Wat doe je als je in een facebookgroep, waar je voor het overige prettige, nuttige, hartverwarmende, interessante posten vindt, flagrante taalfouten tegenkomt?
Ik vind het een moeilijke. Ik lees zo’n post en er draait iets ondersteboven in mijn lijf. Zo’n taalfout bezorgt me een soort pijn. Ik bedenk dat de basisgrammatica van onze taal toch al in de lager school aangeleerd wordt. Hoe komt het toch dat mensen daar zo hun voeten aan vegen? Hoe komt het toch dat er niet zoveel van bleef hangen? Bovendien is taal, ook onze taal, iets heel mooi. En belangrijk. Door het juiste taalgebruik, de juiste woorden, kunnen we elkaar (beter) begrijpen. Toch? Ik zeg, of schrijf, echter niets. Eerst en vooral wil ik mezelf beschermen; ik werd vroeger regelmatig verweten een taalnazi te zijn, wat ik helemaal niet fijn vond en vind. Om mijn verbeterende reactie te verklaren kon ik me ook niet verschuilen achter een leraarschap Nederlands. Taalleraren mogen mensen op hun taalfouten wijzen. Maar waar haal ik de bevoegdheid om dit ook te mogen doen? De tweede reden is dat we elkaar wél kunnen begrijpen, ook mét de taalfouten. Niet iedereen is even welbespraakt of onderlegd in taal. Zolang er maar goede bedoelingen achter schuilen. Ik moedig mezelf dan aan om mededogen te beoefenen en de taalfout voorbij te laten gaan. Wanneer ik plots een reactie lees van iemand die wél durft een correctie te plaatsen, ben ik opgelucht en blij, niet in het minste omdat er getoond wordt dat ik niet de enige taalpurist ben. |
19 april 2020
Taalpurisme
8 april 2020
Mogelijkheden
Iets wat nog niet benoemd is, wat (nog) geen naam heeft gekregen, wat (nog) niet door een woord gedefinieerd wordt, draagt nog alle mogelijkheden in zich.
Pas wanneer het benoemd wordt, wanneer er een woord op geplakt wordt, houden de mogelijkheden op en vernauwt het benoemde zich tot de definitie van dat woord. Ik heb me al vaak de vraag gesteld: wie ben ik nu eigenlijk? Misschien moet ik die vraag niet (meer) stellen. Elk antwoord zal altijd een woord zijn, een woord dat definieert, een woord dat een grens trekt tussen wat ik dan ben en wat niet, een woord dat beperkt, een woord dat aan mijn mogelijkheden een einde stelt. |
21 maart 2020
20 maart 2020
Help
Dit is - of was - een ongepubliceerd tekstje dat ik schreef in december 2019. Ik diepte het op en publiceer het hier toch omdat het in deze corona-tijden voor sommige mensen misschien wel een hulp kan zijn. |
"Love is a classroom where 2 people support each other to become the best version of themselves, a classroom where we teach and learn. A good lover is a good educator but also a good pupil."
~Alain de Botton~
|
Bij de hulpvraag die ik kreeg, was mijn eigen reactie ook “help!”.
Niet dat de hulpvraag als dusdanig gesteld werd. Ze kwam naar me toe als een andere vraag, die er nu verder niet toe doet. Zulk een hulpvraag betekent niet: wil je het (helpen) oplossen voor mij? De meeste hulpvragen betekenen eerder: wil je luisteren naar mijn pijn? En ook wel: hou van mij!
Omdat mijn eigen, inwendige reactie ook een hulpvraag inhield, redeneerde ik dat ik in de eerste plaats ook naar mezelf moest luisteren. Ik hoorde dat ik naar liefde vroeg; liefde om de ontreddering die ik voelde te kunnen aanvaarden en om er te kunnen zijn voor de ander – de persoon van de hulpvraag ligt mij namelijk nauw aan het hart.
Liefde kent vele vormen, maar ze is altijd positief. In dit geval nam ze de vorm aan van mededogen en empathie. Ik vroeg aan mezelf wat ik nodig had, zodat ik dat vreselijke gevoel van ontreddering kon loslaten.
“Wat jij nu nodig hebt Susanna is een goede meditatie; eentje die je helpt om te gaan met deze moeilijke gevoelens”, sprak ik tot mezelf.
“Daarna ga je erover schrijven” zei ik mild tot mezelf.
Ik vond een goede meditatie met de titel ‘accepting this moment’. De tranen rolden. Daarna zette ik een - op dat moment – helend meditatiemuziekje op. Het hielp allemaal een beetje.
Toen schoten mij de eerste teksten van de boeddhistisch leer te binnen:
Er is lijden. Het lijden heeft een oorzaak. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden door het achtvoudige pad te volgen. (heel simpel en met eigen woorden uitgedrukt)
Voor mij is het een hulp, te weten dat er (ook bij anderen) lijden is, dat ik niet de eerste of enige ben, dat ik niet alleen ben en dat wij, mensen, dan meestal ook nog zelf de oorzaak van dat lijden zijn door de manier waarop we er mee omgaan. Heel dikwijls vergroten we het lijden door ons ertegen te verzetten. Dat laatste maakt dat we er ook iets kunnen aan doen, dat we ons lijden kunnen verzachten of soms zelfs laten ophouden. Als we kunnen aanvaarden wat er op dit moment is, wordt het lijden minder.
Zo kwam ik weer bij wat ik op dat moment nodig had: mezelf de nodige liefde geven.
Die liefde is niet te vinden in de koelkast, een plaats waar veel mensen, ikzelf incluis, er wel eens naar op zoek gaan.
Die liefde zit wel in mezelf en komt tevoorschijn in gevoelens van mildheid, mededogen, empathie.
Ik voel me nog steeds ontredderd, maar door mijn gevoel te aanvaarden zoals het nu is, door de situatie te aanvaarden zoals ze nu is, zal ik er straks beter kunnen zijn voor de ander.
|
16 maart 2020
Moeder Natuur
Moeder Natuur zet haar kinderen even op hun plaats zodat ze zelf opnieuw een beetje kan ademen. Ze laat ons voelen wat ademnood betekent. Dat doet ze door de ziekte zelf én door de adem afsnijdende angst hiervoor.
Een groot deel van het luchtverkeer ligt stil. Door het thuiswerk is ook het autoverkeer sterk verminderd. Ongetwijfeld heeft dit een positief effect op de luchtvervuiling, op het milieu en voor moeder Aarde. Hopelijk - maar ik vrees ervoor - kan er een positief vervolg komen op deze situatie door bijvoorbeeld blijvend meer thuiswerk te organiseren. Ondertussen ... zorg goed voor jezelf én voor de anderen door te doen wat nodig is, of juist niet te doen wat onverantwoord is. Take care. |
10 maart 2020
Contradictie
Het thema van de boekenweek 2020 is ‘rebellen en dwarsdenkers’.
Nog voor de week begon was er al een rel rond het boekje van Öz (Özcan Akyol), die het boekenweekessay mocht schrijven en volledig tegen de stroom in afgaf op het literaire wereldje. Eén boekhandel wilde zelfs het essay uit de rekken laten halen - wat niet gelukt is. Is Öz nu een dwarsdenker of rebel of beide omdat hij een essay schreef dat binnen de opdracht viel, of is hij nu juist géén rebel of dwarsdenker omdat hij zich aan zijn opdracht gehouden heeft? Van een contradictie gesproken. |
20 februari 2020
Stilstand
Het is de laatste tijd stilletjes op mijn stilte-pagina en -site. Ook de stilte-avonden zijn wat stilgevallen. Telkens komt het ‘stil’-woord tevoorschijn.
Eerst vond ik het niet zo fijn dat er geen mensen meer afkwamen op de stilte-avonden. De heel menselijke vragen: ‘wat deed ik fout?’ en ‘wat deed ik niet (goed)?’ kwamen bovendrijven. Maar dat zijn nutteloze vragen. Een betere vraag zou zijn: ‘wat doe ik nu?’ Het antwoord dat ik daarop vond was: ‘ik laat het even zijn.’ Stilstaan is niet altijd achteruitgaan zoals sommige uitspraken, vooral in de economische sector, suggereren. Stilstand kan ook een noodzakelijke periode van rust zijn, van reflectie. Misschien kan er beter gedacht worden: ‘zonder stilstand geen vooruitgang.’ Ik wacht dus even af en zal wel voelen wanneer het tijd is om weer mijn schouders onder de stilte-avonden te zetten. Hoewel ik ondertussen wel degelijk tijd wil maken wanneer er mensen graag op een stilte-avond willen aanwezig zijn. Ze blijven welkom op maandagavond vanaf 19:15. ‘Het wonder van de bomen is dat ze groeien in stilstand, hun buitengewoon evenwicht tussen dynamiek en onbeweeglijkheid.’ ~Paul de Wispelaere~ |
30 januari 2020
Gedichtendag 2020
Tja, het lijkt alsof ik me er vlug vanaf wou maken, maar dat is het toch niet. Ik kon geen betere of andere manier vinden om te uit te drukken wat ik wou zeggen, wat leeft in mij op dit ogenblik.
17 januari 2020
Retorische en andere vragen
Bij het onderdeeltje over niet-criminiele psychopatie in de reeks Misdaaddokters (dik halfweg in aflevering 5 - nu nog te bekijken op VRT NU), verklaarde forensisch psychiater Rudy Verelst:
“Er is een zekere niet-empathie nodig om vooruit te geraken.” Dit wierp bij mij onmiddellijk een hoop vragen op: Vooruit geraken waar? In de maatschappij zoals die nu is? Hoever vooruit? Vooruit geraken in of met een bedrijf ten kosten van werknemers? Financieel? Waarom zou men mét meer empathie niet ook vooruit kunnen geraken? Kan je het benoemen als ‘vooruit geraken’ wanneer men daarvoor bij wijze van spreken over lijken gaat? Hoe hoog is het psychopatiegehalte bij (sommige) psychiaters? Dat mensen die het tot grote rijkdom of hoog in de financiële of maatschappelijke hiërarchie hebben geschopt, (meestal) niet de meest empathische mensen zullen zijn, daarmee ga ik akkoord. Zulke maatschappelijke posities benoemen als ‘vooruit geraken’ zegt veel over de normen en waarden van de betreffende persoon. Is een leven niet (veel) meer dan hoe groot de som is die op je bankrekeningen staat? |
25 december 2019
Kerstavond
Het is kerstavond en we kunnen onder ons twee van een lekker kerstmaaltijdje genieten. We praten over het voorbije jaar. Dat was niet niks, zeker niet voor zo’n HS-zieltje als ik.
Sinds 19 december herbeleef ik het weer allemaal: de hartstilstand van mijn echtgenoot op de vijfde dag van onze vakantie, het ziekenhuis in Innsbruck, de feestdagen die geen feestdagen waren, de kinderen die overkwamen, de onzekerheid, ook het fantastisch medisch personeel ginder, de hartelijke vrijwilligers, … Maar het is goed om het rustig aan, dag voor dag, weer te laten passeren. Het helpt om het allemaal te verwerken en een plaats te geven. Het was een jaar van ploeteren, van inzichten ook, van vallen en weer opstaan - zoals het leven, maar dan wat geconcentreerder in de tijd. Zonder modder kan de lotusbloem niet groeien, zegt men in het Boeddhisme en het Hindoeïsme. Ik kijk uit naar de nieuwe bloem die straks misschien weer kan openbloeien. Aan het geploeter in die modder te voelen, zou het wel eens een hele mooie kunnen worden. |
13 december 2019
Het is goed zoals het is
De meditatiestem zegt: “Haal diep adem, hou gedurende een seconde je adem in en adem dan langzaam en diep uit.” Die seconde tussen in- en uitademing wordt er een ‘seconde van vrede’ genoemd. Wel, voor mij werkt het niet. Het is een seconde van spanning. Elke opdracht om op een bepaalde wijze te ademen brengt trouwens een spanning teweeg.
De vraag in de mindfulness-meditaties om gewoon je adem te observeren, er bij aanwezig te zijn en er niets aan te veranderen, die vraag, die eigenlijk ook een opdracht is, ligt mij beter. Die opdracht zegt: het is goed zoals het is.
Zo ben ik trouwens in de (mindfulness) meditaties gesukkeld. Bij een korte meditatie op een cursus, gaf de begeleidster aan: “het is goed zoals het is”. Ik herinner me nog dat daardoor mijn tranen begonnen te rollen. Aanvaarden helpt loslaten.
Zeker wanneer ik het moeilijk heb, is dat zinnetje een opsteker. Het zegt dat het niet erg is hoe ik me voel; of ik me nu overweldigd voel of ontspoord, verdwaald, wanhopig, onzeker, angstig, … Het is (goed) zoals het is. Ik mag het voelen. Het is mededogen voelen voor mezelf. Het is aanvaarden dat is wat is en van daaruit beginnen kijken of ik hier of daar iets kan doen of veranderen zodat mijn gevoelens een positievere richting zouden uitgaan.
Meditaties genoeg, dus zoek ik een andere, eentje die de spanning niet vergroot.
En het is goed zoals het is.
|
1 december 2019
Inspirerende citaten - 4
Een gegeven waar ik al dikwijls bij stilstond: we werden wel opgevoed om slim te zijn, om met machines en (de allernieuwste) technologie om te gaan, maar in onze opvoeding leerden we niets over emoties, gevoelens, wijsheid, enz. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo.
Mensen mogen nog zo verstandig of intelligent, rijk of machtig zijn, kijk naar hun relaties en je ziet dat ze op dat vlak niet verder staan dan iedere andere doorsnee mens. Qua emoties en driften zijn we quasi niet geëvolueerd en zijn we nog steeds de primaten van tienduizend jaar geleden. Zelf kan ik al ettelijke decennia terugkijken en ik zie nog steeds dezelfde problemen tussen mensen, dezelfde intriges, dezelfde emotionele strijd als vroeger. Hoewel wij toen nog water ophaalden uit een waterput en de enige technologie een mechanische platenspeler, een radio en in iedere kamer één gloeilamp was, terwijl we nu onze huizen met tal van elektronische toestellen van op afstand kunnen bedienen, is er op het vlak van emoties en driften niets veranderd. Mensen willen nog steeds wat anderen hebben. Ze zijn nog steeds afgunstig op het grote(re) huis, de grote(re) auto, de mooie(re) gazon van de buren, op de partner van een vriend(in), op de nieuwe job van een collega, … Voor de machthebbers loont het niet om mensen emotioneel op te voeden. Die mensen zouden evenwichtige en wijzere mensen worden, die ze niet meer zo gemakkelijk naar hun hand zouden kunnen zetten. ‘Verdeel en heers’ lukt veel beter met emotioneel onvolwassen mensen. Neen laat ze maar ploeteren in het moeras van hun emoties en ze zullen als het er op aankomt mooi in het rijtje lopen. In tegenstelling tot op het materiele en technologisch gebied, waarvoor wij hier degelijk onderwijs krijgen, moet elke generatie steeds opnieuw zelf op onderzoek naar oplossingen, naar leerstof voor onze emotionele ongeletterdheid, om te proberen emotioneel wat volwassener te worden. Spijtig genoeg zijn het steeds slechts uitzonderingen die deze inspanning zullen doen. Mensen die opgroeien in een emotioneel sterk gezin, hebben geluk. Zij hebben kunnen leren door te kopiëren. Maar naar mijn aanvoelen zijn dat de witte raven. |
27 november 2019
Inspirerende citaten - 3
”De reflectie moet voorafgaan aan het woord, en als je praat kan dat niet.’
Een citaat van Margot Vanderstraeten in het programma ‘Alleen Elvis blijft bestaan’ van 23 november. Bij het schrijven heeft men inderdaad (meer) tijd voor reflectie, bij het praten niet, of veel minder. Reflectie wordt sowieso (te) weinig beoefent. Het lijkt een ongekend woord. Of men brengt het in verband met godsdienstige oefeningen. Het wordt dikwijls ook als negatief bekeken, als ‘te’ diep nadenken over iets. Nochtans is een stapje terugnemen en de zaken, de handelingen van zichzelf of van anderen, vanuit zoveel mogelijke gezichtspunten bekijken een goede manier om een meer vredelievende samenleving te bewerkstelligen. Ook achter het klavier(tje) van PC, laptop of mobiel, waar men - in tegenstelling tot bij een gesprek - in principe toch meer de tijd heeft om over het gegeven te reflecteren en woorden te wikken en wegen, wordt op de sociale media ondoordacht gepraat, gekletst, meningen gespuid, emotioneel gereageerd, enz. Als kippen in een hoenderhok draaft men van de ene conversatie naar de andere, pikt hier en daar een woordje mee en tikt dan ondoordachte, niet gereflecteerde reacties neer. Ik begrijp dit niet zo goed, maar ja, mensen zijn nu eenmaal verschillend en niet iedereen wikt en weegt zijn woorden, laat staan reflecteert over het gegeven. Natuurlijk komen bij mij zelf ook ondoordachte reacties boven, maar juist dan biedt het klavier de mogelijkheid tot reflectie: “… oh, denk ik er echt zo over? Voel ik dit echt zo? En waarom? Is het nuttig dat ik hierop reageer? Is het wel nodig dat ik hierop reageer? Als ik er verder naar kijk, behoud ik dan hetzelfde gevoel-reactie-mening? …?” In een gesprek, is dat veel moeilijker. De meeste mensen verwachten dat je onmiddellijk antwoordt, dat je reageert. Als je in een gesprek even de tijd neemt om over iets te reflecteren, is de kans groot dat je gesprekspartner het ondertussen al over iets anders heeft. Ooit vroeg ik aan iemand waarom die een bepaald iets had gezegd. Het antwoord kwam - ook weer - onmiddellijk: “ik moest toch iets zeggen.” Alsof iets zeggen dat geen betekenis heeft, dat kant noch wal raakt, dat zich naast de waarheid bevindt, een mooier of beter beeld van jezelf geeft dan wanneer je niet onmiddellijk iets zegt, of helemaal niets. Naar binnen gaan is spijtig genoeg niet veel mensen gegeven. |
7 november 2019
Nooit goed genoeg
Bij een gesprek gisteren, stak het stiekem weer de kop op: ‘nooit genoeg - nooit goed genoeg’. Ik heb daar nochtans al hard aan gewerkt.
Rationeel kan ik zeggen: "Sus, je doet/deed het beste wat je kan/kon met de mogelijkheden die jou ter beschikking zijn/waren. En je hoeft niet perfect te zijn. Niemand is perfect." Een mens is echter meer dan ratio. Wat men voelt, speelt ook een grote rol. Ratio en gevoelens gaan niet per se hand in hand. Sommige gevoelens werden ooit aangeleerd; er werd bijgebracht wat er kan en mag gevoeld worden, ‘moet’ gevoeld worden in sommige gevallen. Ik ben geboren en opgegroeid in een warm nestje, dat zich echter situeerde in een groter en koud nest, want zoals vroeger wel vaker gebeurde, woonden wij ‘bij in’ bij mijn grootouders langs vaders kant. Mijn moeder en ik en later ook (in mindere mate?) de rest van de kroost, waren nooit goed genoeg - zelfs mijn vader deelde in de figuurlijke klappen. Door die grootmoeder was de afwijzing totaal. Zeven jaren lang heeft ze het er op alle mogelijke manieren dagelijks ingetimmerd: niet goed genoeg! Zelfs toen wij later apart woonden, bleef ze ons omlaaghalen. Gelukkig weet ik ondertussen - rationeel - dat dit niet zo is. En wanneer ik het niet-goed-genoeg-gevoel weer opmerk, ga ik er opnieuw mee aan de slag. Door het gesprek van gisteren werd het me wel weer duidelijk dat het verdorie lastig is om kwijt te raken wat op zulke jonge leeftijd werd meegegeven en opgedrongen. Maar kijk, hier sta ik en ik durf te zeggen: ik ben zeker wel goed genoeg! Ook al zegt mijn gevoel soms nog iets anders. |
17 oktober 2019
Een beetje humor
Ooit werd mij gezegd dat het nooit kwaad kan om in je zelfzorg wat humor te brengen.
Daar kan ik achter staan. Een beetje humor maakt het leven lichter.
Onderstaande, grappige ademhalingsmantra vond ik ergens zweven op het internet en gebruik die nu regelmatig wanneer het weer eens wat minder met me gaat. Het werkt even goed als, of misschien zelfs beter dan de gewone, ernstige mantra's. |
16 oktober 2019
Gemiddelden
Gemiddelden zijn cijfers en tabellen. Met gegevens van ons allen samen worden die gemiddelden opgemaakt, maar slechts een fractie van de mensen passen echt in het rijtje van deze gemiddelden. De anderen, de meeste mensen dus, staan in meer of mindere mate naast dat rijtje.
Spijtig genoeg wordt door de (huidige?) maatschappij van ons verwacht dat we binnen de lijntjes van de cijfers lopen. Iets wat absurd is. Als we ons allemaal binnen die lijntjes zouden bevinden, zouden we allemaal hetzelfde zijn. De cijfers en tabellen van de gemiddelden worden gebruikt om ons te kneden zodat we zouden passen in één van de hokjes die gefabriceerd worden door diezelfde cijfers en tabellen. Een warme oproep dus, om je niet te laten vangen door lijntjes en hokjes. We hoeven ons niet aan te passen om in deze gemiddelden te passen. 'Wij' maken die gemiddelden, maar enkel doordat we allemaal meer of minder verschillend zijn. We mogen dus gerust onszelf zijn. P.S. Noteer dat ik het woord 'normaal' niet gebruikt heb. |
4 oktober 2019
Inspirerende citaten - 2
Een citaat van de filosoof René ten Bos, over eigenheid, toe-eigenen, en dus ook over de noodzaak van loslaten:
|
3 oktober 2019
Inspirerende citaten - 1
Af en toe kom ik een mooi citaat tegen dat eens niet komt van één van de mooie plaatjes van de bekende sociale media. Ook de vorige blogpost 'Geleend' was er zo eentje.
Vandaag stootte ik op een citaat van 'John Muir', natuurvorser en schrijver, die mee aan de wieg stond van de Nationale Parken van de Verenigde Staten.
(eigen foto)
|
23 september 2019
Inspirerende citaten
In de mooie aflevering van het programma 'de Verwondering' met gast Dirk van de Glind, hoorde ik een tekst die ik zo mooi vond dat ik hem hier wil delen. Het is een fragment uit de bundel Sprookjes van Hermann Hesse.
|
13 september 2019
Over de slachtofferrol en compassie
Wanneer mensen met ‘compassie voor zichzelf’ bedoelen: mededogend, begripvol, liefdevol voor zichzelf zijn, dan zijn ze op goede weg. Maar als ze daarmee bedoelen: medelijden met zichzelf hebben, dan niet - hoewel dat ook heel menselijk is.
Met dit soort compassie komen we nergens. En het is dit soort compassie dat we hebben als we in een slachtofferrol kruipen, wanneer we denken of vinden dat anderen schuld hebben aan hoe we ons voelen. We kunnen andere mensen niet veranderen. We kunnen enkel aan onszelf werken. De goede dingen die we doen, zoals zorgzaam zijn, plichtsbewust, empathisch, enz., kunnen we niet verwachten van anderen. Ze zijn nu eenmaal wie ze zijn. Geven doe je omdat je wil geven, niet om iets terug te krijgen – hoewel het natuurlijk heel fijn is wanneer we daar wel iets voor terugkrijgen. Vaak zijn we zo met alles en iedereen bezig, dat we onszelf vergeten. En daar wringt het schoentje. ‘Wij’ zijn degenen die aan onszelf moeten (beginnen) denken en af en toe ook aan onszelf geven wat we aan anderen geven, ongeacht wat anderen daarvan denken of hoe ze zullen reageren. We hoeven daarvoor niet egoïstisch te worden. We hoeven er enkel ook voor onszelf te zijn, op de manier dat we er voor anderen zijn. Ons leven ligt in onze eigen handen. En er zullen altijd wel mensen zijn die dingen (zullen) doen die ons negatief raken. Het is aan ons om te leren hoe daar mee om te gaan en er op zulke momenten voor onszelf te zijn; onszelf liefdevol te bejegenen. Dan stappen we uit de slachtofferrol en nemen we ons leven in eigen handen. Voor sommigen klinkt dit nu misschien hard en dat begrijp ik. Ik kreeg het ooit ook zo voor mijn kiezen - althans zo voelde het toen aan - op het moment dat ik mijn leven en mijn sensitiviteit met alles wat daaruit voortvloeide of mee in verband stond niet zo rooskleurig inzag. Alles zit in onszelf en alles begint bij onszelf. (geschreven naar aanleiding van een FB-post, en met de hoop dat er inzicht uit voortvloeit) |
11 september 2019
Geluk
Dirk De Wachter, en met hem nog vele anderen, roepen op om niet zo te streven naar het geluk. 'De jacht op geluk is een existentiële vergissing' zei hij ooit ergens in een artikel in De Morgen. Geluk als doel stellen in het leven, is vragen naar miserie.
Ik begrijp de stelling en ik sta daar ook achter. Het constant op geluk jagen, ook het zoeken van steeds verdergaande kicks, kan alleen maar tot gevolg hebben dat we teleurgesteld zullen worden en dat het gezochte geluksgevoel steeds ongrijpbaarder wordt. Men wordt daar niet gelukkig(er) van. Ik denk dat we naar het geluk zoeken omdat we een leegte ervaren; een leegte die we willen opvullen. Zingeving, tevredenheid, zelfrespect, zijn enkele van die gevoelens die we zoeken in geluk. Geluk is niet die hoge piek die we ervaren bij een kick, of bij een verliefdheid. Geluk is zacht en is niet buitenaf te vinden, maar in onszelf. Er is echter een groot verschil tussen het niet vinden van dat gezochte geluksgevoel en ongelukkig zijn. Het zou natuurlijk wel kunnen dat we op de duur ook echt ongelukkig worden wanneer we constant het deksel op onze neus krijgen terwijl we jagen op geluk. Ongelukkig zijn is een donker, duister gevoel, misschien wel een voorbode van, of verwant aan depressie. Wanneer we ongelukkig zijn, streven we niet naar geluk. We willen wel van dat donkere ongeluksgevoel af, want het weegt zwaar op ons (gemoed). We weten: het leven is niet enkel rozengeur en maneschijn. Iedereen krijgt met grote en minder grote tegenslagen te maken. Dat is het leven en daar leren we best mee te leven. Geluk is geen staat van zijn, het zijn momenten, waarvoor je dankbaar kan zijn. En wat als verdrietig zijn en/of je niet-gelukkig voelen, wel een staat van zijn is, met af en toe een onderbreking door gelukkige momenten? |
20 augustus 2019
Onvatbaar
De wereld wordt onvatbaar. Was die het ooit wel? Mijn wereld was vroeger (natuurlijk) kleiner en bijgevolg, makkelijker te vatten. Met de TV en later met het internet werd hij alsmaar groter. Een mens is volgens mij niet gemaakt om in zulk een grote wereld te leven.
Ontspoord lijkt die wereld ook. Dieren sterven in grote getale uit en het klimaat is ontspoord. Maar ook de veroorzaker van die klimaatverandering is ontspoord. Nooit was er een tijd dat mensen zover afgedwaald waren van hun menszijn, van hun deelzijn van de natuur.
Terwijl ik in mijn jeugd nog verwachtte dat mensen zouden opgevoed worden tot intelligente, denkende wezens, die met mededogen zouden rekening houden met al het andere, zie ik nu dat ze, nog meer dan vroeger lijkt mij, gevormd worden tot willoze, volgzame kuddes, afgunstig en hebzuchtig naar het voorbeeld van hun leiders. Ze krijgen nog steeds brood en spelen, meestal in de vorm van massasport- en muziekevenemnten; daarmee zijn ze tevreden, daar genieten ze van. Nadien laten ze zonder verpinken, zonder aan de gevolgen te denken, een berg afval achter.
Creatieve mensen die eigenlijk niet tot die massa’s behoren, worden voor de kar van de ‘brood-en-spelen’-organisators gespannen of trappen in de val van het grote geld. Geld! Weinig mensen doen nog iets omdat ze het echt willen, omdat er een drang, een roeping, achterzit. Neen, ze doen het voor het geld.
Overal is alles 'veel' en 'groot' en 'vlug': op de weg, in de supermarkt, huizen en appartementen, dorpen die uitdijen, kleine evenementen krijgen steeds meer deelnemers, fietsen moet electrisch want zo rijdt het vlugger, … enzoverder.
Ik zoek vanavond mijn heil en heling in mooie, fijne, harmonieuze, gevoelige, …. muziek, die me weghaalt van de wereld waarin ik me meer dan ooit niet thuis voel. Geef mij maar het uitspansel, het universum. Daarbij verdwijnt de onvatbaarheid. Daarbij weet ik dat ik er een deel van ben.
|
7 juni 2019
28 mei 2019
23 mei 2019
16 mei 2019
12 mei 2019
Moeder worden
Fleur schreef in haar column: ‘het beest in mij’.
Zo ervaarde ik het ook tweemaal. In mezelf voelde ik het dier dat enkel kon uitvoeren wat door de natuur wordt opgedragen, net zolang tot het nieuwe leven me verliet. Daarna kwam de liefde, een oerliefde – zo voelde ik het – voor dat kleine, nog hulpeloze wezentje dat voeding, bescherming en koestering nodig had. Het was een les in onvoorwaardelijkheid, een les die ik tweemaal mocht ontvangen. Moeder worden was een kosmische ervaring die gegrift staat in mijn hele zijn. . |
17 maart 2019
Angst, haat en boosheid
Bedenkingen bij de 7de dag van vandaag 17/3. Woorden worden vaak - bewust of onbewust - verkeerd gebruikt. Vooral politici zijn daar goed in. Zo is er het discours dat er angst en haat gezaaid wordt, waarbij dan meestal naar extreem rechts wordt gewezen. De (meestal) linkse politici die deze kreet – ‘angst en haat zaaien’ – telkens opnieuw op ons loslaten, bezondigen zich eigenlijk aan hetzelfde wat zij verguizen. Als je iets maar dikwijls genoeg zegt, blijft het plakken, gaan mensen dit geloven, wordt het werkelijkheid. Ook vandaag ging het – weer – over islam en moslims. Dit naar aanleiding van de terroristische aanslag in Nieuw Zeeland. Mensen die niet zo gelukkig zijn met de afbreuk van onze seculiere maatschappij, worden opgezadeld met gevoelens die zij misschien helemaal niet hebben. Er zullen wel mensen zijn die haat dragen of die angstig zijn. Echter, wanneer ik rondom mij kijk en luister, hoor ik helemaal geen angst of haat. Ik hoor vooral mensen die ‘boos’ zijn. Boos zijn is helemaal niet hetzelfde als haat dragen. Boos zijn is een reactie op gebeurtenissen en handelingen, het is een emotie die je mag hebben, die je mag uiten, op een aanvaardbare en respectvolle manier, wel te verstaan. Die boze mensen zijn niet diegenen die op TV aan de gesprekstafel zitten, zich gedragen als ruziënde kleuters en elkaar bestoken met haatdragende taal. Het zijn niet diegenen die met borden in linkse en rechtse demonstraties meelopen, waarbij ik het niet wil hebben over de vernielingen in hun kielzog. Het zijn de mensen die thuis, in hun buurt, met de vrienden, hun boosheid uiten over de afbraak van onze vrijheden (bv vrijheid van spreken – durf maar eens iets over de islam of over mohammed te zeggen of hem af te beelden), over het nachtlawaai bij de enige en zich afzonderende Marokkaanse familie in de vroeger zo rustige straat, over moslims die het werkschema overhoop halen omdat ze willen bidden (katholieke gelovigen die naar de dagelijkse mis zouden willen moeten er niet aan denken om dat te gebruiken als reden om het werk te onderbreken). Maar deze mensen zijn ook boos over de afbraak van onze verzorgingsmaatschappij, over de te kleine pensioenen waar ze hun ganse leven voor gewerkt hebben en niet eens een rusthuis van kunnen betalen, over de vele diefstallen en baldadigheden (iedereen kent wel iemand waar ingebroken werd), over kleine en minder kleine criminelen die vlugger terug op straat staan dan dat het politierapport is opgemaakt, over politici die hun beloften niet (kunnen) houden, over jobs die naar het goedkopere buitenland verhuizen, over de ongelijke behandeling van kapitaalkrachtigen en gewone mensen, … enz. Is dit haat? Neen, dit is boosheid die door politici als haat wordt omschreven wanneer het over islam en moslims gaat, waardoor mensen in een hoek geduwd worden en zich onbegrepen voelen. Politici van links en rechts, doe vooral zo verder. Jullie woorden zullen werkelijkheid worden. |
4 maart 2019
Leven in je hoofd – Introverte gesprekken met een knipoog
Het waren vandaag in de douche weer interessante gesprekken. Ditmaal ging het over toegeven aan angst(en) en hoe dit niet te doen. De aanleiding is natuurlijk de hartproblematiek van mijn partner. Daarover gingen de gesprekken al ettelijke keren.
Mijn gesprekspartners kwamen, zoals altijd, één voor één te voorschijn. De meesten stelden vragen, ik ook; sommigen gaven antwoorden, ik ook. Deze gesprekken kunnen heel divers zijn. Soms voeren we analytische of existentiële gesprekken, soms zijn het voorbereidingen op komende ontmoetingen, andere keren worden gesprekken uit het echte leven herhaald.... Mijn gesprekspartners zijn mensen die ik ken en mensen die ik enkel van naam ken, of van een enkele ontmoeting. Onbekenden komen maar zelden op de gesprekken af. Gelukkig wacht tegenwoordig iedereen rustig zijn beurt af. Het zou daar anders nogal een drukte zijn. Vroeger gebeurde het wel eens dat ik, door de chaos, de gesprekken abrupt moest afbreken. Voor mij mochten de gesprekken langer duren, maar een ecologisch schuldbewustzijn verplicht me om na een tijdje met het douchen te stoppen en de gesprekken duren maar zolang de douche loopt. Eens ik de douchekraan dichtdraai en mij begin af te drogen, verdwijnen de deelnemers, en dus ook de gesprekken, weer één voor één. Tegen de tijd dat ik weer ben aangekleed, zijn ze allemaal verdwenen. Later, gedurende de dag, voer ik nog wel eens gesprekken, maar niet meer zo gefocust, niet meer zo ongestoord. Af en toe voer ik zelfs gesprekken met mensen buiten mijn hoofd. |
31 januari 2019
27 januari 2019
Shock en trauma
Wanneer je iets neerschrijft, lukt het beter om dit los te laten. Het is er dan uit. Ik heb het gevoel dat de tijd is aangebroken om er iets over te schrijven.
Het is vandaag dag 40. Iets meer dan vijf weken geleden, op negentien december, de vierde dag van onze vakantie in hotel Ländenhof te Mayrhofen, Oostenrijk, letterlijk tussen de soep en de patatten kreeg mijn man een hartinfarct en een hartstilstand. Het was niet onmiddellijk duidelijk, het leek of hij gewoon van zijn stokje was gegaan en ik legde hem onmiddellijk neer met zijn benen omhoog. Maar de twee reutelende ademhalingen die ik hoorde, leken op een doodsreutel. Aan een andere tafel in het restaurant zat een dokter die onmiddellijk tussenkwam, polsslag nam en begon te reanimeren. Gerhard, de oudste zoon van de hoteluitbater had al onmiddellijk de hulpdiensten gebeld. Ze waren er binnen enkele minuten. Eerst één team, later nog een tweede. Mijn man werd tweemaal met de AED geschokt; de derde keer vertelde de machine dat het niet meer nodig was omdat er een hartslag gedetecteerd werd. De dokter van het tweede team besloot om mijn man naar het UZ van Innsbruch te laten overbrengen. Ik mocht of kon niet mee… geen plaats in de ambulance. Twee Rode Kruis medewerkers vingen mij op en na een tijdje reed één van hen (gratis) met mij de zeventig kilometer naar Innsbruch, waar we van een dokter te horen kregen dat er twee stents werden geplaatst op twee kransslagaders – één zat volledig dicht, de ander zo goed als. François hing aan een externe pacemaker-defibrilator en zou enkele dagen in kunstmatige coma gehouden worden om zijn herstel te bespoedigen. Zijn toestand was echter kritiek; hij was nog in levensgevaar. Later hoorde ik dat hij in het ziekenhuis ook nog één of tweemaal moest gereanimeerd worden. De Rode Kruis medewerker bracht me terug naar het hotel en begeleidde me tot binnen waar Bernhard, de jongste zoon, me opving. Ergens in die wirwar van tijd, belde ik naar mijn jongste zoon. Hij zou de andere kinderen verwittigen. Tijdens de rollercoaster van wanhoop, hoop, onzekerheid, angst, dankbaarheid (voor de Oostenrijkse zorg van verpleging en dokters en vrijwilligers, voor de hartelijkheid en ondersteuning van gewone mensen, voor de aanwezigheid van de kinderen), ... een rollercoaster die 18 dagen in Innsbruch liep en daarna nog eens 17 dagen in het Middelheimziekenhuis, maakte ik slechts enkele notities: 11 januari 2019 Een mens, gaat in shock bij een heftige gebeurtenis, zoals ik bij de hartstilstand en reanimatie van mijn man. Het gaat al wat beter, maar ik ben nog steeds niet helemaal uit die shocktoestand. Alles wat gebeurde sinds negentien december lijkt een mistige, nare droom. Onthouden lukt me moeilijk, ik wil iets doen en een stap verder weet ik niet meer wat of doe iets heel anders, concentratie lukt wel, is zelfs nodig om te kunnen functioneren, twee dingen tegelijk is heel moeilijk. Ook mijn oriëntatievermogen heeft een stevige deuk gekregen. Mijn aanvoelen is dat ik op negentien december op slag tien jaar ouder ben geworden. Voor de eerste keer sinds bijna een maand, heb ik vanmorgen weer eens zelf gekookt. Het ging traag... alles wat niet met de kliniek en François te maken heeft, gaat traag, maar dat voelt goed. Het brengt rust. Het werd een stoofpotje met veel groenten, voor deze middag. De vorige weken at ik middag in de personeelskantine van het UZ (Innsbruch) en daarna, terug in België, bij de kinderen. 13 januari 2019 Vandaag reed ik voor het eerst van het ziekenhuis naar huis toe zonder GPS. Niet dat ik die GPS nodig heb, ik ken de weg. Het is de GPS-stem die me bij de werkelijkheid houdt; ze is een vertrouwd iets. Alles wat vertrouwd aanvoelt, is een pleister op een wonde die ik nog niet kan lokaliseren. Mijn herstel moet nog beginnen. 14 januari 2019 Iedere dag, tegen twaalf uur aan, begint de drang zich te laten voelen. Ik wil naar het ziekenhuis, hoewel het eigenlijk nog te vroeg is. Toch vertrek ik, maar ik neem de traagste weg, met veel verkeerslichten, kruispunten en rotondes. Ik ben gewoon al op weg, naar het ziekenhuis. Zolang ik maar tegen veertien uur daar ben, is het goed. De acupunctuursessie van deze morgen was heel erg nodig. 18 januari 2019 Omdat de winter lijkt ingetreden te zijn, heb ik gekozen voor een videosessie FasterEFT bij Anke De Vooght. Het is nodig om de moeilijkste dingen/herinneringen los te laten. 26 januari 2019 Het gaat af en toe niet zo goed met mij…. het gekende fenomeen dat, als de (meeste) stress wegvalt, zich van alles begint te manifesteren. Sinds François beter is - hij is sinds zes dagen weer thuis - heb ik al een paar adrenaline drops gehad en enkele hyperventilatie en daarmee gepaard gaande angstaanvallen. En ook al (her)ken ik dat van vele jaren geleden, het is toch telkens beangstigend. Ik heb techniekjes (o.a. FasterEFT) om het niet zo erg te laten worden als vroeger, wat niet wegneemt dat het op het moment zelf best moeilijk en eng is. Ik mediteer af en toe, maar slechts heel kort, vijf minuutjes. Nu probeer ik die tijd te verlengen. Ik kan nog altijd geen boek, tijdschrift of krant vastnemen. Muziek verdraag ik slechts heel kort en dan liefst hoor ik zachte en niet te ingewikkelde muziek. Tv idem. Mijn HSP-FB groep(en) kan ik ook nog steeds maar op afstand volgen. Bezoek gaat me slechter af dan normaal, ook dat van de kinderen. De meeste mensen komen met twee en dat is anders al druk, nu is dat teveel. Oef... als ze vertrekken… Blij wanneer er eens iemand alleen komt. Ik laat het allemaal gebeuren, ik forceer me niet, doe alles op een slakkengangetje, laat liggen wat ligt als ik er geen zin in heb.… Het zal beteren. Ik surf op wilde golven maar ik weet dat de storm zal gaan liggen. Het gebeurde is ook voor mij een trauma waarvan ik moet genezen, dat ik moet helen... maar dat zal ook tijd vragen. In een leven zijn er trouwens altijd goede en minder goede dagen/tijden. In februari begin ik opnieuw met de stilte avonden... niet voor de anderen, wel voor mezelf. |
13 december 2018
De Bollen
Bij het zien van de hyperrealistische schilderijen van Philip Barlow,
waarbij hij toont hoe mensen die bijziend zijn, de wereld waarnemen,
kwam de herinnering aan 'de bollen' weer bovendrijven.
Toen mijn jongste zoon nog heel klein was, tussen zijn twee en drie jaar, sprak hij over 'de bollen' als dingen waar hij doodsbang voor was. Wij waren verhuisd van een huurhuis met een kleine tuin naar een eigen huis met een veel grotere. Omdat we nu veel ruimte hadden en de kinderen wilden plezieren, plaatsten we nieuwe speeltoestellen, halverwege de tuin, midden op het grasveld. Toch wou onze benjamin opeens niet meer alleen de tuin in. Als we vroegen naar het waarom, zei hij telkens weer dat hij bang was van 'de bollen'. Niets, maar dan ook niets kon hem bewegen om alleen de tuin in te gaan, terwijl hij dat bij onze vorige woonplaats wel had gedaan. De kleine tuin die we toen hadden, bestond uit een klein grasveldje en verder stond het er vol met bomen, struiken en bloemen. We begrepen er niets van. De bollen manifesteerden zich niet alleen in de tuin. Mijn zoon begon ook bang te worden in de slaapkamer. Regelmatig kwam hij naar beneden en stond te wenen omdat hij ook in de slaapkamer bollen zag. Ik probeerde hem uit te leggen dat de bollen niet echt bestonden, dat ze hem al zeker niets zouden doen, dat hij er niet bang voor moest zijn. Na een aantal paniekerige momenten van zijn kant, bleef ik vanaf dan elke avond bij hem zitten, naast zijn bed, tot hij de slaap vatte. Dit zeer tegen de zin van mijn wederhelft, die het bollengedoe maar flauwe kul vond en een manier om mij langer bij het slaapritueel te betrekken. Maar ik had de angst in de ogen van mijn zoon gezien; ik wist ook uit eigen ondervinding wat het met een kind doet als zijn angsten niet ernstig genomen worden; dus ik hield vol en hoopte dat zijn bollenfobie, door die serieus te nemen, zou overgaan. Ik probeerde op alle mogelijke manieren te weten te komen hoe het nu juist zat met die bollen, hoe ze er juist uitzagen, of ze kleuren hadden, of ze bewogen, .... Ik begon te vrezen voor een psychisch probleem. Het duurde tot hij in de kleuterklas, op zijn drie jaar, na het medisch schoolonderzoek een nota meekreeg met de aanbeveling om naar een oogarts te gaan. Daar bleek dat hij -3 dioptrie had. Hij kreeg een bril, de bollen verdwenen en ik hoefde niet meer iedere avond naast zijn bed te zitten wachten tot hij sliep. Hoewel mijn man en ik ook in mindere en meerdere mate bijziend zijn, had ik er nooit bij stilgestaan dat zo'n jong kind al zo erg bijziend zou zijn; het is natuurlijk ook niet van buitenaf te merken. Zo'n peuter kan ook nog niet goed uitdrukken wat hij ziet - of niet ziet. Ik kreeg pas een bril op mijn tiende en mijn man ergens in het middelbaar onderwijs. Ik stond er niet meer bij stil hoe ik de wereld zag zonder bril, omdat ik tenslotte van bij het opstaan tot bij het slapengaan een bril of lenzen op/in had. Nochtans ben ik een vastbijter. Ik geef niet vlug op en blijf zoeken tot ik antwoorden vind. Maar blijkbaar was ik bij de bollen een belangrijk gegeven vergeten, namelijk het gegeven van de ogen en was ik dus niet alleen bijziend maar ook een beetje kortzichtig geweest. |
19 november 2018
Voelen
Meer dan vijf jaar geleden begon mijn jongste zoektocht. Mettertijd is deze zoektocht veranderd in een tocht; het zoeken is weggevallen.
Eén van de dingen die ik aan het begin van die tocht al vlug meekreeg was dat ik opnieuw moest leren voelen. Dat klinkt raar uit de mond van een hoogsensitief iemand, want die voelt alles toch zo intens… Maar veel hsp’s (niet allemaal) zijn erg naar buiten gericht, naar alles wat van buiten binnenkomt, en we vergeten te voelen wat in onszelf aanwezig is of ontstaat door de interactie met de buitenwereld. Niet dat die binnenwereld niet gevoeld wordt; hij wordt eerder genegeerd of afgesloten. Dat negeren ontstaat o.a. doordat dit (soms) de enige manier is die we kennen om met de wereld van mensen en dingen (die ons overweldigen) te kunnen omgaan, om ons te conformeren aan ‘de anderen’ en om ons op één of andere manier proberen veilig te stellen. Het negeren kan ook ontstaan doordat we ‘aangeleerd’ kregen om alles te doen met ons hoofd. En wat moet ons hoofd met al die gevoelens die zich aandienen? Velen leerden dus om daar zo weinig mogelijk aandacht aan te schenken. Door het negeren van ons voelen, zetten we onze creativiteit, leergierigheid, intuïtie, spiritualiteit, e.a. op een laag pitje. Ook grenzen worden niet meer aangevoeld, laat staan aangegeven. Uit dat negeren van onze gevoelens ontstaan logischerwijze ook problemen als angstsymptomen en/of angststoornissen, bindingskwesties, enz. Sommigen – de gelukkigen – leren uit zichzelf om goed, of beter, om te gaan met het voelen. Aan anderen moet eerst verteld worden dat het ook anders kan, wat niet zelden gebeurt na één of andere depressie of een burn-out of andere moeilijkheden. Voelen is in de eerste plaats durven naar binnen gaan en voor een hoogsensitief iemand kan dat best beangstigend en overweldigend zijn want die binnenwereld is diep en heel intens. Maar als je het aandurft, gaat de wereld weer voor je open. |
10 november 2018
Compliment
Mijn blog wordt regelmatig bezocht (en misschien wordt het ook wel gelezen). Dat kan ik zien bij de statistieken. Maar er wordt zelden (of niet) gereageerd. Wanneer ik nu een pluim krijg, mag dat wel eens getoond worden.
Via FB ontving ik volgende commentaar (*):
Bedankt S.I.! Ik probeer in het leven zoveel mogelijk verwachtingen los te laten, maar een bevestiging kan toch wel eens goed voelen. (*) Lichtjes aangepast door enkele ontbrekende persoonlijke voornaamwoorden toe te voegen zodat het tekstje gemakkelijker leest. |
8 november 2018
Ontmoeting en strijd
De avond was verdeeld in twee periodes.
De eerste periode was een gezellig keuvelende omzwerving, van de ruimte tot de mens, tussen natuurfilmpjes en filosofische lezingen, door een woud van muziek, teksten en boeken. Een conversatie met een gelijkgestemde ziel, waar een mens energie en inspiratie uit haalt. Zo’n gesprek helpt om na te denken over de dingen die zijn, helpt om je hart en je gevoel te laten meespreken. Er zijn geen vaststaande stellingen, geen oordelen. Wel observaties en indrukken die verwoord worden. Er wordt gesproken vanuit jezelf en vooral… er wordt geluisterd met een open geest. Uit die gedachtewisseling vormt zich een ontmoeting. De tweede periode, waar anderen - die gewoon als mens best oké zijn - zich bij ons gezelschap voegden, bracht spanning en alertheid. Het werd een gesprek van niet als dusdanig herkende oordelen en verwachtingen, van gelijk halen ook. Er werd gesproken in verplichtingen en conventies, in tegenstellingen en gewenste gelijkenissen. In zulk gesprek word je meegesleurd met de emoties van de ander(en), of je tracht krampachtig deze emoties van je weg te houden. De uitdaging om bij jezelf te blijven, om een open geest te behouden, is groot. Je laveert voortdurend op de grens tussen blijven en opstappen. Het is een gesprek waarvan je moet bekomen, bijkomen, recupereren – lichamelijk en geestelijk. En ook al bedoelt iedereen het goed, toch heeft de gesprekstafel zich getransformeerd in een arena waar een verbale strijd wordt gevoerd. Het contrast - (voor mij) zo ongelofelijk groot - gidst me echter wel naar mijn eigen noden, naar de ingeslagen weg van ontmoetingen met gelijkgestemden, naar het scheppen van meer harmonie. Dus… dankjewel voor deze les. |
3 november 2018
Overleven en aanvaarden
‘Je moet rouw niet verwerken, maar overleven.’
~Manu Keirse~ Er staat geen tijd op rouw, las ik in het boek ‘Helpen bij verlies en verdriet’ van Manu Keirse. Hoewel onze maatschappij dat meestal niet zo ziet, kan ik dit alleen maar beamen. Vorig jaar, op zevenenzestig jarige leeftijd, zat er ergens in mij nog steeds een stukje van een verdrietig, zestienjarig meisje dat haar vader verloor. Het gemis, het verdriet, de pijn, ze waren er nog allemaal – een beetje – af en toe de kop opstekend. Naast het ergste wat zo’n vijftig jaren geleden gebeurde - het overlijden - was het tweede ergste, dat er in ons gezin nog weinig over mijn vader gesproken werd, niet omdat wij dat niet zouden gewild hebben, wel omdat het zo door de buitenwereld werd opgedrongen - die buitenwereld gaande van schoolmeester over dokter tot pastoor, van (groot)ouders over vrienden tot buren. We moesten er maar ‘niet te veel blijven bij stilstaan’ en ‘verder gaan met ons leven’. Zo ging dat toen - zo gaat het nu nog dikwijls, vrees ik. De pijn, het gemis, het verdriet, ze werden weggeduwd. Dit stilzwijgen heeft een diepe, etterende wonde gekerfd in ons gezin en in ieder van ons apart. Onder andere door die ene etterende wonde, konden latere wonden ook niet goed genezen, wat bij de ene al wat zwaardere gevolgen had dan bij de andere. Een aantal jaren geleden volgde ik therapie. Daar werd mij geleerd hoe ik die etterende wonde kon verzorgen en genezen. Er blijft dan wel een litteken, maar de wonde kon zich sluiten. Dat was hoognodig want mijn leven was inderdaad gedurende veel te lange tijd een leven van ‘overleven’ geworden, hoewel dat niet aan mij te zien was, én het zeker ook niet enkel daardoor kwam. Pijn dient om opgemerkt te worden, zodat je iets aan de oorzaak kan doen. De pijn wegduwen – dus niet aanvaarden - is zeker niet de oplossing en maakt alleen maar dat ze telkens opnieuw de kop zal blijven opsteken. Het weglopen en/of ontkennen van het verlies en de pijn zorgt vroeg of laat voor een implosie of explosie, hetzij mentaal of fysiek, hetzij beide. Je verzetten tegen het verlies en de gevoelens die daarmee gepaard gaan, maakt het alleen maar erger. Trachten te aanvaarden, wat trouwens voor het ganse leven geldt, mild zijn voor jezelf, met mededogen jezelf troosten zoals je dat bij een ander zou doen, is heel wat beter dan verzet. Pas wanneer je de pijn aanvaardt kan je stilletjes aan – zonder tijdsbeperking - leren niet te blijven hangen in het verlies, maar wel de herinnering levendig te houden en je daar aan op te trekken. Dit jaar, rond de sterfdatum, die een week vóór Allerheiligen valt, merkte ik voor het eerst dat de pijn van het verdriet en gemis verdwenen was. Het gedicht dat ik vorig jaar op de sterfdag schreef, kwam plots bovendrijven. Ik vermoed dat het verdwijnen van de pijn onder andere daarmee te maken heeft. Ik aanvaardde eindelijk dat die pijn er al die jaren was, en dat het dan zo maar moest zijn. Het zestienjarige meisje kan nu doen wat elke zestienjarige zou moeten kunnen doen… Leven. Het achtenzestigjarige meisje is nog steeds bezig dit te leren. |
Gemis en verdriet Het verdriet en gemis zijn een deel van wie ik ben. Ze nestelden zich in mij, ergens in een duister hoekje van mijn wezen. Sporadisch komt het verdriet bovendrijven. Op je verjaardag, je sterfdag, een kerstavond, overvalt het me wel eens. Ik laat het toe. De smeulende pijn van het verlies brengt jou dichterbij. Dus waarom zou ik trachten daarmee komaf te maken? © 2017 Susanna Mariën |
De laatste foto.
![]() |
20 oktober 2018
Het stille dorp
Het was vroeger zeker niet allemaal beter.
De meeste mensen moesten bijvoorbeeld lichamelijk veel harder werken dan tegenwoordig. Ik zie het nog voor mij: mijn moeder die een volledige maandag nodig had om de wekelijkse was van zes personen te doen, bijna helemaal met de hand. Aan strijken kwam ze zelfs niet toe. Dat was voor de dinsdag. Aan de andere kant van dat harde werk zat wel het feit dat er heel wat minder druk achter zat. Veel mensen konden op hun eigen ritme werken. Dit gezegd zijnde... ik verheerlijk niet per se het verleden. Bij mijn wandeling vandaag, zaterdag, werd ik toch geconfronteerd met iets wat vroeger zeker wel veel beter was… namelijk de stilte tegenover het tegenwoordig allesoverheersende lawaai van het verkeer. Laat me eerst vertellen dat sinds deze week ons dorpscentrum, dat bestaat uit een dorpsplein en een groot kruispunt, volledig onderbroken is wegens wegenwerken. Het zwaar vervoer wordt vanuit het industrieterrein weggeleid via de omringende dorpen, zodat er thuis enkel nog gewone auto’s en camionetten voorbij zoeven. Voor die gewone auto’s is een omleiding voorzien die o.a. thuis passeert. Men zou denken dat zij minder lawaaihinder veroorzaken, maar helaas, het aantal auto’s lijkt wel verdubbeld. Gelukkig wordt het 's avonds rustiger. Deze namiddag wandelde ik richting dorpscentrum, een licht briesje in het gezicht en een gesluierde zon in de rug. Even voorbij het kruispuntje met de omleiding, begon het stiller te worden en naarmate ik het centrum naderde, werd het helemaal stil. Wat een verademing, letterlijk en figuurlijk! En opeens liep ik in gedachten door het dorp van mijn kindertijd, zeven kilometer van hier. Ik liep weer naar school, of naar de kerk. Ik telde weer het aantal voorbijkomende auto’s – één hand volstond. Ik zag weer de mensen in hun deuropening staan praten met een voorbijganger. Ik hoorde weer een moeder roepen op haar kinderen, die vele huizen verder speelden met hun vriendjes – het was stil genoeg om zover gehoord te worden. Ik hoorde weer het gefladder van de mussen in de hagen en het gefluit van de merels in de fruitbomen. Ik rook weer de geur van bomen en planten. Ik beleefde het allemaal weer opnieuw, gewoon door die stilte. Nu, terug thuis gekomen, heb ik moeite om mij niet druk te maken om de onophoudende verkeersgeluiden. Door het contrast tussen het stille centrum en onze niet zo stille straat, voel ik nu ook veel beter wat dit verkeerslawaai met mij doet, hoe het mijn geest verstoort en in mijn lichaam kruipt. Ik neem me voor om morgen die wandeling nog eens te maken. Maandag gaan de werkzaamheden aan het kruispunt verder en is ook in het dorpscentrum, de stilte weer helemaal voorbij. |
26 juni 2018
Het onaanvaardbare toch aanvaarden
"Het onaanvaardbare toch aanvaarden" zei de therapeut tegen mij, toen ik - naast andere dingen - begon met leren loslaten en ik dat toch zo moeilijk vond. "Bijna onmogelijk", zei ik. "Dan moet je het onmogelijke leren aanvaarden", was het antwoord.
Om dat te leren, ging op zoek naar ‘hoe?' Ik vond verschillende manieren: ik merkte dat boeken me konden helpen; ik vond een uitstekend hulpmiddel in de FasterEFT praktijk bij Anke; ik ging alleen wandelen; en ik begon ook (mindful) te mediteren. Het hielp allemaal om te leren loslaten. Loslaten is in de eerste plaats de dingen laten zijn; niet wegduwen, niet berusten, geen afstand nemen, maar aanvaarden - met mededogen aanvaarden. Dat is niet hetzelfde als onze gedachten naar iets anders, beters, mooiers, leiden; of fanatiek gaan sporten zodat we alles vergeten; of hard werken om onze aandacht bij andere zaken te houden – dat is wegduwen en helpt maar tijdelijk. Het is integendeel naar de problemen, de pijn, het verdriet, kijken, ze doorvoelen en ze er laten zijn. Om echt te kunnen aanvaarden, is het nodig eerst alles van onszelf te aanvaarden. Daar begint het oefenen: met mededogen naar onszelf leren kijken; aanvaarden dat we pijn en wonden en littekens hebben, dat we niet perfect zijn, dat we niet alles kunnen oplossen, dat we niet altijd kunnen beschikbaar zijn, dat we niet meer zo fit of gezond zijn, dat we niet zo jong meer zijn, dat we ons soms ongewenst voelen terwijl we verbinding zoeken; aanvaarden dat we sommige dingen moeilijk kunnen aanvaarden, enz… We oefenen om onszelf met mededogen te omarmen met alle positieve en minder positieve dingen die we bij onszelf zien. Dat doen we door de tijd te nemen om te kijken naar onszelf en te voelen wat we voelen. Het is bijvoorbeeld niet zeggen: 'oh maar ik weet wat of wie ik ben hoor! Ik trek me niets aan van wat anderen zeggen. Ik ben mezelf.' en even later knorrig zijn op jezelf omdat je dit of dat niet gedaan krijgt. Het is ook niet het weigeren om de pijn of het verdriet te voelen. Het is gaan zitten en kijken. En met mededogen aanvaarden. Het is gaan zitten en voelen. Voelen waar de pijn, het ongemak, het verdriet, de onmacht, zich manifesteert in ons lichaam en die pijn, dat ongemak er laten zijn. Het is de confrontatie met onszelf aangaan, maar zonder te vechten. Het is kijken, durven kijken, met milde aandacht en voelen; opmerken zonder ons er op te fixeren. Kijken en voelen en laten zijn. Telkens opnieuw. Dat zitten, kijken, voelen, kan op vele manieren en plaatsen. Het kan bijvoorbeeld op een meditatieplaats, of alleen in een zetel thuis, of een uurtje op een bank in het bos, op een bank in een kerk of kapel, .... alleen of in ieder geval in stilte en ongestoord – niet de stilte van ‘geen geluid’ maar de stilte van op jezelf zijn en alles er laten zijn. En terwijl we bezig zijn met onszelf te leren aanvaarden, leren we ook aanvaarden en loslaten van wat buiten onszelf ligt. En we leren dat niet met ons verstand, maar met ons wezen. We leren met mededogen kijken naar de pijn van anderen en we leren hen in hun pijn te laten zijn. Zij zullen zelf hun eigen wonden moeten (leren) helen, want wij hebben geleerd dat enkel wijzelf onze eigen pijn kunnen wegnemen en onze wonden kunnen helen. Zij verdienen het om zelf hun pijn en verdriet te verwerken. We zullen wel klaar staan, wanneer zij om hulp vragen, én als we in de mogelijkheid zijn om die hulp te bieden. En we zullen leren aanvaarden dat we dit niet altijd zullen kunnen. We leren dat iedereen zelf zijn pijn zal moeten verwerken; indien mogelijk of noodzakelijk met hulp - onze hulp of die van een professionele hulpverlener. We kunnen niet bij anderen de pijn wegnemen, we kunnen enkel voor onze eigen pijn zorgen, ook als die pijn anderen betreft. En soms is dit 'het onaanvaardbare toch aanvaarden'. --- P.S. Ik schreef dit stukje omdat onlangs iemand me vroeg naar het 'leren loslaten'. |
|
|
31 mei 2018
San Francisco
Tweeëntwintig jaar geleden zetten we voor het eerst voet op Amerikaanse bodem.
San Francisco was de eerste plaats die we aandeden.
Buiten het feit dat de omgeving van ons hotel 's avonds niet veilig was
heb ik goede herinneringen aan die stad.
Vandaag zag ik op BVN 'Ellie op patrouille' in de aflevering over San Francisco. De stad is onvoorstelbaar veranderd. Vooral de daklozen en de junkies zijn een groot probleem. Ook op toeristische plaatsen. Natuurlijk focust het programma op problemen, maar toch, de beelden waren er. Ik voelde me er lichamelijk niet goed bij. Ik neem maar weer een (mooi) boek ter hand en zal me focussen op het goede. |
13 mei 2018
Natuurlijk
‘Natuurlijk’ van Jan Terlouw is een boekje dat uitgegeven werd naar aanleiding van de boekenweek 2018. Het wordt aangekondigd als een ode aan de natuur en een warm pleidooi voor duurzaamheid.
Het viel me wat tegen. Ik leerde niets nieuws en het was nogal langdradig. Aan de andere kant schrijft Terlouw zoals hij praat. Ik hoor hem graag bezig, gepassioneerd maar toch kalm en met de waardigheid van zijn leeftijd zijn zegje doende, zoals hij ook al enkele keren hetzelfde pleidooi hield in DWDD. In het boekje kon ik hem zo horen spreken. Spijt dat ik het boekje kocht, heb ik niet. De opbrengst gaat volledig naar één of ander project in verband met natuur en duurzaamheid. Geld goed besteed dus. |
30 april 2018
Gezien de feiten
Het eerste boek van de voorjaarsreis, 'Gezien de feiten', werd het boekenweekgeschenk van 2018, geschreven door Griet Op de Beeck. Het is een boek(je) dat meteen in mijn lijf zat; er nog steeds zit. Het bracht me een krop in de keel en tranen, maar niet over het einde. De afloop was spijtig en toch weer niet, ook min of meer te voorspellen. Ik had gehoord dat het boek(je) veel negatieve recensies gekregen had. Dat begrijp ik niet. Het boek is geschreven met de ondertussen gekende passie van de auteur, met haar mooie volzinnen, met haar kennis over het leven, waarschijnlijk door ervaring opgedaan. Dat gevoel heb ik toch telkens weer bij het lezen van haar boeken. De karakters zouden niet evolueren... Gedeeltelijk gaat het boek juist over mensen die halsstarrig vasthouden aan wie ze (geworden) zijn. Als je even rondkijkt, zie je veel van die mensen. Misschien was ik er ooit ook wel één van. Het zijn de mensen die veiligheid zoeken bij wat ze denken dat vaststaat. De negatieve recensisten missen misschien iets in het leven, denk ik; of ze weten niet wat leven is of hoe het leven voor sommige mensen kan zijn. Bedankt Griet, voor het boek(je) en voor de gevoelens die het me bracht. |
17 april 2018
Abonneren op:
Posts (Atom)