19 november 2018

Voelen

Meer dan vijf jaar geleden begon mijn jongste zoektocht. Mettertijd is deze zoektocht veranderd in een tocht; het zoeken is weggevallen.

Eén van de dingen die ik aan het begin van die tocht al vlug meekreeg was dat ik opnieuw moest leren voelen. Dat klinkt raar uit de mond van een hoogsensitief iemand, want die voelt alles toch zo intens… Maar veel hsp’s (niet allemaal) zijn erg naar buiten gericht, naar alles wat van buiten binnenkomt, en we vergeten te voelen wat in onszelf aanwezig is of ontstaat door de interactie met de buitenwereld. Niet dat die binnenwereld niet gevoeld wordt; hij wordt eerder genegeerd of afgesloten.
Dat negeren ontstaat o.a. doordat dit (soms) de enige manier is die we kennen om met de wereld van mensen en dingen (die ons overweldigen) te kunnen omgaan, om ons te conformeren aan ‘de anderen’ en om ons op één of andere manier proberen veilig te stellen. Het negeren kan ook ontstaan doordat we ‘aangeleerd’ kregen om alles te doen met ons hoofd. En wat moet ons hoofd met al die gevoelens die zich aandienen? Velen leerden dus om daar zo weinig mogelijk aandacht aan te schenken.
Door het negeren van ons voelen, zetten we onze creativiteit, leergierigheid, intuïtie, spiritualiteit, e.a. op een laag pitje. Ook grenzen worden niet meer aangevoeld, laat staan aangegeven.
Uit dat negeren van onze gevoelens ontstaan logischerwijze ook problemen als angstsymptomen en/of angststoornissen, bindingskwesties, enz.
Sommigen – de gelukkigen – leren uit zichzelf om goed, of beter, om te gaan met het voelen. Aan anderen moet eerst verteld worden dat het ook anders kan, wat niet zelden gebeurt na één of andere depressie of een burn-out of andere moeilijkheden.

Voelen is in de eerste plaats durven naar binnen gaan en voor een hoogsensitief iemand kan dat best beangstigend en overweldigend zijn want die binnenwereld is diep en heel intens. Maar als je het aandurft, gaat de wereld weer voor je open.


10 november 2018

Compliment

Mijn blog wordt regelmatig bezocht (en misschien wordt het ook wel gelezen).  Dat kan ik zien bij de statistieken.  Maar er wordt zelden (of niet) gereageerd.  Wanneer ik nu een pluim krijg, mag dat wel eens getoond worden.
Via FB ontving ik volgende commentaar (*):

"Ik heb vannacht nog eventjes de tijd genomen om een paar stukjes van je blog te lezen en ik moet zeggen dat het echt aangenaam was om lezen. Het leest niet alleen zeer makkelijk, maar het is vooral ook to-the-point! Ik heb meer geleerd en herkend in je beschrijving van HSP, dan van gelijk welke andere site (wikipedia incl.) die ik tot nu toe al bezocht heb! Ik vond de tekeningen ook zeer goed en de boodschappen die er soms in verborgen staken zeer actueel en herkenbaar. Ik heb nog maar 4 van je verhalen kunnen lezen en het was zeer aangrijpend. { ... } Ik zal je blog blijven volgen en ik heb die beschrijving van HSP ook even op mijn FB-pagina gedropt en ik hoop nu dat mijn familie en vrienden er ook een betere kijk op krijgen wat HSP juist inhoudt en hoe zij en ik ermee om kunnen gaan. Doe zo voort! Ik ben alvast een grote fan en volger!!!
Grtz,  S.I."

Bedankt S.I.!
Ik probeer in het leven zoveel mogelijk verwachtingen los te laten, maar een bevestiging kan toch wel eens goed voelen.


(*) Lichtjes aangepast door enkele ontbrekende persoonlijke voornaamwoorden toe te voegen zodat het tekstje gemakkelijker leest.

8 november 2018

Ontmoeting en strijd

De avond was verdeeld in twee periodes.

De eerste periode was een gezellig keuvelende omzwerving, van de ruimte tot de mens, tussen natuurfilmpjes en filosofische lezingen, door een woud van muziek, teksten en boeken. Een conversatie met een gelijkgestemde ziel, waar een mens energie en inspiratie uit haalt.
Zo’n gesprek helpt om na te denken over de dingen die zijn, helpt om je hart en je gevoel te laten meespreken. Er zijn geen vaststaande stellingen, geen oordelen. Wel observaties en indrukken die verwoord worden. Er wordt gesproken vanuit jezelf en vooral… er wordt geluisterd met een open geest.
Uit die gedachtewisseling vormt zich een ontmoeting.

De tweede periode, waar anderen - die gewoon als mens best oké zijn - zich bij ons gezelschap voegden, bracht spanning en alertheid. Het werd een gesprek van niet als dusdanig herkende oordelen en verwachtingen, van gelijk halen ook. Er werd gesproken in verplichtingen en conventies, in tegenstellingen en gewenste gelijkenissen.
In zulk gesprek word je meegesleurd met de emoties van de ander(en), of je tracht krampachtig deze emoties van je weg te houden. De uitdaging om bij jezelf te blijven, om een open geest te behouden, is groot. Je laveert voortdurend op de grens tussen blijven en opstappen. Het is een gesprek waarvan je moet bekomen, bijkomen, recupereren – lichamelijk en geestelijk.
En ook al bedoelt iedereen het goed, toch heeft de gesprekstafel zich getransformeerd in een arena waar een verbale strijd wordt gevoerd.

Het contrast - (voor mij) zo ongelofelijk groot - gidst me echter wel naar mijn eigen noden, naar de ingeslagen weg van ontmoetingen met gelijkgestemden, naar het scheppen van meer harmonie.
Dus… dankjewel voor deze les.


3 november 2018

Overleven en aanvaarden

‘Je moet rouw niet verwerken, maar overleven.’   
~Manu Keirse~ 

Er staat geen tijd op rouw, las ik in het boek ‘Helpen bij verlies en verdriet’ van Manu Keirse. Hoewel onze maatschappij dat meestal niet zo ziet, kan ik dit alleen maar beamen.

Vorig jaar, op zevenenzestig jarige leeftijd, zat er ergens in mij nog steeds een stukje van een verdrietig, zestienjarig meisje dat haar vader verloor. Het gemis, het verdriet, de pijn, ze waren er nog allemaal – een beetje – af en toe de kop opstekend.

Naast het ergste wat zo’n vijftig jaren geleden gebeurde - het overlijden - was het tweede ergste, dat er in ons gezin nog weinig over mijn vader gesproken werd, niet omdat wij dat niet zouden gewild hebben, wel omdat het zo door de buitenwereld werd opgedrongen - die buitenwereld gaande van schoolmeester over dokter tot pastoor, van (groot)ouders over vrienden tot buren. We moesten er maar ‘niet te veel blijven bij stilstaan’ en ‘verder gaan met ons leven’. Zo ging dat toen - zo gaat het nu nog dikwijls, vrees ik. De pijn, het gemis, het verdriet, ze werden weggeduwd.  Dit stilzwijgen heeft een diepe, etterende wonde gekerfd in ons gezin en in ieder van ons apart.
Onder andere door die ene etterende wonde, konden latere wonden ook niet goed genezen, wat bij de ene al wat zwaardere gevolgen had dan bij de andere.

Een aantal jaren geleden volgde ik therapie. Daar werd mij geleerd hoe ik die etterende wonde kon verzorgen en genezen. Er blijft dan wel een litteken, maar de wonde kon zich sluiten. Dat was hoognodig want mijn leven was inderdaad gedurende veel te lange tijd een leven van ‘overleven’ geworden, hoewel dat niet aan mij te zien was, én het zeker ook niet enkel daardoor kwam.

Pijn dient om opgemerkt te worden, zodat je iets aan de oorzaak kan doen. De pijn wegduwen – dus niet aanvaarden - is zeker niet de oplossing en maakt alleen maar dat ze telkens opnieuw de kop zal blijven opsteken. Het weglopen en/of ontkennen van het verlies en de pijn zorgt vroeg of laat voor een implosie of explosie, hetzij mentaal of fysiek, hetzij beide. Je verzetten tegen het verlies en de gevoelens die daarmee gepaard gaan, maakt het alleen maar erger.
Trachten te aanvaarden, wat trouwens voor het ganse leven geldt, mild zijn voor jezelf, met mededogen jezelf troosten zoals je dat bij een ander zou doen, is heel wat beter dan verzet. Pas wanneer je de pijn aanvaardt kan je stilletjes aan – zonder tijdsbeperking - leren niet te blijven hangen in het verlies, maar wel de herinnering levendig te houden en je daar aan op te trekken.

Dit jaar, rond de sterfdatum, die een week vóór Allerheiligen valt, merkte ik voor het eerst dat de pijn van het verdriet en gemis verdwenen was. Het gedicht dat ik vorig jaar op de sterfdag schreef, kwam plots bovendrijven. Ik vermoed dat het verdwijnen van de pijn onder andere daarmee te maken heeft. Ik aanvaardde eindelijk dat die pijn er al die jaren was, en dat het dan zo maar moest zijn.

Het zestienjarige meisje kan nu doen wat elke zestienjarige zou moeten kunnen doen… Leven.
Het achtenzestigjarige meisje is nog steeds bezig dit te leren.

Gemis en verdriet

Het verdriet en gemis
zijn een deel van wie ik ben.
Ze nestelden zich in mij,
ergens in een duister hoekje
van mijn wezen.

Sporadisch
komt het verdriet
bovendrijven.
Op je verjaardag,
je sterfdag,
een kerstavond,
overvalt het me wel eens.

Ik laat het toe.
De smeulende pijn
van het verlies
brengt jou dichterbij.
Dus waarom zou ik
trachten
daarmee komaf te maken?


© 2017 Susanna Mariën
De laatste foto.