9 september 2014

Vijftig tinten grijs

Neen, niet dát boek!
Op het ogenblik waag ik mij aan ‘de woorden en de dingen’ van Foucault. De voorpagina van het boek is een grijze foto van een steen in het zand, tenminste, dat is wat ik er van maak. De steen lijkt een soort weg afgelegd te hebben in dat zand, misschien is hij van een zandduin (bestaan er andere duinen?) naar beneden gegleden en tot stilstand gekomen. De steen en de duin worden belicht van links, wat maakt dat het zand of wat daarvoor doorgaat, een reliëf vertoont. Je ziet de structuur van het zandoppervlak, dat zo stevig lijkt dat het ook een steen zou kunnen zijn. Hier en daar is een klein, rond, ondiep kuiltje te bespeuren. De steen zelf springt naar voren op/in de foto, bijna als een edelsteen aan een hangertje; hij is veel groffer dan het zand, heeft een soort driehoekige bolvorm, die het eindpunt vormt van de nog zichtbare weg die de steen heeft afgelegd en hij werpt een duidelijke schaduw naar rechts.

Telkens ik het boek vast neem en de foto zie, denk ik: '50 tinten grijs'. Eveneens denk ik aan de coach waarbij ik de cursus 'omgaan met hooggevoeligheid’ volgde. Zij gebruikte het voorbeeld van de salontafel die in haar praktijkruimte staat: 'beschrijf deze tafel eens'. De meeste mensen zullen antwoorden: het is een vierkant wit tafeltje. HSP’s zullen bijvoorbeeld iets antwoorden zoals ik deed: “het is een vierkant Ikea-tafeltje in gebroken wit, naar de ecru kant neigend en het gaat al een tijdje mee want hier en daar is de lak een beetje weg, bovendien staan de pootjes niet helemaal recht ten opzichte van het blad. Moet ik ook beschrijven wat er allemaal op ligt en staat?” Het ging erom uit te leggen hoe gedetailleerd HSP’s hun omgeving (kunnen) zien en verwerken. Niet-HSP’s kunnen deze details ook zien, maar filteren die (onnodige) gegevens eruit. Zij zien dus in de eerste plaats een vierkante witte tafel. Pas wanneer gevraagd wordt om op de details te letten, zullen zij die ook ‘noteren’.

50 tinten grijs dus en het is een goed voorbeeld van hoe ik de wereld waarneem, niet enkel in het grijs natuurlijk, maar wel heel gedetailleerd. Niet alleen de kleuren neem ik waar in onnoemelijke vele tinten; bijna alles heeft een heel fijne gradatie of schakering, alles is getint als het ware. Zacht is bijvoorbeeld niet zomaar zacht, maar heel wollig of een beetje pluizig, fijn donzig of glad fluwelig, enzovoort, en ook dat kan nog in gradaties. Dat geldt voor bijna alles: voor licht, geluid, geuren, smaken, voelen (met je lichaam of met je geest). De lichtste aanraking wordt gevoeld, de fijnste geur wordt geroken, … en alles wordt niet alleen waargenomen maar ook 'verwerkt'.   Het is alsof je elk van die waarnemingen met je handen vast neemt, om en om draait, ruikt, proeft, bekijkt en dan beslist waar ergens in je geestesdatabase je de waarneming zal plaatsen.

Ook emoties komen voorbij in vele schakeringen en soms heel fel. Verdriet is niet zomaar verdriet en blijdschap niet zomaar blijdschap; rust, onrust, ontroering, trots, verliefdheid, boosheid, eenzaamheid, teleurstelling, overweldiging, enzovoort, ze passeren in vele en dikwijls felle schakeringen. Ze genereren ook bijna allemaal een onmiddellijke en ook soms hevige fysieke reactie, als daar o.a. zijn: naar toilet lopen, buikpijn, motten (nachtvlinders) in de buik, hartkloppingen, zweethanden, missellijkheid, maagpijn, ademtekort, hyperventilatie, ijl in het hoofd, rillingen, kippevel, … en natuurlijk de vlinders in de buik.

Omdat ik alles in zoveel schakeringen waarneem, is het ook nodig om de juiste woorden te gebruiken, om met nuances te spreken. In de verschillende woorden vind ik de diverse schakeringen terug die corresponderen met wat en hoe ik waarneem. Eén van de moeilijkheden daarbij is dat anderen niet met diezelfde nuance spreken. Het is een beetje met de natte vinger trachten (aan) te voelen wat er juist bedoeld wordt; of vragen hoe de woorden juist bedoeld worden; wat niet vanzelfsprekend is, want de andere begrijpt je twijfel over de (juiste) bedoelingen van de woorden niet. Het is dan ook soms heerlijk te spreken met andere HSP's die deze schakeringen begrijpen en aanvoelen en die al aan een half woord voldoende hebben om te weten welke richting je uit wil met je woorden, die ook niet verbaasd opkijken als je om (nog) meer nuance vraagt.
En over taal gesproken, er is ook nog de non-verbale communicatie of de lichaamstaal, waar zoveel te lezen en te zien valt.

Door al die details, schakeringen en nuances in de waarnemingen en het verwerken ervan, geraakt een mens soms moe en uitgeput. Dan zoek ik de rust op, bijvoorbeeld door op te gaan in het lezen van een boek ergens alleen, in een rustig en stil hoekje, of op een bank aan een vijver, of….

Dit alles flitst door mijn hoofd, telkens ik het boek ter hand neem; de 50 tinten grijs die ik op de omslagfoto zie, leggen -een heel klein beetje- uit hoe ik, als HSPersoon, de wereld ervaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten