloof me als ik zeg dat coronavirus 10 keer erger is. Plus het feit dat er nog geen vaccin is. Jij en ik zullen het ervaren als een serieuze griep, maar voor mensen met slecht immuunsysteem of medische voorgeschiedenis is het dodelijk. De respiratoire impact, wat het met de longen doet, hebben we nog nooit gezien bij een griep. Mensen zijn wekenlang beademd.”

Mensen horen ook wat in hun eigen visie past, zoals bij de volgende uitspraak.

Een getuigenis van iemand die op spoed werkt:

“Ik heb de indruk dat het virus muteert en dat de ziekte meer evolueert naar een zeer zware griep. En er is nu al betere respons op de ziekte, zoals o.a. het onmiddellijk toedienen van bloedverdunners. Maar het blijft nog altijd een zware ziekte.”

Eerst en vooral is er het woordje ‘indruk’, dat hier heel belangrijk is, maar genegeerd wordt. Verder hoort de ene persoon: het evolueert naar een griep, terwijl de andere hieruit begrijpt dat het een ‘zeer zware’ griep lijkt en dus erger is dan een griep.
Wie gelijk heeft zal later blijken wanneer de doden geteld en vergeleken worden, hoewel ook daar de ontkenners nu al reserves hebben, want: ‘wie zegt dat de cijfers juist zijn?’.

Ook over de collateral damage – de nevenschade – zijn verschillende opinies. Sommige hameren alleen maar op wat de maatregelen doen met het psychisch welzijn van de mensen, met de financiële toestand van vele ondernemers. Desastreus! Anderen wijzen erop dat indien er geen maatregelen zouden zijn, de schade nog veel groter en het heropleven van de economie nog veel moeilijker zou zijn dan nu, mét de maatregelen.
Veel mensen willen terug naar vroeger, naar vóór corona. Maar als de geschiedenis - in het algemeen – iets leert is het wel dat terugkeren naar een vorige toestand nooit gebeurt. We zullen, als maatschappij, maar ook persoonlijk, een nieuw evenwicht moeten zoeken tussen aan de ene kant onze vrijheid en wat we zelf willen, en aan de andere kant wat goed is voor onze kwetsbare naasten, voor de ganse maatschappij en niet te vergeten voor de staat van het milieu hier op onze aardkloot. Want dit virus staat niet op zichzelf; het is een onderdeel van de wereld waarin wij leven.

En dan is er nog het geklaag, in en buiten de sociale media. Vroeger, ja ik weet het … ik word oud … zeiden mijn ouders, wanneer wij geen zin hadden in iets wat op tafel stond: “denk aan al die kindjes die geen eten hebben”. Deze houding zou ons nog steeds kunnen helpen … eens denken aan en dankbaar zijn voor wat we wél nog allemaal hebben en kunnen, en eens denken aan al die mensen die veel minder hebben en kunnen. Eens stilstaan bij het leed van alle mensen die dierbaren hebben verloren, soms in onmenselijke omstandigheden en dankbaar zijn dat we zelf voorlopig nog geen naasten hebben verloren aan deze ziekte.

En zo kom ik bij het persoonlijke vlak.
Ik heb weet van minstens één vriendengroep die uiteen is gevallen door het wel of niet volgen van de maatregelen. Enkele mensen die tot een risicogroep behoren wilden dat de anderen in de groep daar rekening mee hielden en de regels zouden volgen. Die anderen lachten de risicogroep uit en veegden hun voeten aan de regels. Gevolg: echte ruzie en vrienden die nu geen vrienden meer zijn.
Ouders die tot een risicogroep behoren durven hun kinderen niet meer thuis uit te nodigen omdat ze vrezen dat deze misschien risicogedrag vertonen want hun kinderen vinden de coronacrisis overroepen en de maatregelen vrijheidsbeperkend.

In beide gevallen zie je dat de prioriteit gelegd wordt bij de eigen zogenaamde vrijheid en niet bij het welzijn van kwetsbare vrienden of geliefden; en zeker niet bij het welzijn van de gemeenschap, de maatschappij.
Het weegt zwaar wanneer iemand merkt waar (uiteindelijk) de prioriteiten van vrienden of familie liggen.

Ik ben zelf ook jong geweest en ik begrijp dat tijd relatief is.
Hoe jonger je bent, of misschien zelfs hoe jonger jij je voelt, hoe verder weg ‘volgende maand’ of ‘volgend jaar’ lijkt.
Koppel dat aan een wereld waar alles instant is, waar alles direct kan, of in ieder geval kon verkregen worden, dan krijgen de mensen een moeilijke les voorgeschoteld. Die les heet “geduld”. Het is een les die al heel lang uit de mode is. Net zoals het woord ‘deugd’ ook uit de mode is; want “geduld is een schone deugd” leerden we vroeger.

Naast de hele coronasituatie op zich, maakt de spagaat waarin een aantal mensen, waaronder ikzelf, zich bevinden, het leven op het ogenblik zwaar en uitdagend, maar ook leerzaam en als laatste: oog-openend. Ook al wil je dat, waar je blik nu op valt, soms liever niet zien.








23 september 2020

Taalverharding

“De taal weerspiegelt de ziel” ~ Seneca

“Let op het taalgebruik. Want de taal is de voorloper van het handelen.” ~ Angela Merkel



Een tijdje geleden vroeg iemand of ik ook zag of de wereld zoveel harder geworden is.
Er is inderdaad een verharding te merken. Kijk maar naar hoe sommige mensen anderen, die niet dezelfde mening delen, in uitlatingen maar ook fysiek bedreigen. Wetenschappers, zorgverleners, brandweermensen, journalisten, buschauffeurs, advocaten, enz... ja en ook politiekers, moeten (politie)bescherming krijgen wegens doodsbedreigingen aan hun adres. Hier in België!!
Het blijkt in deze tijden moeilijk overeen te komen om gewoon van mening te verschillen.(agree to disagree).

In mijn gewone dagelijkse leven zie ik niet direct een verharding, schijnbaar blijft dat door de tijd zowat hetzelfde. Maar op de sociale media ligt de zaak heel anders. Daar zie ik wel een grote verharding en die verharding lijkt mij exponentieel te evolueren. De bovengenoemde bedreigingen komen meestal ook uit die hoek vermoed ik. Ik vraag me dan wel eens af of er mensen zijn (die ik in persoon ken) die in het gewone leven – oog in oog met anderen – gewone taal gebruiken, maar op de sociale media hun duivel vrijlaten.

Ik ben iemand van de fijngevoelige kant. Ik houd o.a. van mooie en respectvolle taal; met zulke taal is het evengoed mogelijk om met anderen van mening te verschillen of desnoods zelfs iemand naar de hel te wensen; hoewel ik dat laatste niet zou doen.
Niet alleen i.v.m. taal maar ook om allerlei redenen, gebeurt het wel eens dat ik het ‘verwijt’ (!?) krijg dat ik ‘heiliger wil zijn dan de paus’. Toch is dat zeker niet mijn intentie. Wat ik zou willen is een mooie(re) wereld, daarbij de slogan hanterend: verbeter de wereld, begin bij jezelf, en bij uitbreiding je eigen omgeving.
Krachttermen, verwensingen, scheldwoorden, scheldpartijen horen dus niet thuis in mijn omgeving. Men kan mij dan vertellen dat zulke taal in de ‘echte’ wereld wel degelijk schering en inslag is, of dat iedere vogel zingt zoals hij gebekt is. Dat kan best zijn; maar dan keer ik die echte wereld toch de rug toe; dan hoef ik zulke vogels niet in mijn tuin.

Ondertussen ben ik oud genoeg om me niet meer te omringen met dingen, waaronder taal, en mensen die niet bij mij horen. Als ik daardoor vrienden (?) verlies… het zij zo…






4 september 2020

Ademtekort

“If you don’t get it off your chest, you’ll never be able to breathe.”

Zo voel ik het ook tegenwoordig. Adem tekort. Soms toch. Maar wat me van het hart moet (Nederlandse uitdrukking van ‘to get it off your chest’) ligt niet in de privésfeer. Het ligt op politiek vlak.

Laat me kort duidelijk stellen hoe ik het zie:
ALLE, maar dan ook ALLE politieke partijen hebben boter op het hoofd.
Meer dan 15 maanden na de verkiezingen is er nog steeds geen regering. Er worden langs alle kanten politieke spelletjes gespeeld, terwijl politiek iets heel ernstig zou moeten zijn.

Wat mij in deze de adem beneemt is dat ik verdorie niet weet wiens bolletje ik bij de volgende verkiezingen – en dat is pas in 2024 – zal kleuren. Voorheen kon ik mezelf nog toestaan te kiezen voor de, in mijn ogen, minst slechte partij, maar nu … Er is geen enkele partij die mij nog kan verleiden om voor haar te stemmen. Geen enkele! Maar wanneer ik blanco zou stemmen, zou ik het gevoel hebben dat ik me zou neerleggen bij de keuze van de meerderheid en dat wil ik - gezien de verharding in de maatschappij - ook niet.

Dat is dus wat mij de adem beneemt. De onmacht, als burger, tegenover zoveel arrogantie van mensen – hoofdzakelijk mannen - die machtspelletjes spelen terwijl ze zich zouden moeten bezighouden met het vertegenwoordigen van ons, die hen naar het parlement stuurden en met de grote problemen van deze tijd:
- de klimaatcrisis,
- de gezondheidscrisis (covid-19) met alles wat daardoor en daaruit naar voren is gekomen (bv hoe we met ouderen omgaan, met het onderwijs, enz.),
- de vergrotende armoede,
- de verharding en ontmenselijking van de maatschappij,
- de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk, tussen hoog opgeleid en vervroegd afgehaakt,
- de polarisatie van de maatschappij waar ze zelf zo gretig aan meewerken,
- de migratie,
- de integratie,
-  enzovoort, enzovoort…
De bij te sturen mistoestanden zijn talloos.

Ondertussen dobbert het Belgische bootje op een vervuilde oceaan met steeds hogere golven (letterlijk en figuurlijk) zonder kapitein. En het ziet er niet naar uit dat - zelfs al komt er een nieuwe regering - er een ervaren, betrouwbare, rechtschapen, integere kapitein aan boord zal komen.

Ik hap weer naar adem…





11 juli 2020

Eigen verantwoordelijkheid?

Onderstaande stelling (zie foto onderaan), werd gedeeld op FB door een Belgische kennis.  Die moest ik toch eerst wat langer laten bezinken.  Na er een nachtje over geslapen te hebben, kon ik niet anders dan er ook iets over schrijven. 

Het gestelde is naar mijn gevoel kort door de bocht.  Zoals zo dikwijls dezer dagen gaat het over de mondkapjes... wel of niet dragen.  Er wordt gesteld dat mensen die de mondkapjes nodig vinden, de verantwoordelijkheid voor hun gezondheid bij anderen leggen en zelf egoïstisch bezig zijn.

Mensen zijn inderdaad voor een (groot) deel zelf verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid. Wat men eet en drinkt, hoe men leeft, enz., het heeft er allemaal een invloed op.
Toch hebben mensen niet alles zelf in de hand. Sommige (f)actoren liggen buiten hun persoonlijke verantwoordelijkheid en/of zijn gemeenschappelijk. Om een recent voorbeeld te nemen: kijk maar naar het lood in het bloed van de kinderen (en mensen) van Hoboken.
Iedereen persoonlijk verantwoordelijk stellen voor (alles) wat hen overkomt zit in de kern van het neoliberale gedachtengoed en ontmenselijkt. Als je dat doortrekt kunnen we misschien ook de zorgverleners naar huis sturen want die zieke mensen hebben het toch maar zelf gezocht… en ja, dit is overdreven doorgeredeneerd (om een punt te maken). Maar we komen wel gevaarlijk dicht bij Amerikaanse toestanden als we alleen maar persoonlijke verantwoordelijkheid willen zien en de gemeenschappelijke ontkennen.

Er komen ook heel wat vragen op bij het lezen van onderstaande post.
Hoe zit het met ouderen die een groter risico lopen, o.a. omdat hun immuunsysteem al wat minder goed werkt? Moeten die dan maar doodgaan omdat sommigen het vertikken om een mondkapje te dragen omdat ze zogezegd geen verantwoordelijkheid voor anderen willen dragen?
Wat met mensen met een aandoening of ziekte waardoor ze tot de 10% van de bevolking behoren die een risicogroep vormen? Hebben zij dat allemaal aan zichzelf te danken?
Waar zit hier in de redenering van deze post de mildheid, het mededogen, de medemenselijkheid?
Vragen we ons ook af hoe het komt dat sommige (vele) mensen niet goed voor zichzelf zorgen? misschien/waarschijnlijk niet eens beseffen dat zij dat niet doen? Daar kunnen allerlei redenen en oorzaken aan ten grondslag liggen.
….?

We zijn (ten dele) niet verantwoordelijk voor de anderen, maar we maken deel uit van de groep levende wezens in het algemeen, en de mensheid in het bijzonder en er is altijd een groepsverantwoordelijkheid. Deze ligt ingebed in onze medemenselijkheid, in ons hart.
Laat ons eerder mensen trachten bewust te maken en hen aanleren dat ze zelf iets kunnen doen aan het verbeteren van hun gezondheid en in deze van hun immuunsysteem, maar laat ons niet ze aan hun lot overlaten en met de vinger wijzen op een kritiek moment.






19 april 2020

Taalpurisme

Wat doe je als je in een facebookgroep, waar je voor het overige prettige, nuttige, hartverwarmende, interessante posten vindt, flagrante taalfouten tegenkomt?
Ik vind het een moeilijke. Ik lees zo’n post en er draait iets ondersteboven in mijn lijf. Zo’n taalfout bezorgt me een soort pijn.
Ik bedenk dat de basisgrammatica van onze taal toch al in de lager school aangeleerd wordt. Hoe komt het toch dat mensen daar zo hun voeten aan vegen? Hoe komt het toch dat er niet zoveel van bleef hangen? Bovendien is taal, ook onze taal, iets heel mooi. En belangrijk. Door het juiste taalgebruik, de juiste woorden, kunnen we elkaar (beter) begrijpen. Toch?

Ik zeg, of schrijf, echter niets.

Eerst en vooral wil ik mezelf beschermen; ik werd vroeger regelmatig verweten een taalnazi te zijn, wat ik helemaal niet fijn vond en vind. Om mijn verbeterende reactie te verklaren kon ik me ook niet verschuilen achter een leraarschap Nederlands. Taalleraren mogen mensen op hun taalfouten wijzen. Maar waar haal ik de bevoegdheid om dit ook te mogen doen?

De tweede reden is dat we elkaar wél kunnen begrijpen, ook mét de taalfouten. Niet iedereen is even welbespraakt of onderlegd in taal. Zolang er maar goede bedoelingen achter schuilen. Ik moedig mezelf dan aan om mededogen te beoefenen en de taalfout voorbij te laten gaan.

Wanneer ik plots een reactie lees van iemand die wél durft een correctie te plaatsen, ben ik opgelucht en blij, niet in het minste omdat er getoond wordt dat ik niet de enige taalpurist ben.




8 april 2020

Mogelijkheden

Iets wat nog niet benoemd is, wat (nog) geen naam heeft gekregen, wat (nog) niet door een woord gedefinieerd wordt, draagt nog alle mogelijkheden in zich.
Pas wanneer het benoemd wordt, wanneer er een woord op geplakt wordt, houden de mogelijkheden op en vernauwt het benoemde zich tot de definitie van dat woord.

Ik heb me al vaak de vraag gesteld: wie ben ik nu eigenlijk? Misschien moet ik die vraag niet (meer) stellen. Elk antwoord zal altijd een woord zijn, een woord dat definieert, een woord dat een grens trekt tussen wat ik dan ben en wat niet, een woord dat beperkt, een woord dat aan mijn mogelijkheden een einde stelt.


20 maart 2020

Help

Dit is - of was - een ongepubliceerd tekstje dat ik schreef in december 2019. Ik diepte het op en publiceer het hier toch omdat het in deze corona-tijden voor sommige mensen misschien wel een hulp kan zijn.

"Love is a classroom where 2 people support each other to become the best version of themselves, a classroom where we teach and learn. A good lover is a good educator but also a good pupil."
 ~Alain de Botton~

Bij de hulpvraag die ik kreeg, was mijn eigen reactie ook “help!”. 
Niet dat de hulpvraag als dusdanig gesteld werd. Ze kwam naar me toe als een andere vraag, die er nu verder niet toe doet. Zulk een hulpvraag betekent niet: wil je het (helpen) oplossen voor mij?  De meeste hulpvragen betekenen eerder: wil je luisteren naar mijn pijn? En ook wel: hou van mij! 

Omdat mijn eigen, inwendige reactie ook een hulpvraag inhield, redeneerde ik dat ik in de eerste plaats ook naar mezelf moest luisteren. Ik hoorde dat ik naar liefde vroeg; liefde om de ontreddering die ik voelde te kunnen aanvaarden en om er te kunnen zijn voor de ander – de persoon van de hulpvraag ligt mij namelijk nauw aan het hart. 

Liefde kent vele vormen, maar ze is altijd positief. In dit geval nam ze de vorm aan van mededogen en empathie. Ik vroeg aan mezelf wat ik nodig had, zodat ik dat vreselijke gevoel van ontreddering kon loslaten. 
“Wat jij nu nodig hebt Susanna is een goede meditatie; eentje die je helpt om te gaan met deze moeilijke gevoelens”, sprak ik tot mezelf. “Daarna ga je erover schrijven” zei ik mild tot mezelf. 
Ik vond een goede meditatie met de titel ‘accepting this moment’. De tranen rolden. Daarna zette ik een - op dat moment – helend meditatiemuziekje op. Het hielp allemaal een beetje.
Toen schoten mij de eerste teksten van de boeddhistisch leer te binnen: 

Er is lijden. Het lijden heeft een oorzaak. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden door het achtvoudige pad te volgen. (heel simpel en met eigen woorden uitgedrukt)

Voor mij is het een hulp, te weten dat er (ook bij anderen) lijden is, dat ik niet de eerste of enige ben, dat ik niet alleen ben en dat wij, mensen, dan meestal ook nog zelf de oorzaak van dat lijden zijn door de manier waarop we er mee omgaan. Heel dikwijls vergroten we het lijden door ons ertegen te verzetten. Dat laatste maakt dat we er ook iets kunnen aan doen, dat we ons lijden kunnen verzachten of soms zelfs laten ophouden. Als we kunnen aanvaarden wat er op dit moment is, wordt het lijden minder. 
Zo kwam ik weer bij wat ik op dat moment nodig had: mezelf de nodige liefde geven. Die liefde is niet te vinden in de koelkast, een plaats waar veel mensen, ikzelf incluis, er wel eens naar op zoek gaan. Die liefde zit wel in mezelf en komt tevoorschijn in gevoelens van mildheid, mededogen, empathie. 

Ik voel me nog steeds ontredderd, maar door mijn gevoel te aanvaarden zoals het nu is, door de situatie te aanvaarden zoals ze nu is, zal ik er straks beter kunnen zijn voor de ander.


16 maart 2020

Moeder Natuur

Moeder Natuur zet haar kinderen even op hun plaats zodat ze zelf opnieuw een beetje kan ademen.  Ze laat ons voelen wat ademnood betekent.  Dat doet ze door de ziekte zelf én door de adem afsnijdende angst hiervoor.

Een groot deel van het luchtverkeer ligt stil.  Door het thuiswerk is ook het autoverkeer sterk verminderd.  Ongetwijfeld heeft dit een positief effect op de luchtvervuiling, op het milieu en voor moeder Aarde.
Hopelijk - maar ik vrees ervoor - kan er een positief vervolg komen op deze situatie door bijvoorbeeld blijvend meer thuiswerk te organiseren.

Ondertussen ... zorg goed voor jezelf én voor de anderen door te doen wat nodig is, of juist niet te doen wat onverantwoord is.
Take care.


10 maart 2020

Contradictie

Het thema van de boekenweek 2020 is ‘rebellen en dwarsdenkers’.
Nog voor de week begon was er al een rel rond het boekje van Öz (Özcan Akyol), die het boekenweekessay mocht schrijven en volledig tegen de stroom in afgaf op het literaire wereldje. Eén boekhandel wilde zelfs het essay uit de rekken laten halen - wat niet gelukt is.

Is Öz nu een dwarsdenker of rebel of beide omdat hij een essay schreef dat binnen de opdracht viel, of is hij nu juist géén rebel of dwarsdenker omdat hij zich aan zijn opdracht gehouden heeft?
Van een contradictie gesproken.



20 februari 2020

Stilstand

Het is de laatste tijd stilletjes op mijn stilte-pagina en -site. Ook de stilte-avonden zijn wat stilgevallen. Telkens komt het ‘stil’-woord tevoorschijn.

Eerst vond ik het niet zo fijn dat er geen mensen meer afkwamen op de stilte-avonden. De heel menselijke vragen: ‘wat deed ik fout?’ en ‘wat deed ik niet (goed)?’ kwamen bovendrijven. Maar dat zijn nutteloze vragen. Een betere vraag zou zijn: ‘wat doe ik nu?’ Het antwoord dat ik daarop vond was: ‘ik laat het even zijn.’ Stilstaan is niet altijd achteruitgaan zoals sommige uitspraken, vooral in de economische sector, suggereren. Stilstand kan ook een noodzakelijke periode van rust zijn, van reflectie.
Misschien kan er beter gedacht worden: ‘zonder stilstand geen vooruitgang.’

Ik wacht dus even af en zal wel voelen wanneer het tijd is om weer mijn schouders onder de stilte-avonden te zetten. Hoewel ik ondertussen wel degelijk tijd wil maken wanneer er mensen graag op een stilte-avond willen aanwezig zijn. Ze blijven welkom op maandagavond vanaf 19:15.


 ‘Het wonder van de bomen is dat ze groeien in stilstand, hun buitengewoon evenwicht tussen dynamiek en onbeweeglijkheid.’
 ~Paul de Wispelaere~


30 januari 2020

Gedichtendag 2020

Tja, het lijkt alsof ik me er vlug vanaf wou maken, maar dat is het toch niet.  Ik kon geen betere of andere manier vinden om te uit te drukken wat ik wou zeggen, wat leeft in mij op dit ogenblik.



17 januari 2020

Retorische en andere vragen

Bij het onderdeeltje over niet-criminiele psychopatie in de reeks Misdaaddokters (dik halfweg in aflevering 5 - nu nog te bekijken op VRT NU), verklaarde forensisch psychiater Rudy Verelst:
“Er is een zekere niet-empathie nodig om vooruit te geraken.”

Dit wierp bij mij onmiddellijk een hoop vragen op:
Vooruit geraken waar? In de maatschappij zoals die nu is? Hoever vooruit? Vooruit geraken in of met een bedrijf ten kosten van werknemers? Financieel?
Waarom zou men mét meer empathie niet ook vooruit kunnen geraken?
Kan je het benoemen als ‘vooruit geraken’ wanneer men daarvoor bij wijze van spreken over lijken gaat?
Hoe hoog is het psychopatiegehalte bij (sommige) psychiaters?

Dat mensen die het tot grote rijkdom of hoog in de financiële of maatschappelijke hiërarchie hebben geschopt, (meestal) niet de meest empathische mensen zullen zijn, daarmee ga ik akkoord. Zulke maatschappelijke posities benoemen als ‘vooruit geraken’ zegt veel over de normen en waarden van de betreffende persoon. 
Is een leven niet (veel) meer dan hoe groot de som is die op je bankrekeningen staat?