De wereld wordt onvatbaar. Was die het ooit wel? Mijn wereld was vroeger (natuurlijk) kleiner en bijgevolg, makkelijker te vatten. Met de TV en later met het internet werd hij alsmaar groter. Een mens is volgens mij niet gemaakt om in zulk een grote wereld te leven.
Ontspoord lijkt die wereld ook. Dieren sterven in grote getale uit en het klimaat is ontspoord. Maar ook de veroorzaker van die klimaatverandering is ontspoord. Nooit was er een tijd dat mensen zover afgedwaald waren van hun menszijn, van hun deelzijn van de natuur.
Terwijl ik in mijn jeugd nog verwachtte dat mensen zouden opgevoed worden tot intelligente, denkende wezens, die met mededogen zouden rekening houden met al het andere, zie ik nu dat ze, nog meer dan vroeger lijkt mij, gevormd worden tot willoze, volgzame kuddes, afgunstig en hebzuchtig naar het voorbeeld van hun leiders. Ze krijgen nog steeds brood en spelen, meestal in de vorm van massasport- en muziekevenemnten; daarmee zijn ze tevreden, daar genieten ze van. Nadien laten ze zonder verpinken, zonder aan de gevolgen te denken, een berg afval achter.
Creatieve mensen die eigenlijk niet tot die massa’s behoren, worden voor de kar van de ‘brood-en-spelen’-organisators gespannen of trappen in de val van het grote geld. Geld! Weinig mensen doen nog iets omdat ze het echt willen, omdat er een drang, een roeping, achterzit. Neen, ze doen het voor het geld.
Overal is alles 'veel' en 'groot' en 'vlug': op de weg, in de supermarkt, huizen en appartementen, dorpen die uitdijen, kleine evenementen krijgen steeds meer deelnemers, fietsen moet electrisch want zo rijdt het vlugger, … enzoverder.
Ik zoek vanavond mijn heil en heling in mooie, fijne, harmonieuze, gevoelige, …. muziek, die me weghaalt van de wereld waarin ik me meer dan ooit niet thuis voel. Geef mij maar het uitspansel, het universum. Daarbij verdwijnt de onvatbaarheid. Daarbij weet ik dat ik er een deel van ben.
|
Posts tonen met het label overspoeld. Alle posts tonen
Posts tonen met het label overspoeld. Alle posts tonen
20 augustus 2019
Onvatbaar
7 juni 2019
8 november 2018
Ontmoeting en strijd
De avond was verdeeld in twee periodes.
De eerste periode was een gezellig keuvelende omzwerving, van de ruimte tot de mens, tussen natuurfilmpjes en filosofische lezingen, door een woud van muziek, teksten en boeken. Een conversatie met een gelijkgestemde ziel, waar een mens energie en inspiratie uit haalt. Zo’n gesprek helpt om na te denken over de dingen die zijn, helpt om je hart en je gevoel te laten meespreken. Er zijn geen vaststaande stellingen, geen oordelen. Wel observaties en indrukken die verwoord worden. Er wordt gesproken vanuit jezelf en vooral… er wordt geluisterd met een open geest. Uit die gedachtewisseling vormt zich een ontmoeting. De tweede periode, waar anderen - die gewoon als mens best oké zijn - zich bij ons gezelschap voegden, bracht spanning en alertheid. Het werd een gesprek van niet als dusdanig herkende oordelen en verwachtingen, van gelijk halen ook. Er werd gesproken in verplichtingen en conventies, in tegenstellingen en gewenste gelijkenissen. In zulk gesprek word je meegesleurd met de emoties van de ander(en), of je tracht krampachtig deze emoties van je weg te houden. De uitdaging om bij jezelf te blijven, om een open geest te behouden, is groot. Je laveert voortdurend op de grens tussen blijven en opstappen. Het is een gesprek waarvan je moet bekomen, bijkomen, recupereren – lichamelijk en geestelijk. En ook al bedoelt iedereen het goed, toch heeft de gesprekstafel zich getransformeerd in een arena waar een verbale strijd wordt gevoerd. Het contrast - (voor mij) zo ongelofelijk groot - gidst me echter wel naar mijn eigen noden, naar de ingeslagen weg van ontmoetingen met gelijkgestemden, naar het scheppen van meer harmonie. Dus… dankjewel voor deze les. |
12 maart 2018
Open je hart
Het is na middernacht en ik heb een hoofd dat op ontploffen staat, met een pijn die er in rondwandelt. Komt het van die twee glaasjes cava? Of van de suiker in het gebak? Zou kunnen. Maar toch, die glaasjes dronk ik twaalf uur geleden. Neen, ik weet zeker dat de oorzaak overprikkeling is.
Eén of twee keer per jaar is er bij één van mijn pluskinderen een feestje voor de kleinkinderen. Ik verplicht mezelf om mee te gaan (dit om niet te zeggen ‘ik moet meegaan’). Oh, ik zou gewoon willen zeggen dat ik liever thuis blijf. Het zou echter niet begrepen worden. Van de andere kant vind ik dat een mens - ook een heel gevoelige - soms al eens iets moet kunnen doen dat hem/haar niet zo goed ligt. En er zijn altijd een paar mensen die ik toch weer graag terugzie. Ik ga dus mee. Je leert uit ervaringen. Door die ervaringen weet je dat bepaalde mensen, of mensengroepen, je niet goed liggen; dat ze niet goed voor je zijn. Ze zuigen je energie op. Je wil dus die mensen liefst mijden. Soms echter zijn dat mensen die je niet zomaar kan mijden, zoals op familie bijeenkomsten. Een andere les is dan toch te proberen je hart open te stellen en de situatie te aanvaarden zoals ze is. Dat probeer ik dus. Onderweg in de auto voel ik een wrevel opkomen. Wrevel omdat ik weer naar zo’n feestje moet. Ik denk: ‘meisje, maak het je gemakkelijker, open je hart, dat is zoveel mooier en beter’. Dat doe ik dus, onderweg, in de auto. Aangekomen blijkt dat we allemaal moeten buiten zitten, weliswaar bij tijden in de zon, maar toch… het is 15°. ‘Open je hart… open je hart...’ Ik probeer er het beste van te maken, houd mijn te dunne jas en mijn sjaal aan, wrijf regelmatig over mijn benen, die koud zijn vanwege een te dunne pantalon. ‘Open je hart… open je hart...’ Ik neem me voor om een paar keer naar binnen te gaan, om op te warmen en om alles even achter me te laten, maar ... ik doe het niet. Ik zit als vastgenageld op mijn stoel. Eén keer verwissel ik van plaats, wanneer de zon weg is van het hoekje waar we zitten en iedereen in een grote kring, midden op de gazon heeft plaatsgenomen – daar schijnt de zon nog wel. Ik sluit me aan en zet me op de vrije plaats op een bank, lekker met mijn rug naar de zon – wanneer die er doorkomt – maar ook met mijn rug in de wind, die ik door mijn dunne jas voel dringen wanneer de zon een tijdje achter een wolk verdwijnt. De bank heeft geen rugleuning en mijn rug krijgt dus lange tijd geen steun. Pfff... ‘Open je hart… open je hart...’ Op het moment dat de meeste gasten naar huis gaan, wordt gevraagd of we blijven om mee frietjes te eten. De andere grootouders blijven ook. Ik wou eigenlijk liever naar huis. ‘Open je hart… open je hart...’ Rond 20 uur vertrekken ook wij. De nu negenjarige kleinzoon heeft zich vandaag weer twee keer van me weggedraaid wanneer ik hem wil begroeten, bij het aankomen en bij het weggaan. Dat gaat nu al jaren zo. Bij een volwassene zou ik tegenwoordig bij zo'n afwijzing kunnen denken dat het niet mijn probleem is, maar het zijne, maar bij een kind ligt dat moeilijker. Het knaagt. Ik weet ook nooit goed hoe daarmee om te gaan. Het lukt me dan ook niet mijn hart te openen; het sluit zich en ik voel me schuldig. En boos. Thuisgekomen voel ik me doodop en koud. Heel mijn lijf schreeuwt dat ik er niet meer mee naartoe moet gaan. Het is nu de brokstukken bijeen vegen, (inwendig) zitten janken, en hopen dat ik in slaap zal geraken en dat met de nacht, de hoofdpijn zal verdwijnen. Ik denk aan het gesprekje met Maurice, één van de aanwezige kinderen. Dertien jaar. Hij kwam naast mij zitten om zijn stukje taart op te eten en we hebben eventjes wat gepraat, over zijn studies. Bij hem opende mijn hart zich zonder moeite. Dat voelde goed. Dat gevoel zal ik trachten mee te nemen wanneer ik seffens naar bed ga. Of is het in dit geval ‘als’ ik naar bed ga, want al ben ik nog zo moe, de overprikkeling wint op zulke momenten. Misschien ga ik eerst nog even enkele bladzijden lezen in een boek dat mijn hart kan verblijden, en openen. |
12 april 2015
Poëziebundel 'Getijdeneiland' - de titel verklaard:
![]() |
Getijdeneiland bij Bol.com |
Ook het beeld van de toegangsweg die twee maal per dag ‘overspoeld’ wordt waardoor het getijdeneiland min of meer afgezonderd of onbereikbaar wordt, is veelzeggend. Wanneer ik door een teveel aan prikkels overspoeld wordt, heb ik nood aan afzondering, aan alleen zijn op mijn eilandje en/of ben ik niet toegankelijk omdat het teveel aan prikkels mijn communicatieweg met de buitenwereld op diverse manieren kan afsluiten.
Op zo’n klein getijdeneiland is ook meestal geen plaats voor een massa mensen. Het is een soort toevluchtsoord voor enkelingen. De bewoner van zo’n eiland moet echter af en toe wel naar het vasteland om bevoorrading. Zo heeft ook de rustzoekende HSP die graag alleen is, toch behoefte aan anderen voor de nodige en hopelijk diepgaande sociale interactie.
'Getijdeneiland' is te koop in de webwinkel van Bol.com.
Abonneren op:
Posts (Atom)