Wat een boek om tijdens de vakantie te lezen, bedacht ik bij de eerste hoofdstukken.
Ondertussen ben ik aan de laatste bladzijden van 'Tegen de zon in kijken' van Irvin Yalom bezig.
'Doodsangst en hoe die te overwinnen' is de ondertitel. Ik schafte mij het boek aan, omdat de twee andere boeken die ik van dezelfde schrijver las, 'De Schopenhauer-kuur' en 'Eendagsvlinders', me goed bevallen waren en ook omdat op de achterflap stond:
'.... Yalom laat zien hoe een droom, een verlies, een traumatische ervaring, de dood of ziekte
van een dierbare, of gewoon naderende ouderdom keerpunten kunnen zijn op weg naar een
zinvoller leven....'
Bovendien, een psychiater die existentiële psychotherapie beoefent en er over schrijft, die uitspraken van filosofen gebruikt om zijn patiënten te helpen, die weg wil van de klinische benadering van patiënten, het spreekt me genoeg aan om meer van hem te lezen.
Bij de eerste hoofdstukken van Tegen de zon in kijken had ik het gevoel iets te lezen waar ik helemaal niet mee bezig was of wilde zijn. Ik kan echter moeilijk een boek halfweg opzij leggen, tenzij ik het heel slecht vind, of tenzij ik me voorneem om het later verder te lezen. Ik bleef dus lezen. Hoe verder ik in het boek kwam, hoe minder ongemakkelijk ik me voelde en hoe meer ik me echt begon te interesseren aan het gegeven. Ik besefte dat de dood en doodsangst, naast de zin van het bestaan (daar ben ik wel uit), vrijheid (zit in je) en eenzaamheid gepaard gaande met bindingsproblemen, toch wel veel met existentiële vraagstelling te maken heeft. Ik vermoedde ook dat dit wel eens mijn grootste existentieel probleem zou kunnen zijn.
Wat me tot dit vermoeden of besef bracht was de aanhaling van Nietzsche's Zarathustra die aan de mensen de uitdaging voorlegt: denk je eens in dat je één en hetzelfde leven tot in de eeuwigheid steeds opnieuw zou moeten leven.
Als ik dat nu niet zo'n leuke gedachte vind, is daar een voor de hand liggende reden voor, namelijk dat ik vind dat ik niet op een goed of een ten volle geleefd leven kan terugkijken en moet ik mezelf de vraag stellen wat ik kan doen of veranderen, zodat ik de volgende jaren niet meer terug hoef te kijken op een stuk leven, dat ik niet opnieuw zou willen leven.
Tot nu toe had ik altijd terug gekeken op mijn leven met de toch wel wijze gedachte dat 'ik deed wat ik deed met de kennis en de mogelijkheden die tot mijn beschikking waren op dat moment' en dat ik waarschijnlijk hetzelfde opnieuw zou doen in dezelfde omstandigheden. Ik had geen spijt. Maar het vooruitzicht dat leven telkens opnieuw, helemaal hetzelfde te leven, dat is iets heel anders. Te weten alle angsten, twijfels, onzekerheden, verdriet, fouten, misstappen, enzovoort, telkens opnieuw te moeten meemaken, het is niet iets waar ik zou naar uitkijken. Natuurlijk zou ik graag de geboorte van mijn kinderen en hun opgroeien opnieuw beleven, om maar één positief voorbeeld te noemen. Maar over een heel leven gezien wegen de positieve dingen in mijn leven niet op tegen die andere (tot nu toe). Of zou dit een momentopname zijn?
Yalom meent dus dat één van de vele redenen die tot doodsangst leiden is: het besef je leven niet voluit geleefd te hebben zoals je het zou willen geleefd hebben. Het doet me denken aan een vriend die zo dikwijls gezegd heeft dat hij 'nog veel te goed had' en in die periode waarschijnlijk al wist dat hem niet veel tijd meer gegund was. Hij probeerde krampachtig en op zijn manier, nog zoveel mogelijk uit zijn leven te halen en ervan te genieten. Het doet me ook denken aan een uitspraak van dr. Wayne Dyer: 'Don't die with the music still inside you'. Werk aan de winkel dus.
Het boek doet me ook opnieuw de angsten bekijken, die ik in de loop der jaren trachtte te overwinnen. Ik had ze altijd zuiver als 'angst voor iets bepaalds' bekeken. Er zijn natuurlijk specifieke fobieën en sociale angsten die niets met de dood te maken hebben. Maar zijn niet vele angsten ook eigenlijk angst voor de dood? Als je bijvoorbeeld hoogtevrees hebt, dan ben je bang om te vallen. Wat gebeurd er als je valt? Je kan je pijn doen, iets breken of in het ergste geval het leven laten. Wanneer je watervrees hebt, ben je bang om te verdrinken, met andere woorden om dood te gaan. Iemand die bang is in het donker, wat vreest die eigenlijk? Monsters? Geesten? Overvallers? Verkrachters? Zeker de laatste twee kunnen leiden tot een abrupt einde van je leven, dus is daar weer de doodsangst. Iemand die bang is voor operaties en/of de narcose, is bang niet meer wakker te worden. Enzovoort.
Zeker niet alle, maar vele angsten zijn terug te brengen tot doodsangst.
Nu heeft deze angst ook iets positiefs: ze zorgt er voor dat we gevaar zien, herkennen en er naar handelen ten einde onszelf, en degenen waar wij verantwoordelijk voor zijn, in leven te houden. Het wordt negatief als deze angst(en) je leven gaat bepalen of er zwaar gaat op wegen.
Ondanks het zware gegeven, is Tegen de zon in kijken heel positief. Yalom reikt mensen, en ook therapeuten, positieve ideeën en mogelijkheden aan om met de angst voor de dood om te gaan.
Dit boek lezen is zeker één van de positieve dingen in mijn leven welk ik graag zou willen overdoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten