13 december 2018

De Bollen

Bij het zien van de hyperrealistische schilderijen van Philip Barlow, waarbij hij toont hoe mensen die bijziend zijn, de wereld waarnemen, kwam de herinnering aan 'de bollen' weer bovendrijven.

Toen mijn jongste zoon nog heel klein was, tussen zijn twee en drie jaar, sprak hij over 'de bollen' als dingen waar hij doodsbang voor was.
Wij waren verhuisd van een huurhuis met een kleine tuin naar een eigen huis met een veel grotere. Omdat we nu veel ruimte hadden en de kinderen wilden plezieren, plaatsten we nieuwe speeltoestellen, halverwege de tuin, midden op het grasveld. Toch wou onze benjamin opeens niet meer alleen de tuin in.  Als we vroegen naar het waarom, zei hij telkens weer dat hij bang was van 'de bollen'.  Niets, maar dan ook niets kon hem bewegen om alleen de tuin in te gaan, terwijl hij dat bij onze vorige woonplaats wel had gedaan. De kleine tuin die we toen hadden, bestond uit een klein grasveldje en verder stond het er vol met bomen,  struiken en bloemen.  We begrepen er niets van.
De bollen manifesteerden zich niet alleen in de tuin. Mijn zoon begon ook bang te worden in de slaapkamer. Regelmatig kwam hij naar beneden en stond te wenen omdat hij ook in de slaapkamer bollen zag. Ik probeerde hem uit te leggen dat de bollen niet echt bestonden, dat ze hem al zeker niets zouden doen, dat hij er niet bang voor moest zijn. Na een aantal paniekerige momenten van zijn kant, bleef ik vanaf dan elke avond bij hem zitten, naast zijn bed, tot hij de slaap vatte.  Dit zeer tegen de zin van mijn wederhelft, die het bollengedoe maar flauwe kul vond en een manier om mij langer bij het slaapritueel te betrekken.  Maar ik had de angst in de ogen van mijn zoon gezien; ik wist ook uit eigen ondervinding wat het met een kind doet als zijn angsten niet ernstig genomen worden; dus ik hield vol en hoopte dat zijn bollenfobie, door die serieus te nemen, zou overgaan.
Ik probeerde op alle mogelijke manieren te weten te komen hoe het nu juist zat met die bollen, hoe ze er juist uitzagen, of ze kleuren hadden, of ze bewogen, .... Ik begon te vrezen voor een psychisch probleem.

Het duurde tot hij in de kleuterklas, op zijn drie jaar, na het medisch schoolonderzoek een nota meekreeg met de aanbeveling om naar een oogarts te gaan. Daar bleek dat hij -3 dioptrie had.
Hij kreeg een bril, de bollen  verdwenen en ik hoefde niet meer iedere avond naast zijn bed te zitten wachten tot hij sliep.
Hoewel mijn man en ik ook in mindere en meerdere mate bijziend zijn, had ik er nooit bij stilgestaan dat zo'n jong kind al zo erg bijziend zou zijn; het is natuurlijk ook niet van buitenaf te merken.  Zo'n peuter kan ook nog niet goed uitdrukken wat hij ziet - of niet ziet.  Ik kreeg pas een bril op mijn tiende en mijn man ergens in het middelbaar onderwijs.  Ik stond er niet meer bij stil hoe ik de wereld zag zonder bril, omdat ik tenslotte van bij het opstaan tot bij het slapengaan een bril of lenzen op/in had.  Nochtans ben ik een vastbijter.  Ik geef niet vlug op en blijf zoeken tot ik antwoorden vind.  Maar blijkbaar was ik bij de bollen een belangrijk gegeven vergeten, namelijk het gegeven van de ogen en was ik dus niet alleen bijziend maar ook een beetje kortzichtig geweest.