Posts tonen met het label loslaten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label loslaten. Alle posts tonen

3 november 2018

Overleven en aanvaarden

‘Je moet rouw niet verwerken, maar overleven.’   
~Manu Keirse~ 

Er staat geen tijd op rouw, las ik in het boek ‘Helpen bij verlies en verdriet’ van Manu Keirse. Hoewel onze maatschappij dat meestal niet zo ziet, kan ik dit alleen maar beamen.

Vorig jaar, op zevenenzestig jarige leeftijd, zat er ergens in mij nog steeds een stukje van een verdrietig, zestienjarig meisje dat haar vader verloor. Het gemis, het verdriet, de pijn, ze waren er nog allemaal – een beetje – af en toe de kop opstekend.

Naast het ergste wat zo’n vijftig jaren geleden gebeurde - het overlijden - was het tweede ergste, dat er in ons gezin nog weinig over mijn vader gesproken werd, niet omdat wij dat niet zouden gewild hebben, wel omdat het zo door de buitenwereld werd opgedrongen - die buitenwereld gaande van schoolmeester over dokter tot pastoor, van (groot)ouders over vrienden tot buren. We moesten er maar ‘niet te veel blijven bij stilstaan’ en ‘verder gaan met ons leven’. Zo ging dat toen - zo gaat het nu nog dikwijls, vrees ik. De pijn, het gemis, het verdriet, ze werden weggeduwd.  Dit stilzwijgen heeft een diepe, etterende wonde gekerfd in ons gezin en in ieder van ons apart.
Onder andere door die ene etterende wonde, konden latere wonden ook niet goed genezen, wat bij de ene al wat zwaardere gevolgen had dan bij de andere.

Een aantal jaren geleden volgde ik therapie. Daar werd mij geleerd hoe ik die etterende wonde kon verzorgen en genezen. Er blijft dan wel een litteken, maar de wonde kon zich sluiten. Dat was hoognodig want mijn leven was inderdaad gedurende veel te lange tijd een leven van ‘overleven’ geworden, hoewel dat niet aan mij te zien was, én het zeker ook niet enkel daardoor kwam.

Pijn dient om opgemerkt te worden, zodat je iets aan de oorzaak kan doen. De pijn wegduwen – dus niet aanvaarden - is zeker niet de oplossing en maakt alleen maar dat ze telkens opnieuw de kop zal blijven opsteken. Het weglopen en/of ontkennen van het verlies en de pijn zorgt vroeg of laat voor een implosie of explosie, hetzij mentaal of fysiek, hetzij beide. Je verzetten tegen het verlies en de gevoelens die daarmee gepaard gaan, maakt het alleen maar erger.
Trachten te aanvaarden, wat trouwens voor het ganse leven geldt, mild zijn voor jezelf, met mededogen jezelf troosten zoals je dat bij een ander zou doen, is heel wat beter dan verzet. Pas wanneer je de pijn aanvaardt kan je stilletjes aan – zonder tijdsbeperking - leren niet te blijven hangen in het verlies, maar wel de herinnering levendig te houden en je daar aan op te trekken.

Dit jaar, rond de sterfdatum, die een week vóór Allerheiligen valt, merkte ik voor het eerst dat de pijn van het verdriet en gemis verdwenen was. Het gedicht dat ik vorig jaar op de sterfdag schreef, kwam plots bovendrijven. Ik vermoed dat het verdwijnen van de pijn onder andere daarmee te maken heeft. Ik aanvaardde eindelijk dat die pijn er al die jaren was, en dat het dan zo maar moest zijn.

Het zestienjarige meisje kan nu doen wat elke zestienjarige zou moeten kunnen doen… Leven.
Het achtenzestigjarige meisje is nog steeds bezig dit te leren.

Gemis en verdriet

Het verdriet en gemis
zijn een deel van wie ik ben.
Ze nestelden zich in mij,
ergens in een duister hoekje
van mijn wezen.

Sporadisch
komt het verdriet
bovendrijven.
Op je verjaardag,
je sterfdag,
een kerstavond,
overvalt het me wel eens.

Ik laat het toe.
De smeulende pijn
van het verlies
brengt jou dichterbij.
Dus waarom zou ik
trachten
daarmee komaf te maken?


© 2017 Susanna Mariën
De laatste foto.

26 juni 2018

Het onaanvaardbare toch aanvaarden

"Het onaanvaardbare toch aanvaarden" zei de therapeut tegen mij, toen ik - naast andere dingen - begon met leren loslaten en ik dat toch zo moeilijk vond. "Bijna onmogelijk", zei ik. "Dan moet je het onmogelijke leren aanvaarden", was het antwoord.
Om dat te leren, ging op zoek naar ‘hoe?'
Ik vond verschillende manieren: ik merkte dat boeken me konden helpen; ik vond een uitstekend hulpmiddel in de FasterEFT praktijk bij Anke; ik ging alleen wandelen; en ik begon ook (mindful) te mediteren. Het hielp allemaal om te leren loslaten.

Loslaten is in de eerste plaats de dingen laten zijn; niet wegduwen, niet berusten, geen afstand nemen, maar aanvaarden - met mededogen aanvaarden.
Dat is niet hetzelfde als onze gedachten naar iets anders, beters, mooiers, leiden; of fanatiek gaan sporten zodat we alles vergeten; of hard werken om onze aandacht bij andere zaken te houden – dat is wegduwen en helpt maar tijdelijk. Het is integendeel naar de problemen, de pijn, het verdriet, kijken, ze doorvoelen en ze er laten zijn.

Om echt te kunnen aanvaarden, is het nodig eerst alles van onszelf te aanvaarden. Daar begint het oefenen: met mededogen naar onszelf leren kijken; aanvaarden dat we pijn en wonden en littekens hebben, dat we niet perfect zijn, dat we niet alles kunnen oplossen, dat we niet altijd kunnen beschikbaar zijn, dat we niet meer zo fit of gezond zijn, dat we niet zo jong meer zijn, dat we ons soms ongewenst voelen terwijl we verbinding zoeken; aanvaarden dat we sommige dingen moeilijk kunnen aanvaarden, enz… We oefenen om onszelf met mededogen te omarmen met alle positieve en minder positieve dingen die we bij onszelf zien.
Dat doen we door de tijd te nemen om te kijken naar onszelf en te voelen wat we voelen.
Het is bijvoorbeeld niet zeggen: 'oh maar ik weet wat of wie ik ben hoor! Ik trek me niets aan van wat anderen zeggen. Ik ben mezelf.' en even later knorrig zijn op jezelf omdat je dit of dat niet gedaan krijgt.
Het is ook niet het weigeren om de pijn of het verdriet te voelen.
Het is gaan zitten en kijken. En met mededogen aanvaarden.
Het is gaan zitten en voelen. Voelen waar de pijn, het ongemak, het verdriet, de onmacht, zich manifesteert in ons lichaam en die pijn, dat ongemak er laten zijn.
Het is de confrontatie met onszelf aangaan, maar zonder te vechten.
Het is kijken, durven kijken, met milde aandacht en voelen; opmerken zonder ons er op te fixeren.  Kijken en voelen en laten zijn.
Telkens opnieuw.

Dat zitten, kijken, voelen, kan op vele manieren en plaatsen. Het kan bijvoorbeeld op een meditatieplaats, of alleen in een zetel thuis, of een uurtje op een bank in het bos, op een bank in een kerk of kapel, .... alleen of in ieder geval in stilte en ongestoord – niet de stilte van ‘geen geluid’ maar de stilte van op jezelf zijn en alles er laten zijn.

En terwijl we bezig zijn met onszelf te leren aanvaarden, leren we ook aanvaarden en loslaten van wat buiten onszelf ligt. En we leren dat niet met ons verstand, maar met ons wezen.
We leren met mededogen kijken naar de pijn van anderen en we leren hen in hun pijn te laten zijn. Zij zullen zelf hun eigen wonden moeten (leren) helen, want wij hebben geleerd dat enkel wijzelf onze eigen pijn kunnen wegnemen en onze wonden kunnen helen. Zij verdienen het om zelf hun pijn en verdriet te verwerken.
We zullen wel klaar staan, wanneer zij om hulp vragen, én als we in de mogelijkheid zijn om die hulp te bieden. En we zullen leren aanvaarden dat we dit niet altijd zullen kunnen. We leren dat iedereen zelf zijn pijn zal moeten verwerken; indien mogelijk of noodzakelijk met hulp - onze hulp of die van een professionele hulpverlener. We kunnen niet bij anderen de pijn wegnemen, we kunnen enkel voor onze eigen pijn zorgen, ook als die pijn anderen betreft.
En soms is dit 'het onaanvaardbare toch aanvaarden'.

---

P.S. Ik schreef dit stukje omdat onlangs iemand me vroeg naar het 'leren loslaten'.




7 januari 2016

Loslaten

Over de gebeurtenissen in Keulen wil ik echt iets schrijven. Geen opinie over het gebeurde, geen statement, dat deed ik al op de sociale media. Wel wat het met me doet, wat ik daarbij ervaar.

Loslaten, het kan moeilijk zijn.
Soms lukt loslaten zonder moeite. Ik draai me om, maak een wandeling, schrijf of teken wat, ga koken of ga iets anders doen en ik laat los wat me bezighield.
Soms lukt dat niet zo. Dikwijls omdat ik me op één of andere manier te betrokken voel. Hoewel ik weet dat ik niets kan veranderen aan heel het gebeuren, houd ik het bij me.
Keulen is zo'n geval.
Hoe die vrouwen zich voel(d)en, dat 'weet' ik. Hoe het voelt wanneer anderen zich je lichaam (proberen) toe-eigenen en wanneer je rent voor je leven, dat 'weet' ik. Ik hoor en lees de verhalen op TV en in de kranten, op het internet, en onmiddellijk komen oude beelden terug. Sommige mensen hebben geen idee wat voor een impact zulke ervaring(en) op een mens hebben.

Het is mogelijk om via diverse en goede therapieën hier aan te werken. Je kan hiermee de angst laten verdwijnen, de pijn, maar vergeten doe je nooit. Het is als een wonde. Die wonde kan verzorgd worden. Hoe vlugger de verzorging gebeurt en hoe bekwamer de verzorger/chirurg, hoe fijner het litteken. Maar het blijft - voor altijd - een litteken.

Het zijn dus niet (alleen) de huidige gebeurtenissen die moeten losgelaten worden, ook wat er langgeleden gebeurde. Door wat er nu gebeurt, wordt er weer op het oude litteken gewreven waardoor ik weer voel dat het er nog steeds is. Er is weer een zalfje nodig, een verzorging.
Maar ook andere mensen wijzen op bepaalde gevaren - in dit geval is dit onze fundamentele waarden van gelijkheid en respect voor de ander, ongeacht van welke afkomst, die op de helling worden gezet - is één van de pijlers van die verzorging. Het is een zorg voor de anderen want je wil hen dat 'weten' besparen als het enigzins kan.
Pas als die twee dingen gebeurd zijn, de verzorging van mezelf en het (ver)zorgen v.d. anderen, kan ik weer het litteken vergeten en kan ik weer (een tijdje) loslaten.