17 oktober 2019

Een beetje humor

Ooit werd mij gezegd dat het nooit kwaad kan om in je zelfzorg wat humor te brengen. Daar kan ik achter staan.  Een beetje humor maakt het leven lichter.
Onderstaande, grappige ademhalingsmantra vond ik ergens zweven op het internet en gebruik die nu regelmatig wanneer het weer eens wat minder met me gaat.  Het werkt even goed als, of misschien zelfs beter dan de gewone, ernstige mantra's.


16 oktober 2019

Gemiddelden

Gemiddelden zijn cijfers en tabellen. Met gegevens van ons allen samen worden die gemiddelden opgemaakt, maar slechts een fractie van de mensen passen echt in het rijtje van deze gemiddelden. De anderen, de meeste mensen dus, staan in meer of mindere mate naast dat rijtje. 
Spijtig genoeg wordt door de (huidige?) maatschappij van ons verwacht dat we binnen de lijntjes van de cijfers lopen.  Iets wat absurd is.  Als we ons allemaal binnen die lijntjes zouden bevinden, zouden we allemaal hetzelfde zijn. De cijfers en tabellen van de gemiddelden worden gebruikt om ons te kneden zodat we zouden passen in één van de hokjes die gefabriceerd worden door diezelfde cijfers en tabellen. 
Een warme oproep dus, om je niet te laten vangen door lijntjes en hokjes.  We hoeven ons niet aan te passen om in deze gemiddelden te passen.  'Wij' maken die gemiddelden, maar enkel doordat we allemaal meer of minder verschillend zijn.
We mogen dus gerust onszelf zijn.

P.S.  Noteer dat ik het woord 'normaal' niet gebruikt heb.


4 oktober 2019

Inspirerende citaten - 2

Een citaat van de filosoof René ten Bos, over eigenheid, toe-eigenen, en dus ook over de noodzaak van loslaten:

"We vernietigen iets door het ons te willen toe-eigenen, door het te willen controleren, door het te willen beheersen. Maar het laat zich niet toe-eigenen, controleren en beheersen. Daarvoor is het eigene tegelijk te veel het vreemde en het onbekende. Ook landschappen, dieren, levende wezens hebben een eigen zone van intimiteit. Die zones verdienen het niet om door ons toegeëigend te worden. Zoiets is overduidelijk een kwestie van rechtvaardigheid."
,

3 oktober 2019

Inspirerende citaten - 1

Af en toe kom ik een mooi citaat tegen dat eens niet komt van één van de mooie plaatjes van de bekende sociale media. Ook de vorige blogpost 'Geleend' was er zo eentje.
Vandaag stootte ik op een citaat van 'John Muir', natuurvorser en schrijver, die mee aan de wieg stond van de Nationale Parken van de Verenigde Staten.

"De zon schijnt niet op ons, maar in ons. De rivieren stromen niet langs, maar door ons. ( … ) De bomen wiegen en de bloemen bloeien in ons lichaam en in onze ziel, en ieder lied van de vogel, van de wind en de wilde storm van de rots uit de buik van de berg, is ons eigen lied en zingt van liefde."

"The sun shines not on us but in us. The rivers flow not past, but through us. ( … ) The trees wave and the flowers bloom in our bodies as well as our souls, and every bird song, wind song, and tremendous storm song of the rocks in the heart of the mountains is our song, our very own, and sings our love."


(eigen foto)

23 september 2019

Inspirerende citaten


In de mooie aflevering van het programma 'de Verwondering' met gast Dirk van de Glind, hoorde ik een tekst die ik zo mooi vond dat ik hem hier wil delen. Het is een fragment uit de bundel Sprookjes van Hermann Hesse.

Terug naar huis

Alle kinderen zijn, zolang zij nog midden in het geheim staan, in hun ziel onophoudelijk bezig met het enig belangrijke, met zichzelf en met de raadselachtige samenhang van hun eigen persoon met de wereld om hen heen.

Zoekers en wijzen keren met de jaren der rijpheid terug tot deze bezigheden, maar de meeste mensen vergeten en verlaten deze innerlijke wereld van het waarachtig belangrijke reeds vroeg voorgoed om levenslang in de bonte doolhof van zorgen, wensen en doelstellingen rond te dolen, waarvan er geen een thuis hoort in hun diepste innerlijk, waarvan er geen één hen terugvoert naar hun diepste innerlijk en naar huis.

Afbeeldingsresultaat voor hermann hesse sprookjes

13 september 2019

Over de slachtofferrol en compassie

Wanneer mensen met ‘compassie voor zichzelf’ bedoelen: mededogend, begripvol, liefdevol voor zichzelf zijn, dan zijn ze op goede weg. Maar als ze daarmee bedoelen: medelijden met zichzelf hebben, dan niet - hoewel dat ook heel menselijk is.
Met dit soort compassie komen we nergens. En het is dit soort compassie dat we hebben als we in een slachtofferrol kruipen, wanneer we denken of vinden dat anderen schuld hebben aan hoe we ons voelen.

We kunnen andere mensen niet veranderen. We kunnen enkel aan onszelf werken. De goede dingen die we doen, zoals zorgzaam zijn, plichtsbewust, empathisch, enz., kunnen we niet verwachten van anderen. Ze zijn nu eenmaal wie ze zijn. Geven doe je omdat je wil geven, niet om iets terug te krijgen – hoewel het natuurlijk heel fijn is wanneer we daar wel iets voor terugkrijgen.
Vaak zijn we zo met alles en iedereen bezig, dat we onszelf vergeten. En daar wringt het schoentje. ‘Wij’ zijn degenen die aan onszelf moeten (beginnen) denken en af en toe ook aan onszelf geven wat we aan anderen geven, ongeacht wat anderen daarvan denken of hoe ze zullen reageren. We hoeven daarvoor niet egoïstisch te worden. We hoeven er enkel ook voor onszelf te zijn, op de manier dat we er voor anderen zijn.

Ons leven ligt in onze eigen handen. En er zullen altijd wel mensen zijn die dingen (zullen) doen die ons negatief raken. Het is aan ons om te leren hoe daar mee om te gaan en er op zulke momenten voor onszelf te zijn; onszelf liefdevol te bejegenen.
Dan stappen we uit de slachtofferrol en nemen we ons leven in eigen handen.

Voor sommigen klinkt dit nu misschien hard en dat begrijp ik. Ik kreeg het ooit ook zo voor mijn kiezen - althans zo voelde het toen aan - op het moment dat ik mijn leven en mijn sensitiviteit met alles wat daaruit voortvloeide of mee in verband stond niet zo rooskleurig inzag.

Alles zit in onszelf en alles begint bij onszelf.

(geschreven naar aanleiding van een FB-post, en met de hoop dat er inzicht uit voortvloeit)



11 september 2019

Geluk

Dirk De Wachter, en met hem nog vele anderen, roepen op om niet zo te streven naar het geluk. 'De jacht op geluk is een existentiële vergissing' zei hij ooit ergens in een artikel in De Morgen. Geluk als doel stellen in het leven, is vragen naar miserie.
Ik begrijp de stelling en ik sta daar ook achter. Het constant op geluk jagen, ook het zoeken van steeds verdergaande kicks, kan alleen maar tot gevolg hebben dat we teleurgesteld zullen worden en dat het gezochte geluksgevoel steeds ongrijpbaarder wordt.
Men wordt daar niet gelukkig(er) van.

Ik denk dat we naar het geluk zoeken omdat we een leegte ervaren; een leegte die we willen opvullen. Zingeving, tevredenheid, zelfrespect, zijn enkele van die gevoelens die we zoeken in geluk.
Geluk is niet die hoge piek die we ervaren bij een kick, of bij een verliefdheid.
Geluk is zacht en is niet buitenaf te vinden, maar in onszelf.

Er is echter een groot verschil tussen het niet vinden van dat gezochte geluksgevoel en ongelukkig zijn. Het zou natuurlijk wel kunnen dat we op de duur ook echt ongelukkig worden wanneer we constant het deksel op onze neus krijgen terwijl we jagen op geluk.
Ongelukkig zijn is een donker, duister gevoel, misschien wel een voorbode van, of verwant aan depressie. Wanneer we ongelukkig zijn, streven we niet naar geluk. We willen wel van dat donkere ongeluksgevoel af, want het weegt zwaar op ons (gemoed).

We weten: het leven is niet enkel rozengeur en maneschijn. Iedereen krijgt met grote en minder grote tegenslagen te maken. Dat is het leven en daar leren we best mee te leven.

Geluk is geen staat van zijn, het zijn momenten, waarvoor je dankbaar kan zijn.

En wat als verdrietig zijn en/of je niet-gelukkig voelen, wel een staat van zijn is, met af en toe een onderbreking door gelukkige momenten?
Bitmoji Image



20 augustus 2019

Onvatbaar

De wereld wordt onvatbaar. Was die het ooit wel? Mijn wereld was vroeger (natuurlijk) kleiner en bijgevolg, makkelijker te vatten. Met de TV en later met het internet werd hij alsmaar groter. Een mens is volgens mij niet gemaakt om in zulk een grote wereld te leven.

Ontspoord lijkt die wereld ook. Dieren sterven in grote getale uit en het klimaat is ontspoord.  Maar ook de veroorzaker van die klimaatverandering is ontspoord. Nooit was er een tijd dat mensen zover afgedwaald waren van hun menszijn, van hun deelzijn van de natuur.
Terwijl ik in mijn jeugd nog verwachtte dat mensen zouden opgevoed worden tot intelligente, denkende wezens, die met mededogen zouden rekening houden met al het andere, zie ik nu dat ze, nog meer dan vroeger lijkt mij, gevormd worden tot willoze, volgzame kuddes, afgunstig en hebzuchtig naar het voorbeeld van hun leiders.
Ze krijgen nog steeds brood en spelen, meestal in de vorm van massasport- en muziekevenemnten; daarmee zijn ze tevreden, daar genieten ze van. Nadien laten ze zonder verpinken, zonder aan de gevolgen te denken, een berg afval achter.

Creatieve mensen die eigenlijk niet tot die massa’s behoren, worden voor de kar van de ‘brood-en-spelen’-organisators gespannen of trappen in de val van het grote geld. Geld! Weinig mensen doen nog iets omdat ze het echt willen, omdat er een drang, een roeping, achterzit. Neen, ze doen het voor het geld.

Overal is alles 'veel' en 'groot' en 'vlug': op de weg, in de supermarkt, huizen en appartementen, dorpen die uitdijen, kleine evenementen krijgen steeds meer deelnemers, fietsen moet electrisch want zo rijdt het vlugger,  … enzoverder.

Ik zoek vanavond mijn heil en heling in mooie, fijne, harmonieuze, gevoelige, ….  muziek, die me weghaalt van de wereld waarin ik me meer dan ooit niet thuis voel.  Geef mij maar het uitspansel, het universum.  Daarbij verdwijnt de onvatbaarheid. Daarbij weet ik dat ik er een deel van ben.

Wereldvervreemding is het juiste woord, denk ik.


12 mei 2019

Moeder worden

Fleur schreef in haar column: ‘het beest in mij’.

Zo ervaarde ik het ook tweemaal.  In mezelf voelde ik het dier dat enkel kon uitvoeren wat door de natuur wordt opgedragen, net zolang tot het nieuwe leven me verliet.

Daarna kwam de liefde, een oerliefde – zo voelde ik het – voor dat kleine, nog hulpeloze wezentje dat voeding, bescherming en koestering nodig had. Het was een les in onvoorwaardelijkheid, een les die ik tweemaal mocht ontvangen.

Moeder worden was een kosmische ervaring die gegrift staat in mijn hele zijn.
.

17 maart 2019

Angst, haat en boosheid



Bedenkingen bij de 7de dag van vandaag 17/3.

Woorden worden vaak - bewust of onbewust - verkeerd gebruikt.  Vooral politici zijn daar goed in.
Zo is er het discours dat er angst en haat gezaaid wordt, waarbij dan meestal naar extreem rechts wordt gewezen. De (meestal) linkse politici die deze kreet – ‘angst en haat zaaien’ – telkens opnieuw op ons loslaten, bezondigen zich eigenlijk aan hetzelfde wat zij verguizen. Als je iets maar dikwijls genoeg zegt, blijft het plakken, gaan mensen dit geloven, wordt het werkelijkheid.
Ook vandaag ging het – weer – over islam en moslims. Dit naar aanleiding van de terroristische aanslag in Nieuw Zeeland.
Mensen die niet zo gelukkig zijn met de afbreuk van onze seculiere maatschappij, worden opgezadeld met gevoelens die zij misschien helemaal niet hebben. Er zullen wel mensen zijn die haat dragen of die angstig zijn. Echter, wanneer ik rondom mij kijk en luister, hoor ik helemaal geen angst of haat. Ik hoor vooral mensen die ‘boos’ zijn.  Boos zijn is helemaal niet hetzelfde als haat dragen. Boos zijn is een reactie op gebeurtenissen en handelingen, het is een emotie die je mag hebben, die je mag uiten, op een aanvaardbare en respectvolle manier, wel te verstaan.
Die boze mensen zijn niet diegenen die op TV aan de gesprekstafel zitten, zich gedragen als ruziënde kleuters en elkaar bestoken met haatdragende taal. Het zijn niet diegenen die met borden in linkse en rechtse demonstraties meelopen, waarbij ik het niet wil hebben over de vernielingen in hun kielzog. Het zijn de mensen die thuis, in hun buurt, met de vrienden, hun boosheid uiten over de afbraak van onze vrijheden (bv vrijheid van spreken – durf maar eens iets over de islam of over mohammed te zeggen of hem af te beelden), over het nachtlawaai bij de enige en zich afzonderende Marokkaanse familie in de vroeger zo rustige straat, over moslims die het werkschema overhoop halen omdat ze willen bidden (katholieke gelovigen die naar de dagelijkse mis zouden willen moeten er niet aan denken om dat te gebruiken als reden om het werk te onderbreken).  Maar deze mensen zijn ook boos over de afbraak van onze verzorgingsmaatschappij, over de te kleine pensioenen waar ze hun ganse leven voor gewerkt hebben en niet eens een rusthuis van kunnen betalen, over de vele diefstallen en baldadigheden (iedereen kent wel iemand waar ingebroken werd), over kleine en minder kleine criminelen die vlugger terug op straat staan dan dat het politierapport is opgemaakt, over politici die hun beloften niet (kunnen) houden, over jobs die naar het goedkopere buitenland verhuizen, over de ongelijke behandeling van kapitaalkrachtigen en gewone mensen, … enz.
Is dit haat? Neen, dit is boosheid die door politici als haat wordt omschreven wanneer het over islam en moslims gaat, waardoor mensen in een hoek geduwd worden en zich onbegrepen voelen.
Politici van links en rechts, doe vooral zo verder. Jullie woorden zullen werkelijkheid worden.

4 maart 2019

Leven in je hoofd – Introverte gesprekken met een knipoog

Het waren vandaag in de douche weer interessante gesprekken. Ditmaal ging het over toegeven aan angst(en) en hoe dit niet te doen. De aanleiding is natuurlijk de hartproblematiek van mijn partner. Daarover gingen de gesprekken al ettelijke keren.
Mijn gesprekspartners kwamen, zoals altijd, één voor één te voorschijn. De meesten stelden vragen, ik ook; sommigen gaven antwoorden, ik ook.

Deze gesprekken kunnen heel divers zijn. Soms voeren we analytische of existentiële gesprekken, soms zijn het voorbereidingen op komende ontmoetingen, andere keren worden gesprekken uit het echte leven herhaald....
Mijn gesprekspartners zijn mensen die ik ken en mensen die ik enkel van naam ken, of van een enkele ontmoeting. Onbekenden komen maar zelden op de gesprekken af.
Gelukkig wacht tegenwoordig iedereen rustig zijn beurt af. Het zou daar anders nogal een drukte zijn. Vroeger gebeurde het wel eens dat ik, door de chaos, de gesprekken abrupt moest afbreken.
Voor mij mochten de gesprekken langer duren, maar een ecologisch schuldbewustzijn verplicht me om na een tijdje met het douchen te stoppen en de gesprekken duren maar zolang de douche loopt. Eens ik de douchekraan dichtdraai en mij begin af te drogen, verdwijnen de deelnemers, en dus ook de gesprekken, weer één voor één. Tegen de tijd dat ik weer ben aangekleed, zijn ze allemaal verdwenen.

Later, gedurende de dag, voer ik nog wel eens gesprekken, maar niet meer zo gefocust, niet meer zo ongestoord. Af en toe voer ik zelfs gesprekken met mensen buiten mijn hoofd.



27 januari 2019

Shock en trauma

Wanneer je iets neerschrijft, lukt het beter om dit los te laten. Het is er dan uit. Ik heb het gevoel dat de tijd is aangebroken om er iets over te schrijven.

Het is vandaag dag 40.
Iets meer dan vijf weken geleden, op negentien december, de vierde dag van onze vakantie in hotel Ländenhof te Mayrhofen, Oostenrijk, letterlijk tussen de soep en de patatten kreeg mijn man een hartinfarct en een hartstilstand. Het was niet onmiddellijk duidelijk, het leek of hij gewoon van zijn stokje was gegaan en ik legde hem onmiddellijk neer met zijn benen omhoog. Maar de twee reutelende ademhalingen die ik hoorde, leken op een doodsreutel.
Aan een andere tafel in het restaurant zat een dokter die onmiddellijk tussenkwam, polsslag nam en begon te reanimeren. Gerhard, de oudste zoon van de hoteluitbater had al onmiddellijk de hulpdiensten gebeld. Ze waren er binnen enkele minuten. Eerst één team, later nog een tweede. Mijn man werd tweemaal met de AED geschokt; de derde keer vertelde de machine dat het niet meer nodig was omdat er een hartslag gedetecteerd werd. De dokter van het tweede team besloot om mijn man naar het UZ van Innsbruch te laten overbrengen. Ik mocht of kon niet mee… geen plaats in de ambulance. Twee Rode Kruis medewerkers vingen mij op en na een tijdje reed één van hen (gratis) met mij de zeventig kilometer naar Innsbruch, waar we van een dokter te horen kregen dat er twee stents werden geplaatst op twee kransslagaders – één zat volledig dicht, de ander zo goed als. François hing aan een externe pacemaker-defibrilator en zou enkele dagen in kunstmatige coma gehouden worden om zijn herstel te bespoedigen. Zijn toestand was echter kritiek; hij was nog in levensgevaar. Later hoorde ik dat hij in het ziekenhuis ook nog één of tweemaal moest gereanimeerd worden.
De Rode Kruis medewerker bracht me terug naar het hotel en begeleidde me tot binnen waar Bernhard, de jongste zoon, me opving.
Ergens in die wirwar van tijd, belde ik naar mijn jongste zoon. Hij zou de andere kinderen verwittigen.

Tijdens de rollercoaster van wanhoop, hoop, onzekerheid, angst, dankbaarheid (voor de Oostenrijkse zorg van verpleging en dokters en vrijwilligers, voor de hartelijkheid en ondersteuning van gewone mensen, voor de aanwezigheid van de kinderen), ...  een rollercoaster die 18 dagen in Innsbruch liep en daarna nog eens 17 dagen in het Middelheimziekenhuis, maakte ik slechts enkele notities:

11 januari 2019

Een mens, gaat in shock bij een heftige gebeurtenis, zoals ik bij de hartstilstand en reanimatie van mijn man. Het gaat al wat beter, maar ik ben nog steeds niet helemaal uit die shocktoestand. Alles wat gebeurde sinds negentien december lijkt een mistige, nare droom. Onthouden lukt me moeilijk, ik wil iets doen en een stap verder weet ik niet meer wat of doe iets heel anders, concentratie lukt wel, is zelfs nodig om te kunnen functioneren, twee dingen tegelijk is heel moeilijk. Ook mijn oriëntatievermogen heeft een stevige deuk gekregen.
Mijn aanvoelen is dat ik op  negentien december op slag  tien jaar ouder ben geworden.

Voor de eerste keer sinds bijna een maand, heb ik vanmorgen weer eens zelf gekookt. Het ging traag... alles wat niet met de kliniek en François te maken heeft, gaat traag, maar dat voelt goed. Het brengt rust. Het werd een stoofpotje met veel groenten, voor deze middag. De vorige weken at ik middag in de personeelskantine van het UZ (Innsbruch) en daarna, terug in België, bij de kinderen.

13 januari 2019

Vandaag reed ik voor het eerst van het ziekenhuis naar huis toe zonder GPS. Niet dat ik die GPS nodig heb, ik ken de weg. Het is de GPS-stem die me bij de werkelijkheid houdt; ze is een vertrouwd iets. Alles wat vertrouwd aanvoelt, is een pleister op een wonde die ik nog niet kan lokaliseren. Mijn herstel moet nog beginnen.

14 januari 2019

Iedere dag, tegen twaalf uur aan, begint de drang zich te laten voelen. Ik wil naar het ziekenhuis, hoewel het eigenlijk nog te vroeg is. Toch vertrek ik, maar ik neem de traagste weg, met veel verkeerslichten, kruispunten en rotondes. Ik ben gewoon al op weg, naar het ziekenhuis. Zolang ik maar tegen veertien uur daar ben, is het goed.

De acupunctuursessie van deze morgen was heel erg nodig.

18 januari 2019

Omdat de winter lijkt ingetreden te zijn, heb ik gekozen voor een videosessie FasterEFT bij Anke De Vooght. Het is nodig om de moeilijkste dingen/herinneringen los te laten.

26 januari 2019

Het gaat af en toe niet zo goed met mij…. het gekende fenomeen dat, als de (meeste) stress wegvalt, zich van alles begint te manifesteren.
Sinds François beter is - hij is sinds zes dagen weer thuis - heb ik al een paar adrenaline drops gehad en enkele hyperventilatie en daarmee gepaard gaande angstaanvallen. En ook al (her)ken ik dat van vele jaren geleden, het is toch telkens beangstigend.  Ik heb techniekjes (o.a. FasterEFT) om het niet zo erg te laten worden als vroeger, wat niet wegneemt dat het op het moment zelf best moeilijk en eng is. Ik mediteer af en toe, maar slechts heel kort, vijf minuutjes. Nu probeer ik die tijd te verlengen. Ik kan nog altijd geen boek, tijdschrift of krant vastnemen. Muziek verdraag ik slechts heel kort en dan liefst hoor ik zachte en niet te ingewikkelde muziek. Tv idem. Mijn HSP-FB groep(en) kan ik ook nog steeds maar op afstand volgen.
Bezoek gaat me slechter af dan normaal, ook dat van de kinderen. De meeste mensen komen met twee en dat is anders al druk, nu is dat teveel. Oef... als ze vertrekken… Blij wanneer er eens iemand alleen komt.
Ik laat het allemaal gebeuren, ik forceer me niet, doe alles op een slakkengangetje, laat liggen wat ligt als ik er geen zin in heb.… Het zal beteren. Ik surf op wilde golven maar ik weet dat de storm zal gaan liggen.
Het gebeurde is ook voor mij een trauma waarvan ik moet genezen, dat ik moet helen... maar dat zal ook tijd vragen. In een leven zijn er trouwens altijd goede en minder goede dagen/tijden.

In februari begin ik opnieuw met de stilte avonden... niet voor de anderen, wel voor mezelf.

13 december 2018

De Bollen

Bij het zien van de hyperrealistische schilderijen van Philip Barlow, waarbij hij toont hoe mensen die bijziend zijn, de wereld waarnemen, kwam de herinnering aan 'de bollen' weer bovendrijven.

Toen mijn jongste zoon nog heel klein was, tussen zijn twee en drie jaar, sprak hij over 'de bollen' als dingen waar hij doodsbang voor was.
Wij waren verhuisd van een huurhuis met een kleine tuin naar een eigen huis met een veel grotere. Omdat we nu veel ruimte hadden en de kinderen wilden plezieren, plaatsten we nieuwe speeltoestellen, halverwege de tuin, midden op het grasveld. Toch wou onze benjamin opeens niet meer alleen de tuin in.  Als we vroegen naar het waarom, zei hij telkens weer dat hij bang was van 'de bollen'.  Niets, maar dan ook niets kon hem bewegen om alleen de tuin in te gaan, terwijl hij dat bij onze vorige woonplaats wel had gedaan. De kleine tuin die we toen hadden, bestond uit een klein grasveldje en verder stond het er vol met bomen,  struiken en bloemen.  We begrepen er niets van.
De bollen manifesteerden zich niet alleen in de tuin. Mijn zoon begon ook bang te worden in de slaapkamer. Regelmatig kwam hij naar beneden en stond te wenen omdat hij ook in de slaapkamer bollen zag. Ik probeerde hem uit te leggen dat de bollen niet echt bestonden, dat ze hem al zeker niets zouden doen, dat hij er niet bang voor moest zijn. Na een aantal paniekerige momenten van zijn kant, bleef ik vanaf dan elke avond bij hem zitten, naast zijn bed, tot hij de slaap vatte.  Dit zeer tegen de zin van mijn wederhelft, die het bollengedoe maar flauwe kul vond en een manier om mij langer bij het slaapritueel te betrekken.  Maar ik had de angst in de ogen van mijn zoon gezien; ik wist ook uit eigen ondervinding wat het met een kind doet als zijn angsten niet ernstig genomen worden; dus ik hield vol en hoopte dat zijn bollenfobie, door die serieus te nemen, zou overgaan.
Ik probeerde op alle mogelijke manieren te weten te komen hoe het nu juist zat met die bollen, hoe ze er juist uitzagen, of ze kleuren hadden, of ze bewogen, .... Ik begon te vrezen voor een psychisch probleem.

Het duurde tot hij in de kleuterklas, op zijn drie jaar, na het medisch schoolonderzoek een nota meekreeg met de aanbeveling om naar een oogarts te gaan. Daar bleek dat hij -3 dioptrie had.
Hij kreeg een bril, de bollen  verdwenen en ik hoefde niet meer iedere avond naast zijn bed te zitten wachten tot hij sliep.
Hoewel mijn man en ik ook in mindere en meerdere mate bijziend zijn, had ik er nooit bij stilgestaan dat zo'n jong kind al zo erg bijziend zou zijn; het is natuurlijk ook niet van buitenaf te merken.  Zo'n peuter kan ook nog niet goed uitdrukken wat hij ziet - of niet ziet.  Ik kreeg pas een bril op mijn tiende en mijn man ergens in het middelbaar onderwijs.  Ik stond er niet meer bij stil hoe ik de wereld zag zonder bril, omdat ik tenslotte van bij het opstaan tot bij het slapengaan een bril of lenzen op/in had.  Nochtans ben ik een vastbijter.  Ik geef niet vlug op en blijf zoeken tot ik antwoorden vind.  Maar blijkbaar was ik bij de bollen een belangrijk gegeven vergeten, namelijk het gegeven van de ogen en was ik dus niet alleen bijziend maar ook een beetje kortzichtig geweest.


19 november 2018

Voelen

Meer dan vijf jaar geleden begon mijn jongste zoektocht. Mettertijd is deze zoektocht veranderd in een tocht; het zoeken is weggevallen.

Eén van de dingen die ik aan het begin van die tocht al vlug meekreeg was dat ik opnieuw moest leren voelen. Dat klinkt raar uit de mond van een hoogsensitief iemand, want die voelt alles toch zo intens… Maar veel hsp’s (niet allemaal) zijn erg naar buiten gericht, naar alles wat van buiten binnenkomt, en we vergeten te voelen wat in onszelf aanwezig is of ontstaat door de interactie met de buitenwereld. Niet dat die binnenwereld niet gevoeld wordt; hij wordt eerder genegeerd of afgesloten.
Dat negeren ontstaat o.a. doordat dit (soms) de enige manier is die we kennen om met de wereld van mensen en dingen (die ons overweldigen) te kunnen omgaan, om ons te conformeren aan ‘de anderen’ en om ons op één of andere manier proberen veilig te stellen. Het negeren kan ook ontstaan doordat we ‘aangeleerd’ kregen om alles te doen met ons hoofd. En wat moet ons hoofd met al die gevoelens die zich aandienen? Velen leerden dus om daar zo weinig mogelijk aandacht aan te schenken.
Door het negeren van ons voelen, zetten we onze creativiteit, leergierigheid, intuïtie, spiritualiteit, e.a. op een laag pitje. Ook grenzen worden niet meer aangevoeld, laat staan aangegeven.
Uit dat negeren van onze gevoelens ontstaan logischerwijze ook problemen als angstsymptomen en/of angststoornissen, bindingskwesties, enz.
Sommigen – de gelukkigen – leren uit zichzelf om goed, of beter, om te gaan met het voelen. Aan anderen moet eerst verteld worden dat het ook anders kan, wat niet zelden gebeurt na één of andere depressie of een burn-out of andere moeilijkheden.

Voelen is in de eerste plaats durven naar binnen gaan en voor een hoogsensitief iemand kan dat best beangstigend en overweldigend zijn want die binnenwereld is diep en heel intens. Maar als je het aandurft, gaat de wereld weer voor je open.


10 november 2018

Compliment

Mijn blog wordt regelmatig bezocht (en misschien wordt het ook wel gelezen).  Dat kan ik zien bij de statistieken.  Maar er wordt zelden (of niet) gereageerd.  Wanneer ik nu een pluim krijg, mag dat wel eens getoond worden.
Via FB ontving ik volgende commentaar (*):

"Ik heb vannacht nog eventjes de tijd genomen om een paar stukjes van je blog te lezen en ik moet zeggen dat het echt aangenaam was om lezen. Het leest niet alleen zeer makkelijk, maar het is vooral ook to-the-point! Ik heb meer geleerd en herkend in je beschrijving van HSP, dan van gelijk welke andere site (wikipedia incl.) die ik tot nu toe al bezocht heb! Ik vond de tekeningen ook zeer goed en de boodschappen die er soms in verborgen staken zeer actueel en herkenbaar. Ik heb nog maar 4 van je verhalen kunnen lezen en het was zeer aangrijpend. { ... } Ik zal je blog blijven volgen en ik heb die beschrijving van HSP ook even op mijn FB-pagina gedropt en ik hoop nu dat mijn familie en vrienden er ook een betere kijk op krijgen wat HSP juist inhoudt en hoe zij en ik ermee om kunnen gaan. Doe zo voort! Ik ben alvast een grote fan en volger!!!
Grtz,  S.I."

Bedankt S.I.!
Ik probeer in het leven zoveel mogelijk verwachtingen los te laten, maar een bevestiging kan toch wel eens goed voelen.


(*) Lichtjes aangepast door enkele ontbrekende persoonlijke voornaamwoorden toe te voegen zodat het tekstje gemakkelijker leest.

8 november 2018

Ontmoeting en strijd

De avond was verdeeld in twee periodes.

De eerste periode was een gezellig keuvelende omzwerving, van de ruimte tot de mens, tussen natuurfilmpjes en filosofische lezingen, door een woud van muziek, teksten en boeken. Een conversatie met een gelijkgestemde ziel, waar een mens energie en inspiratie uit haalt.
Zo’n gesprek helpt om na te denken over de dingen die zijn, helpt om je hart en je gevoel te laten meespreken. Er zijn geen vaststaande stellingen, geen oordelen. Wel observaties en indrukken die verwoord worden. Er wordt gesproken vanuit jezelf en vooral… er wordt geluisterd met een open geest.
Uit die gedachtewisseling vormt zich een ontmoeting.

De tweede periode, waar anderen - die gewoon als mens best oké zijn - zich bij ons gezelschap voegden, bracht spanning en alertheid. Het werd een gesprek van niet als dusdanig herkende oordelen en verwachtingen, van gelijk halen ook. Er werd gesproken in verplichtingen en conventies, in tegenstellingen en gewenste gelijkenissen.
In zulk gesprek word je meegesleurd met de emoties van de ander(en), of je tracht krampachtig deze emoties van je weg te houden. De uitdaging om bij jezelf te blijven, om een open geest te behouden, is groot. Je laveert voortdurend op de grens tussen blijven en opstappen. Het is een gesprek waarvan je moet bekomen, bijkomen, recupereren – lichamelijk en geestelijk.
En ook al bedoelt iedereen het goed, toch heeft de gesprekstafel zich getransformeerd in een arena waar een verbale strijd wordt gevoerd.

Het contrast - (voor mij) zo ongelofelijk groot - gidst me echter wel naar mijn eigen noden, naar de ingeslagen weg van ontmoetingen met gelijkgestemden, naar het scheppen van meer harmonie.
Dus… dankjewel voor deze les.


3 november 2018

Overleven en aanvaarden

‘Je moet rouw niet verwerken, maar overleven.’   
~Manu Keirse~ 

Er staat geen tijd op rouw, las ik in het boek ‘Helpen bij verlies en verdriet’ van Manu Keirse. Hoewel onze maatschappij dat meestal niet zo ziet, kan ik dit alleen maar beamen.

Vorig jaar, op zevenenzestig jarige leeftijd, zat er ergens in mij nog steeds een stukje van een verdrietig, zestienjarig meisje dat haar vader verloor. Het gemis, het verdriet, de pijn, ze waren er nog allemaal – een beetje – af en toe de kop opstekend.

Naast het ergste wat zo’n vijftig jaren geleden gebeurde - het overlijden - was het tweede ergste, dat er in ons gezin nog weinig over mijn vader gesproken werd, niet omdat wij dat niet zouden gewild hebben, wel omdat het zo door de buitenwereld werd opgedrongen - die buitenwereld gaande van schoolmeester over dokter tot pastoor, van (groot)ouders over vrienden tot buren. We moesten er maar ‘niet te veel blijven bij stilstaan’ en ‘verder gaan met ons leven’. Zo ging dat toen - zo gaat het nu nog dikwijls, vrees ik. De pijn, het gemis, het verdriet, ze werden weggeduwd.  Dit stilzwijgen heeft een diepe, etterende wonde gekerfd in ons gezin en in ieder van ons apart.
Onder andere door die ene etterende wonde, konden latere wonden ook niet goed genezen, wat bij de ene al wat zwaardere gevolgen had dan bij de andere.

Een aantal jaren geleden volgde ik therapie. Daar werd mij geleerd hoe ik die etterende wonde kon verzorgen en genezen. Er blijft dan wel een litteken, maar de wonde kon zich sluiten. Dat was hoognodig want mijn leven was inderdaad gedurende veel te lange tijd een leven van ‘overleven’ geworden, hoewel dat niet aan mij te zien was, én het zeker ook niet enkel daardoor kwam.

Pijn dient om opgemerkt te worden, zodat je iets aan de oorzaak kan doen. De pijn wegduwen – dus niet aanvaarden - is zeker niet de oplossing en maakt alleen maar dat ze telkens opnieuw de kop zal blijven opsteken. Het weglopen en/of ontkennen van het verlies en de pijn zorgt vroeg of laat voor een implosie of explosie, hetzij mentaal of fysiek, hetzij beide. Je verzetten tegen het verlies en de gevoelens die daarmee gepaard gaan, maakt het alleen maar erger.
Trachten te aanvaarden, wat trouwens voor het ganse leven geldt, mild zijn voor jezelf, met mededogen jezelf troosten zoals je dat bij een ander zou doen, is heel wat beter dan verzet. Pas wanneer je de pijn aanvaardt kan je stilletjes aan – zonder tijdsbeperking - leren niet te blijven hangen in het verlies, maar wel de herinnering levendig te houden en je daar aan op te trekken.

Dit jaar, rond de sterfdatum, die een week vóór Allerheiligen valt, merkte ik voor het eerst dat de pijn van het verdriet en gemis verdwenen was. Het gedicht dat ik vorig jaar op de sterfdag schreef, kwam plots bovendrijven. Ik vermoed dat het verdwijnen van de pijn onder andere daarmee te maken heeft. Ik aanvaardde eindelijk dat die pijn er al die jaren was, en dat het dan zo maar moest zijn.

Het zestienjarige meisje kan nu doen wat elke zestienjarige zou moeten kunnen doen… Leven.
Het achtenzestigjarige meisje is nog steeds bezig dit te leren.

Gemis en verdriet

Het verdriet en gemis
zijn een deel van wie ik ben.
Ze nestelden zich in mij,
ergens in een duister hoekje
van mijn wezen.

Sporadisch
komt het verdriet
bovendrijven.
Op je verjaardag,
je sterfdag,
een kerstavond,
overvalt het me wel eens.

Ik laat het toe.
De smeulende pijn
van het verlies
brengt jou dichterbij.
Dus waarom zou ik
trachten
daarmee komaf te maken?


© 2017 Susanna Mariën
De laatste foto.

20 oktober 2018

Het stille dorp

Het was vroeger zeker niet allemaal beter.
De meeste mensen moesten bijvoorbeeld lichamelijk veel harder werken dan tegenwoordig. Ik zie het nog voor mij: mijn moeder die een volledige maandag nodig had om de wekelijkse was van zes personen te doen, bijna helemaal met de hand. Aan strijken kwam ze zelfs niet toe. Dat was voor de dinsdag.
Aan de andere kant van dat harde werk zat wel het feit dat er heel wat minder druk achter zat. Veel mensen konden op hun eigen ritme werken.
Dit gezegd zijnde... ik verheerlijk niet per se het verleden.

Bij mijn wandeling vandaag, zaterdag, werd ik toch geconfronteerd met iets wat vroeger zeker wel veel beter was… namelijk de stilte tegenover het tegenwoordig allesoverheersende lawaai van het verkeer.

Laat me eerst vertellen dat sinds deze week ons dorpscentrum, dat bestaat uit een dorpsplein en een groot kruispunt, volledig onderbroken is wegens wegenwerken. Het zwaar vervoer wordt vanuit het industrieterrein weggeleid via de omringende dorpen, zodat er thuis enkel nog gewone auto’s en camionetten voorbij zoeven. Voor die gewone auto’s is een omleiding voorzien die o.a. thuis passeert. Men zou denken dat zij minder lawaaihinder veroorzaken, maar helaas, het aantal auto’s lijkt wel verdubbeld.  Gelukkig wordt het 's avonds rustiger.

Deze namiddag wandelde ik richting dorpscentrum, een licht briesje in het gezicht en een gesluierde zon in de rug. Even voorbij het kruispuntje met de omleiding, begon het stiller te worden en naarmate ik het centrum naderde, werd het helemaal stil.
Wat een verademing, letterlijk en figuurlijk!

En opeens liep ik in gedachten door het dorp van mijn kindertijd, zeven kilometer van hier. Ik liep weer naar school, of naar de kerk. Ik telde weer het aantal voorbijkomende auto’s – één hand volstond. Ik zag weer de mensen in hun deuropening staan praten met een voorbijganger. Ik hoorde weer een moeder roepen op haar kinderen, die vele huizen verder speelden met hun vriendjes – het was stil genoeg om zover gehoord te worden. Ik hoorde weer het gefladder van de mussen in de hagen en het gefluit van de merels in de fruitbomen. Ik rook weer de geur van bomen en planten. Ik beleefde het allemaal weer opnieuw, gewoon door die stilte.

Nu, terug thuis gekomen, heb ik moeite om mij niet druk te maken om de onophoudende verkeersgeluiden. Door het contrast tussen het stille centrum en onze niet zo stille straat, voel ik nu ook veel beter wat dit verkeerslawaai met mij doet, hoe het mijn geest verstoort en in mijn lichaam kruipt.

Ik neem me voor om morgen die wandeling nog eens te maken.

Maandag gaan de werkzaamheden aan het kruispunt verder en is ook in het dorpscentrum, de stilte weer helemaal voorbij. 


26 juni 2018

Het onaanvaardbare toch aanvaarden

"Het onaanvaardbare toch aanvaarden" zei de therapeut tegen mij, toen ik - naast andere dingen - begon met leren loslaten en ik dat toch zo moeilijk vond. "Bijna onmogelijk", zei ik. "Dan moet je het onmogelijke leren aanvaarden", was het antwoord.
Om dat te leren, ging op zoek naar ‘hoe?'
Ik vond verschillende manieren: ik merkte dat boeken me konden helpen; ik vond een uitstekend hulpmiddel in de FasterEFT praktijk bij Anke; ik ging alleen wandelen; en ik begon ook (mindful) te mediteren. Het hielp allemaal om te leren loslaten.

Loslaten is in de eerste plaats de dingen laten zijn; niet wegduwen, niet berusten, geen afstand nemen, maar aanvaarden - met mededogen aanvaarden.
Dat is niet hetzelfde als onze gedachten naar iets anders, beters, mooiers, leiden; of fanatiek gaan sporten zodat we alles vergeten; of hard werken om onze aandacht bij andere zaken te houden – dat is wegduwen en helpt maar tijdelijk. Het is integendeel naar de problemen, de pijn, het verdriet, kijken, ze doorvoelen en ze er laten zijn.

Om echt te kunnen aanvaarden, is het nodig eerst alles van onszelf te aanvaarden. Daar begint het oefenen: met mededogen naar onszelf leren kijken; aanvaarden dat we pijn en wonden en littekens hebben, dat we niet perfect zijn, dat we niet alles kunnen oplossen, dat we niet altijd kunnen beschikbaar zijn, dat we niet meer zo fit of gezond zijn, dat we niet zo jong meer zijn, dat we ons soms ongewenst voelen terwijl we verbinding zoeken; aanvaarden dat we sommige dingen moeilijk kunnen aanvaarden, enz… We oefenen om onszelf met mededogen te omarmen met alle positieve en minder positieve dingen die we bij onszelf zien.
Dat doen we door de tijd te nemen om te kijken naar onszelf en te voelen wat we voelen.
Het is bijvoorbeeld niet zeggen: 'oh maar ik weet wat of wie ik ben hoor! Ik trek me niets aan van wat anderen zeggen. Ik ben mezelf.' en even later knorrig zijn op jezelf omdat je dit of dat niet gedaan krijgt.
Het is ook niet het weigeren om de pijn of het verdriet te voelen.
Het is gaan zitten en kijken. En met mededogen aanvaarden.
Het is gaan zitten en voelen. Voelen waar de pijn, het ongemak, het verdriet, de onmacht, zich manifesteert in ons lichaam en die pijn, dat ongemak er laten zijn.
Het is de confrontatie met onszelf aangaan, maar zonder te vechten.
Het is kijken, durven kijken, met milde aandacht en voelen; opmerken zonder ons er op te fixeren.  Kijken en voelen en laten zijn.
Telkens opnieuw.

Dat zitten, kijken, voelen, kan op vele manieren en plaatsen. Het kan bijvoorbeeld op een meditatieplaats, of alleen in een zetel thuis, of een uurtje op een bank in het bos, op een bank in een kerk of kapel, .... alleen of in ieder geval in stilte en ongestoord – niet de stilte van ‘geen geluid’ maar de stilte van op jezelf zijn en alles er laten zijn.

En terwijl we bezig zijn met onszelf te leren aanvaarden, leren we ook aanvaarden en loslaten van wat buiten onszelf ligt. En we leren dat niet met ons verstand, maar met ons wezen.
We leren met mededogen kijken naar de pijn van anderen en we leren hen in hun pijn te laten zijn. Zij zullen zelf hun eigen wonden moeten (leren) helen, want wij hebben geleerd dat enkel wijzelf onze eigen pijn kunnen wegnemen en onze wonden kunnen helen. Zij verdienen het om zelf hun pijn en verdriet te verwerken.
We zullen wel klaar staan, wanneer zij om hulp vragen, én als we in de mogelijkheid zijn om die hulp te bieden. En we zullen leren aanvaarden dat we dit niet altijd zullen kunnen. We leren dat iedereen zelf zijn pijn zal moeten verwerken; indien mogelijk of noodzakelijk met hulp - onze hulp of die van een professionele hulpverlener. We kunnen niet bij anderen de pijn wegnemen, we kunnen enkel voor onze eigen pijn zorgen, ook als die pijn anderen betreft.
En soms is dit 'het onaanvaardbare toch aanvaarden'.

---

P.S. Ik schreef dit stukje omdat onlangs iemand me vroeg naar het 'leren loslaten'.




31 mei 2018

San Francisco

Tweeëntwintig jaar geleden zetten we voor het eerst voet op Amerikaanse bodem. San Francisco was de eerste plaats die we aandeden. Buiten het feit dat de omgeving van ons hotel 's avonds niet veilig was heb ik goede herinneringen aan die stad.
Vandaag zag ik op BVN 'Ellie op patrouille' in de aflevering over San Francisco.
De stad is onvoorstelbaar veranderd. Vooral de daklozen en de junkies zijn een groot probleem. Ook op toeristische plaatsen. Natuurlijk focust het programma op problemen, maar toch, de beelden waren er. Ik voelde me er lichamelijk niet goed bij.
Ik neem maar weer een (mooi) boek ter hand en zal me focussen op het goede.

13 mei 2018

Natuurlijk

‘Natuurlijk’ van Jan Terlouw is een boekje dat uitgegeven werd naar aanleiding van de boekenweek 2018. Het wordt aangekondigd als een ode aan de natuur en een warm pleidooi voor duurzaamheid.
Het viel me wat tegen. Ik leerde niets nieuws en het was nogal langdradig. Aan de andere kant schrijft Terlouw zoals hij praat. Ik hoor hem graag bezig, gepassioneerd maar toch kalm en met de waardigheid van zijn leeftijd zijn zegje doende, zoals hij ook al enkele keren hetzelfde pleidooi hield in DWDD. In het boekje kon ik hem zo horen spreken.
Spijt dat ik het boekje kocht, heb ik niet. De opbrengst gaat volledig naar één of ander project in verband met natuur en duurzaamheid. Geld goed besteed dus.


30 april 2018

Gezien de feiten


Het eerste boek van de voorjaarsreis, 'Gezien de feiten', werd het boekenweekgeschenk van 2018, geschreven door Griet Op de Beeck.
Het is een boek(je) dat meteen in mijn lijf zat; er nog steeds zit. Het bracht me een krop in de keel en tranen, maar niet over het einde. De afloop was spijtig en toch weer niet, ook min of meer te voorspellen.
Ik had gehoord dat het boek(je) veel negatieve recensies gekregen had.  Dat begrijp ik niet.
Het boek is geschreven met de ondertussen gekende passie van de auteur, met haar mooie volzinnen, met haar kennis over het leven, waarschijnlijk door ervaring opgedaan. Dat gevoel heb ik toch telkens weer bij het lezen van haar boeken.
De karakters zouden niet evolueren... Gedeeltelijk gaat het boek juist over mensen die halsstarrig vasthouden aan wie ze (geworden) zijn. Als je even rondkijkt, zie je veel van die mensen. Misschien was ik er ooit ook wel één van. Het zijn de mensen die veiligheid zoeken bij wat ze denken dat vaststaat.
De negatieve recensisten missen misschien iets in het leven, denk ik; of ze weten niet wat leven is of hoe het leven voor sommige mensen kan zijn.
Bedankt Griet, voor het boek(je) en voor de gevoelens die het me bracht.

22 maart 2018

Bedenkingen bij Domheid


“Schrijf nooit aan kwade opzet toe wat afdoende kan verklaard worden door domheid.” (Hanlons scheermes)

Als het internet en de sociale media iets hebben blootgelegd, dan is het wel de immense domheid van de mensen. En volgens Johan Braeckman, onder anderen, zijn domme mensen gevaarlijker dan schurken.(*)

Het is niet neerbuigend, of uit boosheid, of welke emotie ook dat ik hier over domheid schrijf. Ik schrijf met een open en warm hart voor alle mensen. Ik tracht enkel op te merken, te observeren, niet te oordelen.

Trouwens, wat is domheid juist? Domheid valt moeilijk te definiëren. Er is ook maar heel weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan vermoed ik, want het is bijna niet te vinden. Misschien ben ik wel te dom om het te vinden?… Grapje. (**) Misschien is domheid wel één van de laatste taboes? En misschien bewijst het feit dat we domheid zo slecht kunnen definiëren wel dat we allemaal een beetje dom zijn; dat intelligentie gewoon ons gevecht tegen de domheid is.

Een drie decennia geleden merkte ik het al, lang voor het internet van het volk werd. Ik werkte tien jaar lang in een bankkantoor, van een bank voor de kleine man, ergens in een Kempens dorp. Maar ook de grote man kwam er zijn centjes deponeren; de banken waren nog niet gedigitaliseerd en het was nog kwestie van je geld te spreiden om belastingen (roerende voorheffing) te vermijden.
Ik kreeg een doorsnee van de gemeentelijke populatie aan mijn loket. En mensen… gingen toen mijn ogen open! Ik stond versteld, langs de ene kant over hoeveel en hoe weinig geld er onder de mensen was en langs de andere kant, over hoeveel domheid er heerste. Ik merkte ook dat er niet noodzakelijk een correlatie was tussen domheid en veel of weinig geld op de rekening(en). Een verschil met heden is dat de domheid over het algemeen wat onder de radar bleef; enkele uitzonderingen niet te na gesproken, viel het meestal niet op.

Tegenwoordig wordt domheid op het www tentoongespreid in al zijn facetten: nooit (geleerd te) denken en desondanks toch onmiddellijk een mening of oordeel klaar hebben, nooit twijfelen, onwetendheid, eigenwijsheid, angst voor verandering, koppigheid, vastgeroeste overtuigingen, ijdelheid, antipathie, … enz. Soms vraag ik me af of domheid ook een overlevingsstrategie van het mensdom zou kunnen zijn? Waarom zou het anders zo alomtegenwoordig zijn?

Domheid heeft natuurlijk zijn gradaties. En er zijn de (gradatie)verschillen tussen domheid, dom zijn en domme dingen doen.
Wat domheid echter niet heeft is een begrenzing. Einstein zei het zo:
‘Two things are infinite: the universe and human stupidity, and I’m nog sure about the universe.’
‘Twee dingen zijn oneindig, het universum en de menselijke domheid; maar van het universum weet ik het niet zeker.’

Je kan over elke vorm van domheid afzonderlijk afwegingen maken en er zelfs hele boeken over schrijven.
Neem nu 'onwetendheid' en als voorbeeld het tegenwoordig alomtegenwoordige bashen op het internet.
Je kan iets niet weten omdat je er nooit over gehoord hebt. (nooit gehoord of geleerd dat bashen kan kwetsen)
Je kan iets niet weten omdat je er geen interesse in hebt. (niet geïnteresseerd te weten of je mensen zou kwetsen)
Je kan heel bewust en/of koppig onwetendheid cultiveren… niet willen weten, niet de moeite willen of kunnen doen om te weten. (niet willen weten dat je mensen kwetst wanneer je agressieve reacties op het internet gooit)
En even tussendoor.... Alles heeft een tegenhanger. Je kan het ‘niet weten’ ook op een positieve manier cultiveren, zoals we doen bij meditatie. Daar laten we (soms) alle weten los om ons open te stellen voor wat zich aandient en te aanvaarden wat zich aandient. Dit ‘niet weten’ is echter geen domheid. Je zou het gerust wijsheid kunnen noemen.

Mensen die weten dat ze (een beetje) dom zijn, vind ik niet zo dom. Het is een begin, te weten, te beseffen dat je niet(s) weet, of weinig.
Ik wil geen valse bescheidenheid hebben. Ik weet dat ik best intelligent ben, hoewel ik dikwijls gevreesd heb om als dom gezien te worden. Intelligentie beschermt echter een mens niet tegen het doen van domme dingen, wat niet hetzelfde is als dom zijn. Ik zie het doen van domme dingen als een tijdelijke (acute) vorm van domheid, die ook weer verdwijnt. Iets in de aard van verliefdheid.
Domheid is trouwens niet de tegenhanger van intelligentie, maar zou er wel een ‘vreemde’ eigenschap van zijn. (**)

Wat vind ik zeker geen domheid ? Het maken van fouten bijvoorbeeld. Bij fouten heb je op de één of andere manier foute inschattingen gemaakt; wat niet hetzelfde is als domme dingen doen.

Terug naar het begin van deze post en naar de domheid en het gevaar ervan. Domheid wordt in stand gehouden door machtshebbers – nog steeds. Domheid zorgt dat deze machtshebbers aan de macht blijven. Domheid kweekt verdeeldheid en vijanden en waar vijanden zijn, wordt oorlog gevoerd; grote en kleine oorlogen. Domheid maakt dat mensen in hun (oorlogs-)stellingen blijven en zo verdeeldheid in stand houden of vergroten. Domheid maakt dat mensen niet verder denken dan vandaag en voor onze kinderen een stervende wereld achterlaten. Enz….
Bij dit laatste denk ik dan weer dat domheid misschien wel een tweesnijdend zwaard is: zowel een overlevingsstrategie als de oorzaak van onze vernietiging.



(*) (http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.2854880#)

(**) -Ene Matthijs van Boxsel (1957) studeerde (cum laude) af op de domheid (morologie) aan de Universiteit van Amsterdam. Hij zou een autoriteit zijn op gebied van domheid.
      -Professor Carlo Cipolla (1922-2000) van de Universiteit van Berkeley hield zich ook bezig met domheid.

12 maart 2018

Open je hart

Het is na middernacht en ik heb een hoofd dat op ontploffen staat, met een pijn die er in rondwandelt. Komt het van die twee glaasjes cava? Of van de suiker in het gebak? Zou kunnen. Maar toch, die glaasjes dronk ik twaalf uur geleden. Neen, ik weet zeker dat de oorzaak overprikkeling is.

Eén of twee keer per jaar is er bij één van mijn pluskinderen een feestje voor de kleinkinderen. Ik verplicht mezelf om mee te gaan (dit om niet te zeggen ‘ik moet meegaan’).  Oh, ik zou gewoon willen zeggen dat ik liever thuis blijf. Het zou echter niet begrepen worden. Van de andere kant vind ik dat een mens - ook een heel gevoelige - soms al eens iets moet kunnen doen dat hem/haar niet zo goed ligt. En er zijn altijd een paar mensen die ik toch weer graag terugzie.
Ik ga dus mee.

Je leert uit ervaringen. Door die ervaringen weet je dat bepaalde mensen, of mensengroepen, je niet goed liggen; dat ze niet goed voor je zijn. Ze zuigen je energie op. Je wil dus die mensen liefst mijden. Soms echter zijn dat mensen die je niet zomaar kan mijden, zoals op familie bijeenkomsten. Een andere les is dan toch te proberen je hart open te stellen en de situatie te aanvaarden zoals ze is.  Dat probeer ik dus.

Onderweg in de auto voel ik een wrevel opkomen. Wrevel omdat ik weer naar zo’n feestje moet.  Ik denk: ‘meisje, maak het je gemakkelijker, open je hart, dat is zoveel mooier en beter’.  Dat doe ik dus, onderweg, in de auto.
Aangekomen blijkt dat we allemaal moeten buiten zitten, weliswaar bij tijden in de zon, maar toch… het is 15°.
‘Open je hart… open je hart...’
Ik probeer er het beste van te maken, houd mijn te dunne jas en mijn sjaal aan, wrijf regelmatig over mijn benen, die koud zijn vanwege een te dunne pantalon.
‘Open je hart… open je hart...’
Ik neem me voor om een paar keer naar binnen te gaan, om op te warmen en om alles even achter me te laten, maar ... ik doe het niet. Ik zit als vastgenageld op mijn stoel. Eén keer verwissel ik van plaats, wanneer de zon weg is van het hoekje waar we zitten en iedereen in een grote kring, midden op de gazon heeft plaatsgenomen – daar schijnt de zon nog wel. Ik sluit me aan en zet me op de vrije plaats op een bank, lekker met mijn rug naar de zon – wanneer die er doorkomt – maar ook met mijn rug in de wind, die ik door mijn dunne jas voel dringen wanneer de zon een tijdje achter een wolk verdwijnt. De bank heeft geen rugleuning en mijn rug krijgt dus lange tijd geen steun. Pfff...
‘Open je hart… open je hart...’
Op het moment dat de meeste gasten naar huis gaan, wordt gevraagd of we blijven om mee frietjes te eten. De andere grootouders blijven ook. Ik wou eigenlijk liever naar huis.
‘Open je hart… open je hart...’
Rond 20 uur vertrekken ook wij.

De nu negenjarige kleinzoon heeft zich vandaag weer twee keer van me weggedraaid wanneer ik hem wil begroeten, bij het aankomen en bij het weggaan. Dat gaat nu al jaren zo. Bij een volwassene zou ik tegenwoordig bij zo'n afwijzing kunnen denken dat het niet mijn probleem is, maar het zijne, maar bij een kind ligt dat moeilijker. Het knaagt. Ik weet ook nooit goed hoe daarmee om te gaan. Het lukt me dan ook niet mijn hart te openen; het sluit zich en ik voel me schuldig. En boos.

Thuisgekomen voel ik me doodop en koud. Heel mijn lijf schreeuwt dat ik er niet meer mee naartoe moet gaan. Het is nu de brokstukken bijeen vegen, (inwendig) zitten janken, en hopen dat ik in slaap zal geraken en dat met de nacht, de hoofdpijn zal verdwijnen.
Ik denk aan het gesprekje met Maurice, één van de aanwezige kinderen. Dertien jaar. Hij kwam naast mij zitten om zijn stukje taart op te eten en we hebben eventjes wat gepraat, over zijn studies. Bij hem opende mijn hart zich zonder moeite. Dat voelde goed. Dat gevoel zal ik trachten mee te nemen wanneer ik seffens naar bed ga. Of is het in dit geval ‘als’ ik naar bed ga, want al ben ik nog zo moe, de overprikkeling wint op zulke momenten. Misschien ga ik eerst nog even enkele bladzijden lezen in een boek dat mijn hart kan verblijden, en openen.


9 maart 2018

Veel meer!


Het belangrijkste dat ik vandaag genoteerd heb, is een citaat van Douglas Harding, een van oorsprong Britse architect, later mysticus, filosoof en auteur:
  "You are not what you look like"  -  "Je bent niet hoe je eruitziet".
Achter het citaat, dat op het eerste zicht eenvoudig lijkt, zit een hele filosofie.  Voorlopig stel ik mij tevreden met het eenvoudige en denk daarbij:
   'Ik ben veel meer dan hoe ik er uitzie, veel meer dan mijn buitenkant.'
Voor mij, die altijd erg onzeker was en me dikwijls minderwaardig voelde, was dit een voldoening gevende gedachte.  Het is bovendien positief dat ik er (meestal) in de verleden tijd kan over spreken, wat dan weer een pluimpje waard is.


8 maart 2018

Over verschillen

Internationale Vrouwendag werd meer dan 100 jaar geleden in het leven geroepen als een actiedag i.v.m. vrouwenrechten en ongelijkheid. Het is schrijnend dat na meer dan een eeuw, een vrouwendag nog steeds nodig is.
Aan mensen die denken dat op vrouwendag complimenten, bloemen of pralines moeten worden uitgedeeld, verwijs ik naar mijn eerste zin. Gelijkheid en rechten, dáárover gaat vrouwendag.

Ik wil hier geen groot betoog houden. Dat gebeurt al genoeg – te veel misschien – in kranten, tijdschriften, tv-programma’s en digitale media.
Een betoogje over kleine, dagelijkse ongelijkheid echter, kan ik niet laten. Het komt vanuit ervaring(en) en het betreft de kleine verschillen, zoals
-niet au sérieux genomen worden als een gesprek gaat over technische onderwerpen,
-het uit handen nemen van bepaalde werkinstrumenten of -gereedschap,
-de vooringenomenheid i.v.m. interesses,
-welke drankjes aangeboden worden,
-het soort geschenken dat gegeven wordt,
-enz… .

Geschenken, één van de verschillen waarvan ik triest kan worden.
Een voorbeeld: wanneer mijn partner in het ziekenhuis bezoek ontving, waren de kleine geschenken die hij kreeg: bier, wijn en heel soms iets om te lezen of fruit en chocolade.
Toen ik in het ziekenhuis bezoek kreeg, stond mijn kamer vol bloemen. Bloemen vind ik niet lelijk – hoewel ik ze liever buiten in de natuur zie dan in een vaas – maar wat is er mis met een wijntje, een biertje, een krant, of een goed boek als geschenk voor een vrouw? Waarom krijgt een zieke man geen bloemen? Waarom moet daar een verschil gemaakt worden?
Dat verschil getuigt volgens mij van twee zaken: vooringenomenheid (dat er een soort natuurlijk verschil in interesse is tussen mannen en vrouwen) en ongeïnteresseerdheid in de persoon aan wie men het geschenk geeft.

Als je bij de grote ongelijkheid in de wereld, tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen bevolkingsgroepen, de vooringenomenheid en desinteresse zou kunnen elimineren, zou het een grote stap voorwaarts naar gelijkheid kunnen zijn én naar een betere wereld.
Het wordt dringend tijd dat we elkaar respectvol als mensen zien, allemaal verschillend, allemaal waardevol en met niet alleen een buitenkant.
En als laatste opmerking: mensen denken soms dat als we elkaar gelijkwaardig zouden behandelen, het spel van aantrekkingskracht (tussen de seksen) zal verdwijnen. Mijn stelling is dat bij respectvol met elkaar omgaan, de aantrekkingskracht tussen de seksen daar niet zal onder lijden, ik ben zelfs overtuigd van het tegendeel.


17 augustus 2017

Bluebird

Het blijkt vandaag de geboortedag van Charles Bukowski te zijn.  Daardoor kwam ik dit gedicht van hem tegen.  Ik vond het mooi.  Hard.  Reflecterend.  De vogel als een beeld van het ware zelf, dat voor de buitenwereld verborgen gehouden wordt.

Bluebird
     by Charles Bukowski

there's a bluebird in my heart that
wants to get out
but I'm too tough for him,
I say, stay in there, I'm not going
to let anybody see
you.
there's a bluebird in my heart that
wants to get out
but I pour whiskey on him and inhale
cigarette smoke
and the whores and the bartenders
and the grocery clerks
never know that
he's
in there.

there's a bluebird in my heart that
wants to get out
but I'm too tough for him,
I say,
stay down, do you want to mess
me up?
you want to screw up the
works?
you want to blow my book sales in
Europe?
there's a bluebird in my heart that
wants to get out
but I'm too clever, I only let him out
at night sometimes
when everybody's asleep.
I say, I know that you're there,
so don't be
sad.
then I put him back,
but he's singing a little
in there, I haven't quite let him
die
and we sleep together like
that
with our
secret pact
and it's nice enough to
make a man
weep, but I don't
weep, do
you?

19 juli 2017

Empathie

Op het ogenblik kijk ik – uitgesteld - naar mijn opnames (10) van “The Mind of the Universe” van de VPRO, een programma waarin wetenschappers in allerlei vakgebieden je meenemen naar de toekomst, met Robbert Dijkgraaf als verbindingspersoon.  Heel interessant vind ik deze uitzendingen … voer voor mijn leerhonger. De afleveringen hebben titels die tot de verbeelding spreken: de schepper, de veroveraar, de maker, de verkenner, de illusionist, de dromer, de zoeker, de speler, de denker en de verbinder.

Vandaag keek ik aflevering 5, de illusionist.

Op het einde in deze aflevering zegt robotingenieur Pascale Fung:
“If robots have empathy they will never harm people.”
Wat als mensen eens wat meer empatisch zouden handelen of hun empathie aanspreken… zouden ze dan ook ophouden met elkaar te kwetsen, ophouden met ruzie maken, ophouden met oorlog voeren? flitste er door mijn hoofd.  Ik weet wel zeker van wel.
Hoe komt het dat wij - of toch sommigen onder ons - robots empathie zouden kunnen aanleren en dat dit toch niet echt goed lukt bij mensen?
Telkens weer merk ik in mijn omgeving dat empathie ver te zoeken is.  Mensen oordelen, oordelen, oordelen over andere mensen, telkens weer.
Kunnen oordelen is soms nodig; het is een overlevingsstrategie, om bijvoorbeeld veilig de straat te kunnen oversteken, om in te schatten of een situatie veilig is, om te beslissen dat de aardappelen gaar zijn, om te beslissen wanneer het tijd is om te studeren, naar bed te gaan, op te staan, enz.
Oordelen over mensen, rechters niet meegerekend - en dan nog - is (eigenlijk) niet nodig.  Wanneer we anderen kunnen laten zijn wie ze zijn - uiteraard zonder wangedrag en geweld te tolereren –, wanneer we met een open geest naar de wereld kunnen (leren) kijken, wanneer we ons empatisch en met mededogen naar andere wezens toe gedragen, zouden we inzien dat oorlog voeren, ruzie maken, geweld plegen, verloren tijd en energie zijn en het leven niet mooier maken.

Een andere stelling in deze uitzending ging o.a.  over “human intelligence”, die zou worden overgebracht op robots.
Ik vraag me af of deze hoogopgeleide professoren en onderzoekers zichzelf daarbij als voorbeeld nemen?  Beseffen zij dat zij behoren tot een uitermate klein percentage van de mensheid?  Ieder mens is even waardevol, iedereen kan iets bijdragen tot de mensheid in zijn geheel, maar niet iedereen is even intelligent.  Wat wordt verstaan onder ‘menselijke intelligentie’?  De mogelijkheid tot leren?  De mogelijkheid tot aanpassen? De mogelijkheid tot creatie? Toch niet de neiging om blindelings een leider te volgen en zich als schapen naar de slachtbank te laten voeren?  Of toch niet het ontbreken van inzicht dat een mens beter zou werken om te leven i.p.v. te leven om te werken? Hoort empathie bij deze menselijke intelligentie? Of omgekeerd?

Ik wil hier wel zeggen dat ik een enorm respect heb voor wetenschappers, vernieuwers, uitvinders, denkers; zij hebben ons leven enorm verbeterd en vergemakkelijkt – toch hier in ieder geval.  Van de andere kant brachten zij ook ‘verbeterde’ oorlogsvoering, ‘betere’ technieken om mensen te manipuleren, onder de knoet te houden, enz., allemaal dingen die gebruikt worden door mensen met weinig of geen empathie.

‘The Mind of the Universe’ roept - bij mij - vragen op en daarom kan ik alleen maar stellen (oordelen) dat ik dit een goed programma vind.

5 juni 2017

In de voetsporen van de Boeddha

Sinds een paar weken ben ik 'In de voetsporen van de Boeddha' van Thich Nhat Hanh aan het lezen (de vijfhonderd bladzijden laten zich niet in korte tijd verteren) … over het leven van Siddhartha Gautama ... wat geromantiseerd, gebaseerd op gekende feiten en aangevuld met persoonlijke inzichten van de auteur: Boeddha als een mens van vlees en bloed. Ondertussen word je langzaamaan ingeleid in het Boeddhisme zoals Thich Nhat Hanh het beleeft of wil doorgeven.
Thich Nhat Hanh is ook de grondlegger van de mindfulness en daarover zijn veel aanwijzingen te vinden in het boek.

Ik ben niet gelovig, religieus, kerkelijk of iets van die aard, wel spiritueel. Het pad dat deze Boeddha onderwees kan echter iedereen gaan, ook als leek, zelfs als verstokte atheïst zoals ik. De Boeddha in het boek zegt ergens dat iemand die verstrikt raakt in het geloof in een doctrine, al zijn vrijheid kwijt raakt; dat iemand die dogmatisch denkt, meent dat zijn leer de enige waarheid is en niet meer kan openstaan om de waarheid te ontdekken; dat meningsverschillen en conflicten (ook oorlogen) allemaal komen van bekrompen opvattingen.
Zijn leer (of het pad dat hij onderwees) kan ook heden ten dage, ook hier in de westerse wereld, toegepast worden. Er wordt geen god of opperwezen of iets anders aanbeden - alles is met alles verbonden - iedereen kan de (of een) boeddha in zichzelf vinden.

Ik kan me natuurlijk niet kritiekloos scharen achter alles wat verteld wordt. Eén van de minder mooie gebeurtenissen vind ik bijvoorbeeld het in de steek laten van vrouw en kind om zijn verlichting te zoeken en later te onderwijzen. Of het inlijven als monnik van duizenden jonge mannen.  Of het bedelen... okee, het is best mogelijk dat het bedelen je nederigheid bijbrengt, maar moet je dat ook bij de allerarmsten doen? Geef mij maar een monnik die naast mediteren, ook mindful zijn eigen groenten kweekt en zijn eigen brood bakt in plaats van te teren op de vruchten van andermans werk. Natuurlijk moet je één en ander in zijn eigen tijd zien en bovendien zullen deze voor mij onprettige aangelegenheden wel ergens een persoonlijk wondje of litteken raken.

Om het Boeddhisme van (de strekking van) Thich Nhat Hanh toe te passen hoef je geen monnik of non te worden.  Je kan het in praktijk brengen vanuit gelijk welke levenshouding, of levensfilosofie of zelf geloof (hoewel dit laatste in mijn ogen in tegenspraak is met wat er over dogma's en doctrines gezegd wordt, maar ach...).
Het gaat om het ‘ervaren’ van het pad van 'begrip en liefde'.
Wat kan er mooier zijn?...
Een inspirerend boek dat mij een rust brengt, zoals nog geen ander boek deed.


3 juni 2017

Verbondenheid

Niets staat geheel op zichzelf.
Alles staat in relatie tot elkaar.

     ~Boeddha~
   

Het web van verbondenheid

27 mei 2017

Hemels

Het boek stond al enkele jaren te wachten in mijn kast. Waarom ik het zolang links liet liggen, weet ik niet echt. Was het omdat het levensverhaal van de auteur een zere plek bij me raakt? Vreesde ik te worden geconfronteerd met een schrijverschap waar ik enkel kan van dromen?
Bij de vele interviews met de schrijfster die ik hoorde, kon ik enkel sympathie bovenhalen, hoewel ik – gek genoeg – eigenlijk het tegengestelde wou. Wat zit er echt achter deze dubbele houding? Niet uitgekomen dromen? Durf, die ik dikwijls ver moet zoeken? Ze komt in ieder geval op één of andere manier heel dichtbij iets belangrijks.

Maar ik heb het nu eindelijk gelezen.

Zeven dingen die mij raakten in het boek; 1 Dat het geschreven is in mijn taal (waarmee ik niet het Nederlands bedoel), 2 Dat ik me kon identificeren met twee (soms drie) personages, 3 Dat de karakterschetsen herkenbaar waren, 4 Dat ik heb geweend, 5 Dat ik heb geglimlacht, 6 Dat ik het boek eindigde met een krop in mijn keel, 7 Dat het boek precies wist wanneer het moest gelezen worden (timing is zo niet alles dan toch veel).

(Iemand die het boek gelezen heeft, zal het format van deze laatste alinea begrijpen)









23 mei 2017

Zegeningen

Ik voel me bijna schuldig, hier op deze vredige campingplaats onder het lover, beschut tegen de hete namiddagzon. Ik zeg wel: 'bijna', want ik geef me rekenschap van mijn zegeningen (I count my blessings). Je dan schuldig voelen is als vloeken in een stille kerk (waar komt deze vergelijking nu weer vandaan?).

Weer zijn er (vooral jonge) mensen vermoord. Manchester dit keer. Weggemaaid door haat. Dat gebeurt ook dagelijks op plaatsen die zich veel verder van mijn comfortabele bed bevinden. Dagelijks zijn er ouders, broers, zussen, kinderen, vrienden, die hun geliefden verliezen door zinloos geweld.

Daar denk ik nu aan. Daar gaat mijn hart nu naartoe; naar alle slachtoffers van dat zinloze mensengeweld.

Haat ontstaat uit angst, las ik onlangs ergens. Daar kan ik vele invullingen aan geven, bijvoorbeeld: angst om kwijt te raken; angst om verplicht te worden; angst voor één of andere gevangenschap; angst waarmee je grootgebracht werd; angst die de media én de politiek (dikwijls één pot nat) dagelijks aanwakkeren; enz…..

Zeker vandaag voel ik het als een plicht om van mijn zegeningen te (leren) genieten.